Het is een herkenbaar probleem: bang zijn dat je alle gegevens op je pc kwijtraakt. De verhouding is zo scheef – zo’n gigantische hoeveelheid kostbare documenten opgeslagen op zo’n fragiele opslagplaats. Alsof je al je geld, oude tekeningen, vakantiefoto's en lievelingsknuffel Poppenijn permanent naast een licht ontvlambare nitraatbom hebt liggen. De kans is in mijn ogen immer reëel dat je je computer aanzet en alleen nog maar een zwart scherm met lachend duivelsgeluid en een web vol kriebelige groene code te zien krijgt.
Voor mij als verstokte Windowsgebruiker was er slechts een omslachtige oplossing voorhanden: meerdere platforms gebruiken. Ik bewerkte mijn documenten zowel op mijn pc als op online opslagplaatsen, wat ervoor zorgde dat ik na een avond werk er geregeld achter kwam de eerste versie ijverig te hebben bewerkt terwijl er ergens anders al een achtste versie bestond.
Wat een extra hindernis was, was dat ik ook een Windows Phone had. Daar draait een telefoonsysteem op met een Noord-Koreaanse censuur als het op alledaagse apps aankomt. Op een gegeven moment werden de schaarse apps die nog beschikbaar waren ook niet meer geüpdatet; WhatsApp vonden ze niet meer nodig, schijnbaar. Ik was desondanks koppig en hield vast aan mijn Windowstelefoon, ondanks dat het geluid het niet meer deed. Het voelde als bejaard worden: op een gegeven moment ben je gewoon gewend geraakt aan je isolatie en mankementen. Maar op een dag werd het te gek.
Tijdens het passeren van de douanepoortjes werd ik plots eruit gepikt voor een grondige controle. Meestal vind ik dat onterecht, maar deze keer bleek de aanleiding (achteraf gezien) overduidelijk. Mijn Windows-aanhankelijkheid had me zover laten inschikken, dat er niet minder dan zeven elektronische apparaten in mijn schoudertasje zaten: privé-Nokia (om te bellen met geluid) , bedrijfsnokia (per ongeluk), iPad (om te typen), mp3-speler (om gebrek aan muziek-app op te vangen), e-reader (beter leesscherm), fotocamera (meer dan drie pixels), en Windows Phone (geen idee waarom eigenlijk). Gezien alle oude verrotte communicatiemiddelen dacht de douane dat ik een drugsbaron was. Terecht.
Dat was de dag dat ik alles omgooide. Ik kocht een nieuwe telefoon en zette alles - agenda, gegevens, foto's, echt alles - over naar het ecosysteem van Google. Het is iedereen aan te raden: alles grijpt haarfijn in elkaar, alles is overal online, in de juiste versie.
Daarbij: veiliger dan Google kan niet. Natuurlijk exploiteren ze je gegevens, maar veranderen of verwijderen zou hun doodvonnis betekenen. Ik denk dan toch dat ze liever voor die paar triljoen dollar aan gegevensinkomsten blijven gaan. Je privacy inleveren voor de beste voorzieningen die er zijn om orde te scheppen in de dagelijkse chaos: ik heb ervoor getekend, en zal niet snel meer van gedachten veranderen.