Ik zit in Berlijn. Vlak voor ik ging had iedereen commentaar op mijn vertrek, maar van commentaar trek ik me weinig aan of ik doe alsof. Hoe dan ook: ik ben gegaan, al is het alleen voor de treinreis en het enorme ontbijt in het hotel en voor mijn vriend die me vroeg of ik met stoepkrijt MUFFIN voor het huis van zijn Berlijnse geliefde wil schrijven.
Dat heb ik gedaan, ik zat op mijn hurken op de grond en schreef in het wit. Ik had hem moeten vragen met welke kleur ik het woord moest schrijven, maar ik durfde niets te vragen, niet naar de kleur van het stoepkrijt, geen achtergrondverhalen, niet naar de betekenis van het woord MUFFIN. Het is de taal van geliefden, een geheim dat ik nooit zal begrijpen.
Mijn ex-vriendinnetje schreef toen ik net bij haar weg was ook een keer iets met stoepkrijt op de stoep voor mijn nieuwe tijdelijke huis. Hoe ze dat huis gevonden heeft is me een raadsel, ik kon het zelf amper vinden. Maar ze stond voor de deur en belde aan. Ik deed niet open, ik was al met iemand anders. Ook als ik niet met iemand anders was geweest had ik niet open gedaan. Ik ben altijd bang voor de bel. Mensen bellen niet zomaar. Misschien kijk ik te vaak naar opsporing verzocht. Misschien heb ik te goed naar mijn broer geluisterd toen hij me zei dat ik niemand kon vertrouwen. (Hij zei: 'vertrouw niemand maar ga toch met ze mee.')
Ik hoorde de bel en bleef aan de eettafel zitten. Toen het bellen opgehouden was, keek ik uit het raam. Op de stoep stond in groene stoepkrijtletters: IK BEN TROTS OP JE.
Ook aan haar durfde ik niet te vragen wat dat te betekenen had, ook al wist ik het best.
P.S.
Ik zit in Berlijn zonder eierwekker, maar de tien minuten op mijn telefoon zijn om.
De eieren in het hotel zijn zacht gekookt. Ik geef ze vijf minuten. Gelukkig krijg je er veel brood en verse jus bij. Verse jus vind ik eigenlijk typisch iets voor aanstellers (er is een veel mooier woord voor: sinaasappelsap), maar ik ben op vakantie.
--
Maartje Wortel is schrijfster. Haar boeken, Half mens en Dit is jouw huis moet je lezen.
De illustratie is van Gemma Pauwels