P. van Stingelande beschrijft in een flits een openbaring van een kind: besta ik eigenlijk wel?'
Ik ben mijn hersenen, dacht het hoofd net boven de dekens. Mijn voeten zijn steenkoud, mijn oren horen vogelpoten in de dakgoot krassen, en mijn ogen zien de silhouetten van een globe, gympen, technisch lego.
Of denk ik dat maar? Want eigenlijk is mijn brein niet meer dan een homp vet in een weckpot van bot. Op goed vertrouwen luisteren mijn hersenen naar de morsecode die staafjes, papillen en trommelvliezen in flinterdunne neuronen fluisteren. Wie weet liegen ze en bestaan mijn ijskoude voeten niet eens? Mogelijk ben ik een geest in een fles of een netwerk op een chip. Wacht even — ruik ik nu het sediment van een mislukt experiment? Ik voel, geloof ik, de spijlen van een kooitje in mijn hersenen snijden. In de verte jankt een roedel wolven in labjassen. Ik wrijf mijn denkbeeldige voeten langs elkaar. Gil om mijn stem te testen.
‘Natuurlijk besta jij,’ beweert de wereld met moeders stem. Twee handen wrijven mijn voeten warm. In de dakgoot koert een duif.
P. van Stingelande is kameleon en letterzetter. Hij slijt zijn dagen met het optekenen van alledaagse avonturen en treurige observaties. Hij hoopt ooit een kat te hebben.
Chloé Pérès-Labourdette (1995) is een Franse illustrator met een voorliefde voor Tomos-scooters, Marmite en 8-hoekig servies. Haar beeldarchief bestaat uit visitekaartjes van Duitse garages en sci-fi-films uit het vorige millennium.