Hoe ziet het leven eruit voor mensen die zonder legale verblijfsstatus in Nederland wonen? Linguïst Mark (58) uit de Verenigde Staten leerde door zijn situatie wat het betekent om hoop te hebben. Deel één in een serie van zes interviews.
'Ik ben graag onder water. Gewichtloosheid is een heerlijk gevoel. Als je je daarna weer gaat bewegen, kun je dat gevoel een tijdje met je meenemen. Als je het kwijtraakt, is het makkelijker terug te vinden wanneer je lichaam niet continu nieuwe input krijgt. Als je stilstaat bijvoorbeeld. Of als er geen geluid is om je heen.
Wanneer ik een tijd gewoon stil sta, dan kan mijn hele lichaam zich blij beginnen te voelen. Het is een fysiek soort blijdschap, een soort van gloeien. Hoe ik dat gevoel ervaar hangt af van mijn interpretatie. Het kan akelig zijn, of juist prettig.
Daar probeer ik aan te denken als het regent en koud is, als mijn vingers gevoelloos zijn: er is geen harde lijn tussen plezier en pijn. Wat pijn doet heeft doorgaans aandacht nodig. Het is gemakkelijk om geobsedeerd te raken met pijn. Plezierige zaken vragen niet om onmiddellijke actie, ze eisen geen aandacht. Plezierige zaken zijn optioneel. Om ze te ervaren, moet je eerst voor ze kiezen.
In dat optionele schuilt vrijheid.
En in die vrijheid schuilt denk ik geluk.'
'Ik ben 58, linguïst, en kom uit Zuid-Illinois. Ik leef in een kraakpand. Elke dag dat ik gehuisvest ben is een goede dag. Mijn toeristenvisum heb ik laten verlopen toen George Bush de War on Terror afkondigde, op dat moment knapte er iets in mij. Ik werkte op dat moment als leraar Engels in Taiwan en was op vakantie in Europa. Mijn moeder was net overleden.
Ik ben opgegroeid in de Koude Oorlog. Mijn leven lang zijn slechte dingen steeds erger geworden en kwamen er nieuwe slechte dingen bij, die dan ook weer erger werden. Eigenlijk was ik altijd bang dat de wereld zou vergaan. Toen de War on Terror begon, dook ik in dat doemgevoel. Wat als alles wat je vreest, gebeurt? Ik besloot dat ik kon kiezen. Ik kon de schuld aan onze president geven, aan alle Amerikanen die het met hem eens waren, of ik kon zelf verantwoordelijkheid nemen.
'Toen George Bush de War on Terror afkondigde liet ik mijn toeristenvisum verlopen.'
Weet je, mensen zoals ik hebben gefaald. We zijn er niet in geslaagd anderen te leren om zorgvuldig te communiceren. Als we zouden begrijpen hoe we woorden betekenis toekennen, zouden we taal dan op een minder geschifte manier gebruiken?
Ik liet mijn vliegtuig vertrekken zonder mij. Vanachter mijn laptop richtte ik me op mijn vraag: hoe kunnen we zorgvuldiger communiceren? Terwijl mijn tanden uit mijn mond begonnen te vallen, bleef ik me daarop concentreren.'
'Toen ik begon met het verkopen van de straatkrant vond ik het verschrikkelijk, het voelde als bedelen. Ik was bang. Maar angst is wel zo'n beetje het laatste wat ik wil communiceren. Die zelfgerichte bullshit, die hebben anderen niet nodig.
Wat dan wel? Gewoon, hallo zeggen. Vriendelijk zijn.
Ik ben vrolijk zijn als onderdeel van mijn werk gaan zien. Inmiddels houd ik er van om dankbaarheid te promoten. Ik zie het bijna als iets boeddhistisch, het gaat bij het verkopen van dat blaadje om het zijn in het hier en nu. Er komen kinderen voorbij. Ik deel momenten met mensen.
Hoe voelt het om met een hond te spelen? Welk klank had jouw 'hallo' toen je aankwam? Elke interactie heeft zijn eigen intimiteit. Om die te zien, moet je er ruimte voor maken. Het maken van ruimte voor het plezierige, het oefenen in gelukkig zijn in het hier en nu, zie ik als het doen van mentale push-ups. De gedachten die we tegen onszelf herhalen, zijn de gedachten waarvan de kans het grootste is dat we ze met ons meenemen als we ouder worden.
Ik ben minder met mensen gaan praten, beter naar ze gaan kijken. Sindsdien heb ik meer oog voor onderlinge intimiteit. Ik heb beter contact, warmer en emotioneler. Ik kan prima gelukkig zijn, hier en nu. Ik houd van de sterren. Bergen. De woestijn. Leegte. En waar ben ik? In Amsterdam. Ik ben niet in een woestijn, of op een bergtop. En eigenlijk maakt dat niets uit.
We neigen ernaar onszelf in beslag te laten nemen door dingen die helemaal niets te maken hebben met levensgeluk.'
'Hoop was voor mij een nieuwe gedachte.'
'Op het dieptepunt van mijn doemvlaag was er een vrouw uit Bagdad op tv. Ze werd geïnterviewd door de BBC.
"Hoe ziet u de toekomst," vroeg de journalist.
De vrouw aarzelde, zei toen dat ze hoopvol was.
De interviewer was verbaasd: "Hoe kunt u optimistisch zijn?"
"Nee," schudde de vrouw haar hoofd. "Er is een verschil tussen hoop en optimisme. Optimisme is een berekening. Hoop kan altijd."
Hoop was voor mij een nieuwe gedachte. Ik moest toegeven dat ik niet werkelijk weet hoe het verder zal gaan. Dat het ook zou kunnen dat de wereld niet vergaat. Als je dat accepteert, wordt kiezen voor doem hetzelfde als kiezen tegen hoop. Dat is erger dan zinloos, dat is contraproductief.
Doem is het overwegen niet waard.
Misschien is dit gewoon het donkerste moment van de film. En de helden? Wel, die weten nog niet dat ze helden zijn. Ze weten nog niet dat het uiteindelijk in orde komt.'
De naam van de geïnterviewde is gefingeerd.