Annika is deze ochtend twee geworden. Elk moment kunnen zij en haar moeder thuiskomen van een logeerpartij. Ik heb het huis versierd. Langs de muren hangen slingers. Op het kleed ligt het eerste cadeau van de dag, een houten spoorweg met trein. Daar kan ze zo mee spelen tot de gasten komen. En om mij heen liggen twaalf ballonnen. Ik constateer dat ik met gemak nog een dozijn op zou kunnen blazen. Vorig jaar was dat wel anders; toen rookte ik nog. Ik kijk uit het raam naar de besneeuwde daken. Zo nog even een schoon T-shirt aantrekken en dan een feestmuts op mijn hoofd.
De feestmutsen hebben de vorm van een kroontje. Alle gasten moeten er een op. Alleen mijn vader wil niet. ‘‘Je mag het in deze tijden niet zeggen, maar ik ben nu eenmaal een republikein,’’ zegt hij. We drinken koffie en eten taart. Annika en haar neefjes spelen met het speelgoed dat zich steeds verder opstapelt en omhelzen de ballonnen.
‘‘Heb jij eigenlijk wel bier en zo gekocht?’’ fluister ik naar mijn wederhelft.
‘‘Stom,’’ zegt ze, ‘‘niet meer aan gedacht. Doe jij dat even?’’
‘‘Wat? Ik heb al slingers opgehangen en ballonnen opgeblazen.’’
‘‘Ballonnen opgeblazen? Weet jij wat ik gisteren allemaal gedaan heb?’’
Ze kijkt me vragend aan, maar ik heb werkelijk geen idee en wacht tot ze zelf het antwoord gaat geven.
‘‘Jouw belastingaangifte gedaan, jouw band geplakt, je broeken vermaakt, en een stopcontact aangelegd zodat je nu ook op zolder porno kan kijken. En wat heb jij gisteren gedaan? Zeker weer de hele dag achter Facebook gezeten?’’
‘‘Ja, nou ja, ja. Maar er gebeurde dan ook weer een hoop op Facebook.’’
‘‘Lieverds, wat fluisteren jullie daar?’’ vraagt mijn schoonmoeder.
‘‘Heel onbeleefd,’’ zegt mijn vader. ‘‘En wij worden al steeds dover.’’
Mijn vriendin duwt me naar de gang.
‘‘Doe gewoon drie wit, drie rood, wat biertjes, wat kaasjes en toastjes en o ja, doe ook maar een pakje maandverband.’’
Illustratie: Gino Bud Hoiting
De supermarkt blijkt nogal wat soorten maandverband te hebben. Met en zonder vleugels, mini, maxi, geparfumeerd en niet-geparfumeerd, hoog absorberend en laag absorberend, voor overdag en voor ‘s nachts. Ik staar naar alle mogelijkheden en vraag me af hoe vreemd het is dat ik niet weet wat mijn vriendin gebruikt. We hebben nu acht jaar verkering en wonen zeven jaar samen, maar ik kan me niet herinneren dat ik het ooit eerder voor haar gekocht heb. Waarom eigenlijk niet? Ik doe toch bijna altijd de boodschappen? Koopt zij ze het liefst zelf? Denkt ze dat ik het gênant vind om te kopen? Vindt zij het gênant als ik dat doe? Maar waarom heeft ze dan nu zo nonchalant deze boodschap opgegeven, zonder verdere instructies? Is dit een test? Ik staar naar alle kleurige pakjes en probeer voor de geest te halen welke mij het bekendst voorkomt. Steeds denk ik even het te weten, maar dan slaat de twijfel weer toe. Opeens vraag me af wat er zou gebeuren als ik hier blijf staan tot sluitingstijd. Een lichte paniek maakt zich van mij meester en ik loop het gangpad uit. Eerst maar even de andere boodschappen, dan zien we daarna wel.
Met een gevulde mand keer ik terug naar het maandverband. Daar staat een jongen naar de pakjes te staren. Hij is een stuk jonger dan ik, heeft een Turks uiterlijk en houdt een motorhelm onder zijn arm. Hij lijkt alle etiketten te bestuderen, net zoals ik dat een kwartier geleden deed. Dan kijkt hij naar mij. Ik kijk snel de andere kant op, naar het wc-papier. ‘‘Wc-papier,’’ zeg ik op een toon alsof ik er al uren naar op zoek was. Ach, je kan daar toch nooit teveel van in huis hebben.
Ik loop terug naar de vitrine met Franse kaasjes. De camembert en roquefort liggen al in mijn mandje, maar het is helemaal niet zo vreemd om over dat soort zaken te twijfelen. Over maandverband twijfel je niet, dat weet je gewoon. Hangend boven de schimmelgeuren voel ik de tijd verstrijken. Inmiddels zal de Turk toch wel weg zijn bij het maandverband? Langzaam loop ik weer die kant op. Er staat helemaal niemand. Zonder te kijken tik ik een pakje mijn mandje in en loop naar de kassa.
Voor mij in de rij staat de jongen. Hij heeft zijn maandverband omringd door acht blikjes Red Bull. Als ik zijn pakje zie herken ik het meteen. Dat is het pakje waarmee ik de afgelopen jaren mijn badkamer heb gedeeld. En als ik kijk naar het maandverband aan mijn kant van de beurtbalk weet ik dat ik helemaal verkeerd zit. Ik denk aan manieren waarop ik ongezien de twee pakjes kan verwisselen. Dan zie ik het meisje dat bij de kassa zit. Ze heeft prachtige sproeten en een dromerige blik in haar ogen. Wij kennen elkaar. Toen ik eens in alle vroegte koffie kwam kopen, giechelde ze: ‘‘meneer, u heeft uw shirt binnenstebuiten en achterstevoren aan.’’ Ze leek zelf te schrikken van haar opmerking en ik wist ook niet zo goed hoe ik moest reageren. De Turk keurt haar met zijn blik, terwijl zij zijn maandverband scant. Als ze mij ziet verschijnt er een lach op haar gezicht. Wat is het leven toch mooi.
‘‘Waar bleef je nou? De helft van het bezoek is alweer weg,’’ roept mijn vriendin van bovenaan de trap.
‘‘Ja, je maandverband,’’ zeg ik, terwijl ik de tassen naar boven sjouw, ‘‘jouw soort was op, dus ze moesten achter gaan zoeken, in het hoe heet dat ook alweer, het magazijn, en lieten me heel lang wachten, zo vervelend, en toen bleken ze het toch niet te hebben, echt belachelijk zeg. Dus heb ik maar iets anders gekocht, ik hoop dat je er wat mee kan.’’
‘‘Joh, wat maakt dat nou uit. Ik heb toch niet echt een vast soort. Maandverband is maandverband.’’
Dan kijkt ze me aan en grinnikt.
‘‘Je wil toch niet zeggen dat je zo de straat op bent gegaan, mag ik hopen?’’
‘‘Wat bedoel je?’’
Ze wijst naar een plek boven mijn hoofd. Ik zet de tassen neer en voel de feestmuts.