Laat er geen onduidelijkheid over zijn, ik heb een gruwelijke hekel aan het woord doorbitch. Ik zie zo'n pinnig kutwijf voor me met een overdosis lipgloss en een snerende blik, mocht ze je überhaupt een blik waardig gunnen. Als jij haar niet bevalt, kun je het wel vergeten. Buiten dat is het een denigrerend woord jegens vrouwen. Ik noem mezelf toch ook geen slet, of viswijf, of kankerhoer? Maar goed, doorbitch dus. Ik heb er zelfs een werkwoord van gemaakt, doorbitchen. Vanavond moet ik doorbitchen. Had ik het vorige week nog over mijn ervaringen aan de andere kant van het fluwelen koord, deze week ben ik degene met het clipboard en de stempel.
Het is vrijdagavond en de Korte Leidsedwarsstraat bruist. Grofweg gelegen tussen de Club Royalty (dames een gratis cocktail bij entree!) en Café Amsterdamded (waar ik als vijftienjarig beugelbekkie mijn eerste zoen kreeg) is een kleine entree zonder aanduiding van wat er zich binnen afspeelt. Het is de Club Up, het kleinkindje van deftige sociëteit de Kring. In de Kring is de gemiddelde leeftijd op een vrijdagavond zo rond de 50, trophy wives meegerekend. Niet in de Club Up. Hier regeert de jonge mensch, vers uit de puberteit gekropen, dorstig naar gerstenat. Mijn taak is het vasthouden van de gastenlijst, het verwelkomen van de bezoekers en het weren van grote groepen bezopen Engelsen dan wel vervelende korpsballen. Mijn rechterhand is Iwan, een grote donkere man gehuld in een beveiligingsjas met een klein hart en een vastbesloten rechtvaardigheid.
We spreken af dat ik mensen in de rij aanwijs die niet door de beugel kunnen, en dat hij ze dan de toegang belemmert. Maar wanneer ze eenmaal voor de deur staan, heeft Iwan een iets ander idee van mensen weigeren dan ik. En dan komt het er op aan. Voor de ingang staan ze met zijn drieën, ieder een gladgestreken gestreept overhemd en ietwat vettig blond haar. Ik had ze al van een kilometer aan zien komen met hun arrogante maniertjes. Eenmaal binnen zouden ze ongetwijfeld de hele bar leegdrinken (voordeel) en alle meisjes lastig vallen (nadeel), dus fluister ik mijn vriend in of hij er voor kan zorgen dat ze ergens anders hun heil gaan zoeken. Hij knikt begrijpend. Maar als ze voor zijn neus staan zwijgt hij simpelweg, vraagt ze opzij te stappen, en laat ondertussen andere bezoekers binnen. De drie beginnen te sputteren. Ik stap naar ze toe, en vraag ze of ze weten wat er vanavond voor muziek is. Niet dus. Ik kijk ze even aan, en gok dan: “Hip hop en break beat!” Ze kijken elkaar aarzelend aan en richten zich dan tot mij: “Geen techno? Minimal? House?” “Eh, nee heren. Geen van dat al,” spreek ik naar waarheid. “In de Melkweg moet je het even proberen, of anders de Sugar Factory. Dan loop je hier het plein over en dan die straat in aan de linkerkant. Nog een fijne avond!” Ze geven me een dankbaar klopje tegen de arm. “Thanks!” Ik zucht opgelucht, maar niet iedereen laat zich zo makkelijk afpoeieren.
“Hallo,” dringt een lange gast zich voor, “ik sta op de lijst via MTV/TMF.” Oh ja? MTV/TMF? Van de televisie? Het zal allemaal wel, hij staat er niet op. “Eh.. nee.” “Jawel, ze hebben me op de lijst gezet.” “Eh.. nee.” Sjesus wat een pannenkoek. Hij staat veel te dicht in mijn nek te hijgen en probeert ondertussen naar de lijst van namen te koekeloeren, maar ik hou hem stevig tegen mijn borst aan. En dan komt het. “Moet u luisteren meneer, ik weet niet of u stoer probeert te doen door het noemen van twee uitgerangeerde muziekzenders via wie u op de lijst zou moeten te staan, maar ik weet van niets en achter u staat een rij mensen die gewoon naar binnen willen. U heeft twee keuzes. Eén: weggaan. Twee: achter aan sluiten zoals elk normaal persoon. Dankuwel.” Ik keur hem geen blik meer waardig en hij druipt af. Naast me kijkt Iwan me aan met één opgetrokken wenkbrauw. Misschien is de term doorbitch nog zo'n vreemde naam nog niet voor deze baan. Maar ik? Ik prefereer gastvrouw.