Elke vrijdag verloopt hetzelfde: laat in de nacht krijg ik een sms met de vraag waar ik ben, en of hij me zal komen ophalen. En ook al speelt overmatige alcoholconsumptie bij de start van deze weekenden een prominente rol, de dagen en nachten die volgen zijn nuchter en eigenlijk nog veel leuker dan dat bezopen begin.
We wandelen langs de Amstel, ik blijf liggen in zijn bed terwijl hij naar autorijles gaat, we halen afhaal-eten, hij kookt met wat er nog in huis is, we bewaren lenzen in geïmproviseerde lenzenbakjes, we struinen in boekenwinkels, we praten en drinken toch maar weer wijn, we douchen samen en kijken films. Ik rommel in zijn huis, hij werkt terwijl ik op de bank een boek lees.
Ik wil het niet maar vraag me toch af: “Waar gaat dit heen?”. Ik wil het niet maar ik krijg antwoord door zijn antwoord dat uitblijft. Ik ben nuchter: het is geen vrijdag, hij is een jongen; ik had beter moeten weten. Of hij mee wil naar een expositie, of misschien ergens wat eten. Hij kan niet. De vrijdag daarna hoor ik niks meer.
Een maand later kom ik hem tegen op een verjaardag van een gemeenschappelijke vriendin. Hij geeft me drie zoenen en vraagt geforceerd hoe het gaat. Wanneer hij vertrekt, geeft hij me een klopje op mijn rug en zegt: “Groetjes!”. “Groetjes?!”, denk ik. “Je hebt me wakker gevingerd, met me onder de douche gestaan, je hebt zelfs met me gezwegen, me vastgehouden, me aan het lachen gemaakt. Groetjes?”
Dat iemand de ballen niet heeft om te zeggen waar het op staat, en me groetjes geeft in plaats van een blijk van ons verleden, hoe kortstondig ook, doet pijn. Maar groter nog is mijn verbazing over hoe intiem je met iemand kunt zijn - en dan heb ik het niet alleen over seks maar juist ook over het samen kunnen zwijgen - en hoe snel die nabijheid kan veranderen in vervreemding. De intimiteit die ik voel als ik met iemand ben, biedt allerminst garantie voor de toekomst, ontdek ik keer op keer. Als een goudvis blijf ik telkens hetzelfde rondje zwemmen.
En gelukkig maar. Een voorwaarde om zulke innigheid te kunnen ervaren is dat je je niet bewust bent van het potentiële einde. Met dat besef zou ik immers geen enkele relatie meer aan durven knopen. Dan trap ik er liever keer op keer in.
Noor Spanjer (Amsterdam, 1982) is freelance journaliste en mediawetenschapper. Als nieuwerwetse minstreel is zij altijd op zoek naar persoonlijke verhalen en daarnaast is ze ideologisch inzetbaar voor feministische zaken en andere nature-nurture kwesties.
Aart-Jan Venema is freelance illustrator en verhalenverteller. Hij werkt onder andere voor NRC.next, de Groene Amsterdammer en hard/hoofd.