P. van Stingelande beschrijft in een flits een openbaring van een kind: ons brein is een winkel.
'Wacht hier.' Papa loopt naar binnen en ik snuif rookworst. Zou de winkel die geur naar buiten blazen om klanten te lokken? Ik weet het niet. Wel weet ik dat de grachtenpanden voorover leunen om het koopwaar op te kunnen takelen zonder gevels te schampen. En dat de witte vliegtuigstrepen in de lucht condenssporen heten
In de winkel tikt papa met zijn vinger op het glas van de toonbank. Een verkoper hurkt en kijkt mee. Zoals elke vrijdag bestelt papa tompoucen. Want routine maakt het leven dragelijk, vertelde hij me zonet. Elke dag word ik wijzer.
Mijn brein is eigenlijk ook een winkel. Ik zie en ik maak. Voor alle geuren, geluiden en gevoelens verkoop ik een bijpassend idee. De schappen liggen vol met mijn hersenspinsels, glazuurroze als de schildluizen in tompoucen, grondgrijs als de gipsen gevelmensjes, gesmolten in de zure regen, of bladgroen als de boomtoppen die zon en kooldioxide omtoveren in suiker en zuurstof. Aan gedachtes geen gebrek. Maar ja, wie zijn mijn klanten dan?
Voor me schuifelen koopjesjagers vol tassen en rimpels. Volwassenen denken nog veel meer dan ik. Zij vullen alle ruimte op met lasten, plichten en zorgen. Ik knijp mijn ogen dicht. De wereld is bedolven onder zeven miljard mensenbreinen die de lucht volpompen met bruine smog. Zo veel ideeën! Dat past toch nooit.
'Niet schudden,’ zegt papa. Ik volg hem de mensenmassa in. In mijn hand ritselt het plastic tasje met gebak. Niet denken, dat is het beste.
P. van Stingelande is kameleon en letterzetter. Hij slijt zijn dagen met het optekenen van alledaagse avonturen en treurige observaties. Hij hoopt ooit een kat te hebben.
Chloé Pérès-Labourdette (1995) is een Franse illustrator met een voorliefde voor Tomos-scooters, Marmite en 8-hoekig servies. Haar beeldarchief bestaat uit visitekaartjes van Duitse garages en sci-fi-films uit het vorige millennium.