Een beetje kroeg heeft, meestal ergens achterin, bovenop de sigarettenautomaat of de verwarming, nog wel een paar gare, vettige dozen met gezelschapsspelen liggen. De volgende keer dat daar een doos Scrabble tussenzit -- en die kans is vrij groot -- probeer dan eens een potje Themascrabble.
De wereld valt uiteen in twee soorten Scrabblespelers. Je hebt strategische spelers, die er enkel op uit zijn de "x" op 3 maal letterwaarde te krijgen in een woord dat sowieso al twee maal woordwaarde heeft en dat bovendien zeven letters telt, zodat ze vijftig punten extra krijgen voor het in één keer leegspelen van hun letterplankje. Dat soort spelers is meestal ook erg goed in Risk.
En dan heb je spelers die liever 8 punten krijgen voor "zot" -- want dat klinkt zo lekker Vlaams -- dan dat ze de T en de O gebruiken om in één keer "Kaft" en "Top" te leggen op een blauw of rood vakje. De tweede categorie spelers wint zelden, en het is voor die categorie dat Themascrabble is uitgevonden.
Het idee: je neemt een thema, en alle woorden die je legt moeten daarmee te maken hebben. Je krijgt bonuspunten voor een woord dat erg goed gevonden is, en ook voor een woord dat in eerste instantie niet zo logisch lijkt, maar dat je wel goed kan onderbouwen. Bijvoorbeeld: wie bij het thema Postmodernisme het woord "muis" legt, omdat Derrida het altijd over zijn kat heeft en katten nu eenmaal op muizen jagen, die komt daarmee weg.
Postmodernisme is een goed thema, landelijke politiek ook (denk: "val", "amateur", "peroxide", "roos"). Wanneer het wat later op de avond is, doen "Macht & Sex" en "Brabantse Scheldwoorden" het meestal ook erg goed. Bier drinken helpt, ruzie is niet uitgesloten.