Koen Alfons schrijft elke twee weken een column voor Hard//hoofd, afgewisseld door Kasper van Royen.
Op maandagochtend wachtte een wortelkanaalbehandeling, maar ik had toch goed geslapen. Toen ik de praktijk binnenstapte, wees het meisje achter de balie op een bank. Ik ging zitten. Er was keuze in lectuur. Een tijdschrift over windenergie en een tijdschrift over waterbouwprojecten in Afrika. Belangrijke onderwerpen, maar mijn hoofd stond er niet naar. De wortelkanaalbehandeling wierp zijn schaduw vooruit.
Ik werd geroepen. Mijn vaste tandarts is een blonde lieverd met een tongpiercing, maar voor de wortelkanaalbehandeling was een specialist langsgekomen. Ze stelde zich voor als Mevrouw Morales en zei: 'I come from Colombia.' Ik dacht: dat belooft wat voor de verdoving.
Ze dirigeerde me naar de behandelkamer en wees naar de stoel. Toen liep ze naar een lichtbak, vanwaar mijn eigen gebit me aangrijnsde. Ik wierp een blik over haar schouder, wat eenvoudig was, aangezien mevrouw Morales bij de verkiezing Kleinste Tandarts Ter Wereld een gedoodverfde favoriet zou zijn.
Wat opvalt aan röntgenfoto’s van een gebit, is de daadwerkelijke lengte van de tanden. In de badkamerspiegel zie je maar de helft. De andere, onzichtbare helft klampt zich vast aan het tandvlees en de kaken. Als je ze zo in zwart-wit ziet, lijkt het een wonder dat ze daar een heel leven kunnen blijven zitten.
Mevrouw Morales wreef over haar kin en peinsde. 'Ja, ja, ja,' zei ze. 'Ja, ja, ja.'
De verlammende angst voor de tandarts uit mijn kinderjaren, heb ik al een tijdje overwonnen. Maar dit bracht me aan het twijfelen. Zag ze de foto voor het eerst? Waren mijn tanden van een vreemde, moeilijk te benaderen soort? Had ze een strijdplan, of werd het vaya con dios?
'Die ontsteking woont inside the jaw. Hij is boven die kies. Wij moeten een hele grote gat maken.'
Ze trok een paar steriele handschoenen aan en riep haar assistente, een Hindoestaans fotomodel dat luisterde naar de naam Pia. Ik glimlachte. Wanneer de boel uit de hand zou lopen kon ik me op haar concentreren. Een bonusverdoving.
Maar Pia was nieuw. En Pia maakte fouten.
'Twentyfour-nine-seventeen,' zei mevrouw Morales. 'En double A over fifty.'
Pia trok een laatje open. 'Deze?'
De tandarts schudde haar hoofd. 'Pia, Pia, Pia,' zuchtte ze. 'Everytime the same mistakes.'
Pia haalde haar schouders op en trok nog een laatje open. Mijn twijfel veranderde in onrust. Ik dacht: Wie zijn deze vrouwen? Waar is mijn blonde lieverd?
Morales stak een spiegeltje in mijn mond. 'Jij roken, hè?'
Ik knikte en schaamde me niet. Ik had mijn tanden goed gepoetst, althans vandaag.
'Very bad voor tandvlees, no?
Als jij het zegt, dacht ik, maar deed er het zwijgen toe, wat met een opengesperde muil ook het verstandigst is.
Pia zei: 'Deze?'
Morales knikte en zette een gele spatbril op haar neus. Nu zagen mijn tanden er gegarandeerd uit als die van een roker. 'Eerst verdoven, ja?' zei ze en ze toverde een spuitje tevoorschijn. Dat spuitje ging op drie verschillende plekken in mijn bovenkaak. Het deed geen pijn. Het feest kon beginnen.
Mijn vader was een lieve vader, maar hij geloofde ook in tough love. Verdoving bij de tandarts was uitgesloten. Hij hoopte dat mijn broertje en ik daardoor beter zouden gaan poetsen. Dat deden we niet. Ieder half jaar lagen we op de pijnbank. Een gaatje, twee gaatjes. De boor. De zingende pijn tot bovenin je kruin. Dan de verlossende woorden: 'Zo jongeman,' en de stoel die weer omhoog kwam. De opluchting. Die tsunami van opluchting.
Mevrouw Morales liet de stoel zakken en ik concentreerde me op het systeemplafond. Ik vroeg me af waarom ik die tandenstokers niet had gebruikt. Ze staan op het plankje in mijn badkamer. Ik kan er met mijn handen bij. Waarom ze dan niet gebruiken?
Ik dacht aan mijn dagen als medewerker in een supermarkt in de Bijlmer. Daar werkte ook een Hindoestaans fotomodel. Ik was haar naam vergeten, maar herinnerde me haar ogen, gitzwart, en hoe ik daar een tijd niet van kon slapen. In die supermarkt werkte ook een jongen die sigarenbandjes verzamelde. Ik denk dat hij de laatste der Mohikanen was. Wat betreft sigarenbandjes dan.
Mevrouw Morales pakte haar boor en liet hem een paar keer zoemen. Er bewoog iets in mijn maag en dat was niet mijn ontbijt. Ik had niet ontbeten. Ik was bang voor verdwaalde Cruesli tussen mijn kiezen en hoe de tandarts die dan met dat haakje tevoorschijn tovert. Gênant en erger dan honger.
'Als pijn doet, you tell me yes?' Ze schoof een kapje voor haar mond. Ik keek in Pia’s ogen maar ze leek me niet te zien. Ze hield een klein stofzuigertje vast. Het stofzuigertje maakte een gorgelend geluid. Mevrouw Morales zei: 'Vamos.'
Als in het kwartier dat volgde de wereld zou zijn vergaan, had ik dat niet gemerkt. Morales drilde een oude vulling uit mijn kies. Die vulling gaf zich moeizaam gewonnen. Het was gewelddadig. Mijn onderkaak begon te klapperen. Er vielen brokstukken op mijn tong, daarna verdwenen ze in het stofzuigertje. Als er rook uit mijn mond was opgestegen, had me dat niet verbaasd.
Toen de boor eindelijk zweeg, opende ik mijn ogen. Mevrouw Morales sprak meer geheimtaal.
'Dual tube blue coating, Pia. Give me five units.'
Pia trok haar wenkbrauwen op. 'Five? Zoveel?'
Er dreef zweet onder mijn armen en tussen mijn schouderbladen. Wat gebeurde hier? Welke godvergeten plaag had zich in mijn bovenkaak genesteld? Waarom praat het mens niet tegen me? En hoe groot is de krater? Ik bewoog mijn tong in de richting van het slagveld maar Morales betrapte me en tikte op mijn kin.
'No, no. Niet raken.' Ze keek naar Pia maar Pia staarde in mijn mond, gefixeerd.
Ze zei: 'Yoooooo…'
Morales haalde diep adem. 'Pia! Pay attention! This man is not sleeping! He’s alive!!'
Pia kwam bij zinnen en mompelde een excuus. Ik zag hoe ze een aantal witte staafjes doorgaf. Die staafjes gingen in de krater. Dual tube blue coating, five units.
'Dit is medicijn,' zei mevrouw Morales. 'Die ontsteking is nog alive and kicking. Wij moeten tijdje wachten. I put medicijn inside. I make emergency vulling. Jij komt terug. Twee weken.'
Een half uur later stond ik buiten. De rechterkant van mijn gezicht bevond zich aan de overkant van de straat. Ik probeerde er een sigaret in te steken.
Ik roken, ja. Verdomme.
Koen Alfons is sinds 2013 redacteur van Hard//hoofd. Hij schrijft columns en korte verhalen.
XF&M zijn een illustratie duo uit Groningen. Vanuit hun studio/huis werken zij samen aan hun illustraties, laag voor laag, met pen en papier, wat potlood, verf, krijt, inkt, stiften…en misschien nog wat spuitbus…