Een scriptie schrijven is een vrij zinloze exercitie. Maandenlang ben je hels aan het worstelen, waarna slechts drie mensen het ooit zullen lezen: je begeleider, de tweede lezer en je moeder (omdat ze zo aandringt). En je zou ook niet eens willen dat het gedrocht meer mensen onder ogen komt. Alleen de diepste, donkerste la is goed genoeg. De meeste scripties zijn dus al vergeefse moeite, maar mijn drie maanden durende scriptieproces op St. Eustatius was wel het ultieme boter aan de galg smeren.
‘Het literaire veld op de Nederlandse Antillen in kaart brengen’ luidt mijn scriptieopdracht. En op ‘Statia’ is dat veld alvast heel overzichtelijk: schrijvers, literatuurwetenschappers, recensenten, critici, opiniemakers, uitgevers, samenstellers van schoolboeken, leden van literaire jury’s, studenten, ze zijn er allemaal niet. Nou ja, op de ‘studenten’ van de American University of Statia School of Medicine na dan. Stuk voor stuk perfect gebruinde lijven, gestoken in Abercrombie & Fitch T-shirtjes. In de VS slagen ze er niet in een degree te halen, dus trekken papa en mama hun portemonnee om ervoor te zorgen dat het ze op Statia wel lukt. Maar met literatuur hebben ze weinig van doen.
‘Books?’ vraagt Cynthia, de altijd vriendelijke receptioniste van ons hotel, terwijl ze zich vermoeid omdraait van haar comfortabele plekje voor de ventilator. ‘Go to the library.’ Jahaaa, want die is er wél op het eiland. Al sinds 1903 zelfs, toen hier overigens nog maar vijftien mensen Nederlands konden lezen. Dat zijn er inmiddels natuurlijk veel meer, maar de bieb lijkt het nauwelijks drukker te hebben gekregen. Het is een klein gebouwtje in niet al te beste staat en met een (zeer) bescheiden collectie. Daar ga ik het de komende maanden dus niet mee redden.
Illustratie: Agnes Loonstra
Geen paniek, ik vlieg vast met gemak even naar alle andere eilanden. Hier in de Cariben nemen mensen toch het vliegtuig zoals wij de bus nemen? Hoe kom je anders ergens? Dat blijkt nogal tegen te vallen, veel Statianen verlaten het eiland eigenlijk nooit. Tenzij het echt niet anders kan omdat ze bijvoorbeeld een operatie moeten ondergaan. Een tripje naar het naastgelegen St. Maarten of Saba, dat ik vanaf hier gewoon kan zien liggen, kost namelijk al gauw zo’n 150 dollar. En wil ik naar de Benedenwindse eilanden (Aruba, Curaçao en Bonaire) dan zit ik aan het dubbele. Terwijl ik ook al een bedrag ter grote van een rijbewijs heb gespendeerd aan de vlucht hierheen. Mijn scriptie gaat zo aardig in de papieren lopen.
Zou ik dan alles kunnen googelen? vraag ik mezelf af. Maar Caribisch Nederland blijkt nog een digitaliseringsslag te moeten maken. Het begint te knagen dat mijn schriftelijke proeve van bekwaamheid misschien wel gedoemd is tot mislukken. Gelukkig weet ik die gedachte meestal vakkundig te omzeilen door mijn kop diep in het zand te steken. Ik heb gewoon meer tijd nodig om een plan de campagne te bedenken. Morgen ga ik daar eens goed voor zitten. Of hooguit overmorgen. En het beantwoorden van die belangstellende mailtjes van mijn scriptiebegeleider kan ook nog wel even wachten, ik mail haar zodra ik mijn briljante strategie heb uitgedokterd.
Inmiddels bestaan de uren die ik ‘aan mijn scriptie werk’ uit het lezen van willekeurige boeken die hotelgasten in de lobby achterlaten, of het kijken van alle seizoenen Lost, Gossip Girl en Private Practice op mijn laptop.
En vergeet de televisie niet! Tot mijn vreugde ontvangt die allerlei Amerikaanse zenders. Al vermaak ik me daar meestal niet lang mee vanwege de vele reclameblokken, die voor een groot deel gevuld zijn met het aanprijzen van bizarre medicijnen die je in Nederland niet, of toch echt alleen onder streng toezicht van je huisarts zou mogen nemen. Maar dat terzijde. Grappig, realiseer ik me midden in zo’n reclameblok. Ik zit hier op een idyllisch, tropisch eiland, maar doe precies hetzelfde als mijn procrastinerende studiegenoten aan de andere kant van de wereld.
Volgens scriptiegoeroe Umberto Eco zit het nut van een scriptie niet zozeer in de scriptie zelf, maar in de ervaring die het schrijven ervan met zich meebrengt. In mijn geval is het moeilijk om zelfs dáár enige utiliteit in te vinden. Hoewel, zonder deze scriptie had ik waarschijnlijk nooit de hele Evelien-reeks van Martin Bril tot me genomen. Of Knielen op een bed violen. Ik had niet geweten hoe te overleven na een planecrash op een magisch onbewoond eiland, hoe je een baby opereert ín de baarmoeder, of hoe ik mijn beste vriendin achter haar rug om zwart moet maken, zodat ik haar grote liefde kan inpikken. En dat, moet ik toegeven, is eigenlijk heel wat waard.
_____________________________________________________________________________
Marijn Klok won onze columnwedstrijd en schrijft in augustus elke woensdag over haar zinloze zomer op St. Eustasius. Ze studeerde Nederlands en Journalistiek & Nieuwe Media in Leiden en werkt als freelance tekstschrijver en journalist.