Ik zie haar schaterlachen naar een klant. Met de verleidelijke oogopslag van Jessica Rabbit geeft ze zijn wisselgeld terug. Wanneer de jongen wegloopt kijkt hij nog een keer achterom, zijn hoofd schuddend van zoveel schoonheid en sexyness die hem net ten deel is gevallen. “Terecht”, denk ik jaloers. “Als ik zo dun was, en zo knap, zouden alle mannen in het café ook voor mij hun portemonnee leegschudden en me met exorbitante fooien proberen te imponeren.” Maar ik weet dat het daar niet in zit; haar schoonheid is vooral het natuurlijke en ongeremde zelfvertrouwen waarmee ze het leven tegemoet lacht. Een journalist schreef naar aanleiding van de dood van Harry Mulisch: “Het leven zat hem als een perfect passende handschoen, als door een god voor hem gemaakt.” Ik geloof dat dit is wat ik bij mijn collega zie en wat haar zo verdomd aantrekkelijk maakt, voor mannen én voor vrouwen.
Nu mijn leven momenteel niet als een mooi gelooide en geplooide handschoen om me heen zit, stemmen dit soort momenten me vervelend ontevreden. In plaats van mild te zijn, en met enige voldoening te bedenken dat ik niet van een dak ben gesprongen toen de liefde van mijn leven me aan de kant zette, of dat ik niet bij de pakken neer ben gaan zitten na de zoveelste mislukte sollicitatie, of dat ik mijn vriendschappen niet laat versloffen en geduldig luister naar al het baby- en huwelijksgeweld waar de levens van mijn vrienden uit bestaan, kan ik enkel denken aan alles wat anders, beter moet.
Illustratie: Aart-Jan Venema
Behalve het sporten dat mijn perfecte ik met mijn perfecte lijf wekelijks zou doen, en waar ik dan natuurlijk heel goed in ben én veel plezier aan beleef, is mijn cv zo indrukwekkend dat elke krant en elk tijdschrift mij in het colofon wil hebben. Naar mijn onvermoeibare ambitie wordt gevraagd in interviews die speciaal om mij draaien en ik mag voordragen op drukbezochte lezingen en op literaire avonden in de schouwburg, waarna ik ook nog plaatjes draai op het feest na afloop, want lezingen en plaatjes, dat is helemaal mij.
Ik zou mijn gespleten haarpunten met rust laten en mijn nagelriemen niet afbijten. Mijn vrienden bellen mij als eerste op wanneer ze wat leuks gaan doen omdat er zonder mij niks aan is, en mijn posts op Facebook worden door honderden mensen geliked. Mijn huis staat vol met mooie bloemen en planten en kastjes en kistjes van de verre reizen die ik zonder enkele terughoudendheid of enige voorafgaande paniekaanval heb gemaakt. Ik spreek mijn talen vloeiend en kan op de piano meer spelen dan Yesterday van The Beatles en Ja Zuster, Nee Zuster van H. Bannink. Spreekwoorden en gezegdes zijn onderdeel van mijn dagelijks vocabulaire. Ik zou me niet druk maken, niet piekeren en me geen zorgen maken over het uitblijvende geluk van mijn broer en zus.
Mijn prachtige collega vertelt me later die avond, bij de nazit, over haar verbroken relatie, haar zieke vader en haar geldzorgen. De handschoen glijdt van haar af; met gebogen schouders en verdrietige ogen kijkt ze me aan. Ik sla mezelf voor mijn kop dat ik wederom zo naïef ben geweest en me door de schone schijn op mijn eigen kast heb laten jagen.

Noor Spanjer (Amsterdam, 1982) is freelance journaliste en mediawetenschapper. Als nieuwerwetse minstreel is zij altijd op zoek naar persoonlijke verhalen en daarnaast is ze ideologisch inzetbaar voor feministische zaken en andere nature-nurture kwesties.

Aart-Jan Venema is freelance illustrator en verhalenverteller. Hij werkt onder andere voor NRC.next, de Groene Amsterdammer en hard/hoofd.