Het is al weer een tijd geleden dat er voor het laatst iemand getaart is. In het vorige decennium konden mensen als Frits Bolkestein, Gerrit Zalm, Bill Gates en Bernard-Henri Lévi nog op een stuk gebak in hun gezicht rekenen; maar sinds Pim Fortuijn is de klad er in gekomen. De door hem ingezette hetze tegen ludiek verzet was na zijn dood zó succesvol, dat toen in 2005 Rita Verdonk met ketchup werd besmeurd, nota bene Femke Halsema het presteerde om kamervragen te stellen of de minister zich “de ernst van het ketchupgooien” wel afdoende realiseerde. De Biologische Bakkersbrigade en de actiegroep TAART zijn ondertussen ter ziele, en de enige taartactie die nog de pers haalde was van de rechtsextremistische groep Voorpost.
Eeuwig zonde, want taarten is nou juist een van de meest innovatieve vormen van directe democratie: de afkeuring wordt helder, direct en publiek kenbaar gemaakt, de afstand tussen burger en politiek wordt lijfelijk overbrugd, alle commissies, inspraakprocedures en partijpolitieke overwegingen worden gepasseerd. Veel effectiever dan een referendum, vuilspuiten op internetfora, of twitteren met Maxime Verhagen.
Tijd dus om het taarten terug te brengen. Het probleem is alleen, dat er nog steeds bloed aan de taart kleeft: hoe vreedzaam en ludiek je het ook bedoelt, taarten gooien naar rechtse politici komt nog steeds over als een dreigbrief. Mark en Maxime taarten zou nog niet eens zo’n slecht idee zijn als de beveiliging niet zo goed was, maar Geert Wilders wordt écht met de dood bedreigd en dan is een taartaanslag niet grappig meer.
In plaats daarvan kunnen we beter mensen uit onverdachte hoek gaan taarten: types van wie niemand kan denken dat een taartactivist ze dood zou wensen, maar die wel een gateau verdienen. Om te beginnen: Femke Halsema. Vanwege haar kamervragen over het ketchupgooien, haar categorische afwijzing van iedere vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid in de affaire-Duivendak, en vanwege de weerzinwekkende manier waarop ze zich op de posters van de meest recente campagne als premièrabel presenteerde. Een beetje meewerken, Femke. Het is voor het goede doel.