Op de eerste verjaardag van mijn dochter werd er in kleine kring taart gegeten. De enige aanwezige die geen bloedverwant was, had sinds kort een eigen website. "Wat moet ik daar nou mee?" zei ze. "Ik heb niet eens internet." Met moeite wist ze het adres uit haar geheugen te graven, en ik zocht het meteen op. "Wat geweldig", riep ik vol enthousiasme, "nu kan ik eindelijk iedereen jouw kunst laten zien." Maar ik had het woord ‘kunst’ nog niet uitgesproken, of ik wist al dat er geprotesteer zou volgen. Want kunst, daar deed Marijke natuurlijk niet aan. Nee, ‘knuts’ noemde ze het zelf, een woord dat mij altijd weer kromme tenen wist te bezorgen. Als ik haar niet eenentwintig jaar kende zou ik denken dat het valse bescheidenheid was. Maar Marijke vond het in alle oprechtheid maar onzin wanneer er bewonderend werd gedaan over haar ‘kijkdozen’. Haar gang hing er vol mee, met de meest griezelige, gruwelijke en grappige kastjes. Vroeger kwam ik er met grote regelmaat. Marijke woont namelijk naast mijn ouders. Ze was poppenspeelster en had een theater aan huis. De entree was eigenlijk de grootste attractie, die bevreemdend lange gang waar de kinderen hun jassen op moesten hangen aan kapstokjes die onder de horrorkastjes bevestigd waren. Haar meeste materiaal haalde Marijke van de Noordermarkt, waar ze elke maandag in haar busje naartoe reed om kilo’s mismaakte poppen en kitscherige heiligenbeeldjes in te slaan, maar ze stuurde mijn vader ook wel eens uit vissen voor een mooie karperkop.
De afgelopen jaren heb ik weinig contact met Marijke gehad, totdat ik en mijn gezin van haar een poppenhuis cadeau kregen voor onze nieuwe woning. Het poppenhuis was tevens een poppenkast en Marijke had het gemaakt voor haar laatste voorstelling, een aantal jaar geleden. Het was een gigantisch kleurrijk geval met raampjes, gordijntjes, dakpannen, torentjes, schoorsteentjes en klimop. Achter de voordeur zat een meterkast verborgen, met acht schakelaars om de lampjes in het huis apart te bedienen. Het geheel stond op een onderstel met wielen. In het onderstel stond een kist gevuld met honderden handgemaakte poppetjes en meubeltjes, om het huis mee in te richten. En hoe minutieus het ook in elkaar zat, het ding bleek ontzettend stevig. Wanneer de katten er opsprongen en in kropen hield ik mijn adem in, maar het poppenhuis gaf geen krimp. Ik belde Marijke op om haar te bedanken. Ze vertelde blij te zijn dat wij het mooi vonden, want toen de voorstelling waarvoor zij het gemaakt had niet van de grond kwam had ze het huis uit pure frustratie bijna tot spaanders gehakt. Haar bijl zweefde vlak boven het dak, toen de gedachte dat ze er misschien nog iemand blij mee zou kunnen maken haar op het nippertje tegenhield. Sindsdien heeft ze geen voorstelling meer gemaakt. Ook kijkdozen ging ze steeds minder maken, de muur in haar gang kwam langzaam vol te hangen en wat moest ze er nog mee. Ze was al in de zeventig en wilde het liefst van die spullen af.
"Ik heb helemaal niets met die website," zei Marijke, terwijl ze in haar taart prikte. "Het ziet er zo gothic uit. Ik ben toch helemaal niet gothic? En die teksten die erbij staan vind ik ook maar niets." Ze vertelde dat ze een tijd lastig werd gevallen door een Engelse bewonderaar. Hij vond dat de hele wereld een kijkje in haar wonderlijke huis moest kunnen nemen en maakte daarom deze site. "Maar dat is toch ook fantastisch?" zei ik. "Het is toch fijn als mensen jouw werk kunnen zien?" "Ach," zei ze, "ik vind al die aandacht maar overdreven. De weg ernaar toe, het maken, daar heb ik de grootste lol aan beleefd, maar wat moet ik er daarna mee." Ze vertelde dat iemand een kijkdoos wilde kopen voor tweeduizend euro. Zij weigerde, want vond het te veel geld. Hij wilde er echter niet minder voor betalen. "Het liefst zou ik de complete gang aan een theatertje schenken," zei ze. Er moest wel vaart bij gemaakt worden. Ze had de kijkdozen indertijd aan de muur bevestigd met een lijmpistool, maar die lijm begint nu langzaam los te laten. De kijkdozen gaan steeds verder naar voren hangen, haast dreigend.
Mocht u ooit om welke reden dan ook in Edam verzeild raken, zorg er dan voor dat u Kleine Kerkstraat 12 niet mist. Werp een blik naar binnen, of bel voor mijn part aan als u durft. En ga anders maar voor een impressie naar de ongewenste website. Zolang u maar niet zegt dat u het van mij heeft. Zolang u maar niet zegt dat het kunst is.