◊ entrée
Entrée
Gedurende het hele jaar zal hard//hoofd in het kader van zogenoemde Late Night Café's wederom samenwerken met Entrée. De zes edities van het Late Night Café zijn elk gekoppeld aan een eigen thema. Elke editie wordt aan twee van onze redactieleden de opdracht gegeven een bijdrage te leveren, geïnspireerd op het thema van de betreffende avond. Het resultaat hiervan verschijnt op onze website en zal op de Late Nights eveneens onderdeel uitmaken van het programma. Deze keer (vrijdag 27 januari) is het thema 'Verwachting'. Kasper van Royen schreef een column binnen dit thema, dat op de avond zelf ook te vinden zal zijn.
Soms zie ik hem van verre aankomen, maar meestal overvalt hij me vanuit het niets: de kriebel. Er was een periode dat hij me meerdere keren per week begroette, tegenwoordig steekt hij goddank twee, hooguit drie maal per maand de kop op. Tja, ik word ook een dagje ouder. Het liefst breng ik mijn avonden lezend, schrijvend, of filmkijkend door. Mijn ochtenden en middagen overigens ook, maar daar gaat het nu even niet over. Als de kriebel komt kan ik daar even intens van genieten, de mogelijkheden die voor mij liggen lijken onbeperkt, maar al gauw moet er actie ondernomen worden. Met wie wil ik dansen, dronken worden, slap ouwehoeren? Moet dat met één persoon, of met meerdere, en wie vormen dan goede combinaties?
Ik scroll door de contactenlijst van mijn telefoon en streep in mijn hoofd namen door en zet andere namen in een mapje van mogelijke opties. Dan verstuur ik een paar smsjes, de eerste selectie. Het liefst zou ik willen dat men gewoon met ‘ja’ of ‘nee’ reageert, dat zou een hoop gedoe schelen, maar de meesten doen enthousiast een voorstel voor een andere dag. Zo werkt het echter niet voor mij, de kriebel moet vandaag bevredigd worden en vanaf morgen ben ik weer iemand die zijn avonden lezend, schrijvend en filmkijkend doorbrengt. Tot de volgende kriebel zich aandient, maar dan zien we wel weer verder.
De voorstellen tot andere afspraken probeer ik vriendelijk af te wimpelen, maar er zijn er die voet bij stuk houden en steeds weer andere data uit hun mouw weten te schudden. Op zeker moment geef ik mij maar gewonnen en moet opeens allerlei afspraken in mijn agenda zetten, sommige voor in de verre toekomst. Ik weet dan al meteen dat die afspraken in de loop der tijd steeds over en weer verzet zullen gaan worden, totdat op de uiteindelijke avond geen van de partijen er meer echt zin in heeft en het bier drinken een taakstraf is geworden. Met de aanvankelijke kriebel heeft het dan natuurlijk niks meer van doen.
Aan een tweede selectie vrienden wordt sms’en verstuurd en aan een derde. Niemand kan op zulk een korte termijn. Er zijn andere plannen, er moet morgen weer gewerkt worden, men moet bijkomen van de vorige avond, de persoon in kwestie blijkt in het buitenland of overleden. De kriebel is inmiddels getransformeerd tot een zeurende jeuk. Ik moet en zal vanavond de deur uitgaan, maar een zogenaamde topavond kan het toch onmogelijk nog worden. Ik beland bij de laatste selectie, daarna heb ik van de nummers in mijn telefoon alleen de tandarts, de pizzeria, de belastingdienst en het consultatiebureau nog niet gecontacteerd. Hoe vager de kennis des te uitgebreider dient het begeleidend schrijven te zijn, want tegenover iemand die je twee jaar niet hebt gezien kan je je er onmogelijk vanaf maken met ‘zuipen vanavond?’. Dat zou pathetisch zijn.
Goed, zo gaat het niet altijd. Soms heb ik meteen beet en zit ik een paar uur later met mijn favoriete vrienden in mijn favoriete kroeg. Aan alle voorwaarden voor een fantastische nacht zijn voldaan, maar het zal nooit meer dan een schaduw kunnen worden van het spektakel dat de kriebel in zich droeg. Dat was de belofte van een hels bacchanaal waar nog eeuwen later vol bewondering schande van gesproken zou worden, maar in de praktijk staat voor je het weet de ene helft van de groep in de regen te roken, terwijl de andere helft een kettingreactie van gegaap in gang zet, waarna iemand zegt dat het tijd wordt voor een laatste rondje. Dan zegt de barman dat je net te laat bent en overhandigt je de rekening, want het is een doordeweekse dag in de grote stad. Vervolgens zit je met z’n allen in een snackbar naar Al Jazeera te staren. Als je geluk hebt heeft er ondertussen iemand overgegeven in je fietstas, zodat je de volgende ochtend toch nog kan zeggen dat het een dolle boel was.
Het leukst blijken de avonden waar ik in het geheel niet naar heb uitgekeken. Avonden waarvan ik dacht dat ik ze liever aan lezen, schrijven, of filmkijken had besteed. Mijn vriendin heeft vrienden uitgenodigd om aan onze eettafel koehandel te spelen, of ik word verwacht op een verjaardag waar iedereen als zijn favoriete wiskundige verkleed moet gaan. Chagrijnig olijven prikkend begin ik dan maar met iemand een gesprek en voor ik het weet ben ik bevangen door een geluk waarin ik met de avond samen val. Waardevoller dan een bedrieglijke kriebel ooit had kunnen voorzien.
Vorige week was het weer eens zover. Terwijl ik in alle onschuld een vis aan het panneren was kroop de kriebel in mijn kop. Mijn handen veegden zich af aan mijn broek en maakten zich startklaar om de eerste selectie te berichten, maar net op tijd wist ik ze tot de orde te roepen. Ik legde de telefoon op het aanrecht en richtte mij tot de kriebel. "Ho ho," riep ik met een gestoorde grimas, "jij beheerst mijn leven al sinds het eerste onderbouwfeest, maar vanaf nu gaan we het eens helemaal anders aanpakken. Je kan me niet voor de gek blijven houden, ik ben sterker dan jij." In een oude telefoonklapper zocht ik de stomste mensen die ik maar kon bedenken, zo stom dat ik hun nummers nooit in mijn mobiel had overgenomen, en sprak met ze af in een disco waar ik nog niet dood aangetroffen zou willen worden. Dát zou de kriebel leren, ditmaal zou ik hem dan toch echt te slim af zijn. Deze avond moest wel de beste avond ooit worden. Het werd de grootste kutavond die ik ooit heb meegemaakt.
Sindsdien hou ik mezelf elke nacht wakker met de vraag waar het is misgegaan. Mijn plan had waterdicht geleken, maar van een avond waar je niks van mocht verwachten had ik toch wel wat meer verwacht. Voorlopig kom ik de deur niet meer uit.
Illustratie: Tejo Verstappen