Han probeert zich iedere dag weer staande te houden in de wereld die het kantoor heet. Dit korte verhaal is onderdeel van een drieluik.
‘Goeiemorgen, Han’, zegt Ans.
‘Hey’, zegt Han.
‘Hoe was het weekend?’ vraagt ze.
‘Het weekend was’, zucht Han.
‘Dat is het zeker’, lacht Ans, waarna voorlopig alles gezegd is.
Han arriveerde vandaag iets later dan anders. Hij begreep niet waarom. Ofwel werkte zijn fiets niet goed, ofwel reed de tijd hem voorbij.
Han staat op. ‘Koffie’, deelt hij mee.
‘Voor mij niet’, zegt Ans zonder opkijken, nu al met haar neus in haar papieren. Het is een volstrekt overbodige mededeling, weet Han, want Ans heeft in haar leven nog maar één keer koffie gedronken. Dat gebeurde op een feestje, toen het laat werd, en het was haar niet bevallen.
In de keuken rommelt de afwasmachine. Geen goed teken. Met een slecht voorgevoel opent hij de kast. Zoals hij al vreesde, is het schap met de koffietassen op een suikerpotje na leeg. Han spitst zijn oren. Hij hoort haar logge voetstappen en het gerinkel van haar doos vol vuile tassen en borden. Hij haast zich naar de eerste verdieping. Het is er muisstil. Geen spoor van de kuisvrouw. Alsof ze in rook is opgegaan.
Han keert onverrichter zake terug naar zijn bureau. Hij leest een nieuwe e-mail, leest hem opnieuw, begrijpt het probleem niet, opent een andere mail en luistert. Nu dreunen haar logge passen een verdieping hoger. Hij rent naar boven. De kuisvrouw poetst een tafel in het kleine, lege kantoor. Han staat in het deurgat, zoekt maar vindt geen doos. Hij zucht, ze merkt hem op en wuift eens met haar zeemvel. Han steekt zijn hand op.
Hij overweegt om terug te keren naar de keuken en het suikerpotje vol koffie te schenken. Hij weet dat het kan, maar hij kent de gevaren. Koffie drinken uit een suikerpotje zonder morsen, is bijna onmogelijk.
Op weg naar beneden haalt Patricia hem in, met een tas in de hand.
‘Altijd een tas voor noodgevallen diep in een schuif bewaren’, grijnst ze triomfantelijk.
‘Ik kan de doos niet vinden’, geeft Han toe. Op de eerste verdieping blijven ze even stilstaan.
‘Heb je al eens in de tussengang naar het toilet gekeken?’
De kuisvrouw kuist ’s ochtends vroeg en twee maal per week de bureaus. Onderweg verzamelt ze tassen, glazen, bestek en borden in een kartonnen doos. Aan het eind van haar kuisronde steekt ze alles in de afwasmachine. Maar soms gaat het mis. Misschien speelt haar gevorderde leeftijd haar parten en vergeet ze de doos. Of misschien heeft ze gewoon geen zin meer om die rommel in de afwasmachine te steken en gaat ze naar huis. Het gebeurt niet elke keer, maar wel vaak. Dan vinden de collega’s enige tijd na haar vertrek de doos in een hoek, in een gang, halverwege de trap tussen twee verdiepingen, of soms naast de deur van de keuken, zo dichtbij en toch net niet.
Han vindt de doos in de tussengang van de eerste verdieping, voor de deur van het toilet. Zijn handen duiken in de doos, zoeken en vinden zijn tas. Hij spoelt hem om in de keuken. Nu de tas is volgeschonken en hij de eerste en beste slok van de dag heeft gedronken, kan hij eindelijk aan de slag.
J. de Vries is assistent-uitgever bij een juridische uitgeverij, waar hij de publicaties opvolgt en het reilen en zeilen observeert. In zijn vrije tijd schrijft hij verhalen en draait hier en daar plaatjes.
Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.