‘Hee Stef hoe gaat ‘ie?’
‘Ja ontstekinkje hier ontstekinkje daar he?’
De caissière knikt alsof hij het over moedervlekken heeft en rekent een halve liter pils met hem af.
‘Dus ze vreet me op.’ Dat is aan mij gericht. A.K.A. WTF! staat er op zijn petje.
‘Hmm?’ lijkt mij een passende repliek.
‘Nou ze heb geen rem. Mijn zus is een kannibaal, ze vreet iedereen op.’
Nu lijkt een “ok” me het beste antwoord.
‘Weetjewel?’
‘Eh nee sorry. Je zus is een kannibaal?’
‘JIJ snápt het. Ik wacht je zo even op ok?’ Hij heeft een gelaatskleur die vloeiend overgaat in zijn oogwit, dat dus niet wit is maar van eenzelfde bleekrood als zijn wangen. Hij ruikt een beetje naar nachttrein.
‘Hoezo?’
‘Dan kunnen we het er verder over hebben.’
Waarom ook niet, denk ik terwijl ik mijn tas volprop met een grote hoeveelheid fruit en groenten - ik zit namelijk op dag drie van een zelfopgelegde detoxweek, dus iedere afleiding van het constant aanwezige niet-eten is welkom. Die helse zevendaagse legde ik mijzelf op na een bierdoordrenkt weekend en nu eet ik slechts fruit, groenten en noten, oftewel: geen zuivel, granen, vlees, alcohol of suiker (geen Caramac, geen Ritter Sport Trauben und Nüssen, geen ontbijtkoek, geen kokindjes) en ook geen koffie of sigaretten. Oftewel: de hel. Op dag één was me al duidelijk dat een detox ook wel het allerkutste op aarde genoemd mag worden. Op dag drie klinkt kannibalisme aantrekkelijk onder het juk van mijn ongekende hongerklop.
‘Waarom ook niet,’ zeg ik. Stef sjokt rustig mee naar de uitgang. Daar steekt hij nog even zijn hand op naar de caissière en roept dat hij haar gauw weer ziet. ‘Volgende keer zonder ontstekinkjes ok?’
Beeld: Gabor Roozen.
We gaan op het bakstenen muurtje naast de kinderspeelplaats zitten. Onder de klimtoestellen liggen zwartrubberen tegels, waar honderden kauwgompjes tweedimensionaal zijn geëindigd. Het is kwart over tien in de ochtend en ik neem een handje bessen. Stef trekt behoedzaam zijn blik bier open. Zijn alcoholwasem is imponerend, maar lekkerder dan alles wat ik de afgelopen dagen vol wortels, gember en limoen heb geroken. Ik ga iets dichterbij zitten en begin haast te watertanden als zijn jas naar frituurvet blijkt te ruiken.
‘Is je zus echt een kannibaal?’
‘Ja man.’ Hij giet zonder te slikken de helft van het blik naar binnen.
‘Ik heb nog nooit een kannibaal ontmoet.’
‘Weet je hoe ze heet?’
‘Je zus?’
‘Ja!’
‘Nee.’
Hij klokt de tweede helft weg en knijpt het blik zachtjes klein. Zijn kleren zijn allemaal gradaties verwassen zwart; zelfs zijn sokken hebben dezelfde vaalheid als zijn jas, petje en broek. ‘Wendy. Wil je d’r zien?’
Ik knik enthousiast.
‘Ze is dik jongen!’
Zelf mag hij er ook best wezen, wat omvang betreft. Zelfs zijn vingers zijn dik, en hij heeft kenkels, waar slordig een vies verband om is gewikkeld.
‘Ze heb ADHD.’ Hij klemt zijn vingers strak rond zijn knieën.
Ik neem een hand besjes en reik hem het doosje aan. Hij pakt er slechts één, die hij zorgvuldig in zijn jaszak stopt.
‘Kijk, dit is ‘r.’ Op de schermachtergrond van zijn telefoon licht iemand op die Wendy moet zijn. Voor een kannibaal ziet ze er redelijk doorsnee uit. Maar ze is wel dik inderdaad, superdik. Zou mensenvlees zo voedzaam zijn? Ik vraag of je bij mensenvlees beter bier kan drinken, net als bij Chinees (niet het ras, maar de keuken), of juist wijn, maar dat weet hij niet. Het water loopt me in de mond als ik aan vette Chinese groenten met pindasaus denk en ik kauw mijn zoveelste bes weg.
‘Het smaakt naar varken. Waar je gewoon bier bij moet drinken. Ja toch?’
‘Ja. Maar hoe komt ze eigenlijk aan d’r mensenvlees?’
‘Ssst!’ Hij krimpt een beetje ineen en veert dan op, wil zijn shirt omhoog trekken maar mompelt iets wat hem plots te binnen moet zijn geschoten.
‘Heeft ze daar een vaste leverancier voor?’
Hij schudt even zijn hoofd en beent dan ineens weg. Aan de overkant draait hij zich vlug even om, steekt zijn hand naar me op en roept dat we elkaar misschien nog wel zien in de buurt. ‘Volgende keer zonder ontstekinkjes ok?’ Zijn standaardgroet, blijkbaar.
Als ik naar huis slenter, neem ik me voor dat ik weer lekker kaas ga eten, en daarna toast met roomboter en pure hagelslag. Fuck ‘em, mijn eetgewoonten zijn bovengemiddeld gezond, deze ontmoeting had ik nodig om tot inkeer te komen van zo’n belachelijk idee als detoxen. Alleen vraag ik me nu nog doorlopend af hoe Stef aan zijn ontstekinkjes komt, en waar die zitten, en helemaal waar zijn zus haar mensenvlees haalt.