Ondanks de gemakken van dit digitale tijdperk zoals touchscreens, razendsnelle internetverbinding in de hogesnelheidstrein en miniscule apparaten met gigantische schijfruimte, ondanks de mogelijkheid om altijd en overal bereikbaar te zijn, afspraken in te plannen en Youtube-filmpjes te kunnen kijken, heb ik nog altijd een loodzwaar ding als agenda. Mensen vragen mij daardoor soms of ik een bijbel bij me heb, of een ander ingewikkeld boek. Het verschil is alleen dat mijn boekwerk gedurende het jaar steeds voller, zwaarder en onleesbaarder wordt door alle nutteloze aantekeningen, doorhalingen, pijlen en minder nutteloze aantekeningen die er zo nodig in moeten. Als zich dan werkelijk belangrijke dingen voordoen die een plek zouden moeten verdienen - aangezien een agenda daarvoor bedoeld is - is er geen mooie en duidelijke plek meer over. Zo kon het niet langer.
De oplossing bleek een Post-it, dat onschuldige gele blaadje dat overal op blijft plakken. Het is duidelijk zichtbaar en allesoverheersend, maar tegelijkertijd heeft de Post-it een vriendelijk ouderwets karakter. Dwingend maar toch nonchalant in de manier waarop het papiertje tussen de andere bladzijdes uitsteekt. Bovendien is de Post-it een uitvinding die per toeval werd gedaan, net zoals cornflakes of de psychedelische effecten van LSD, zo leert wikipedia ons, en dat maakt het briefje nog charmanter.
Inmiddels heb ik al een familieverpakking Post-its verbruikt, ze bleken handig voor meer dan alleen belangrijke dingen. De magie van de Post-it is immers het plakrandje dat ervoor zorgt dat het overal op blijft plakken, maar toch snel en zonder kleerscheuren kan worden verwijderd. Dat blijkt ook een uitkomst voor het achterlaten van achteloze berichten aan huisgenoten, notities in boeken waar je toch liever niet in streept (nee, ook niet met potlood) en wat al niet meer. Een ijzersterk en waterdicht systeem, al zeg ik het zelf, en de ouderwets wapperende blaadjes blijven toch een stuk leuker dan een flitsend touchscreen.