Wanneer je bij een tweedehands boekhandel veel dezelfde titels van een schrijver ziet staan, kan dat minimaal twee dingen betekenen:
1. Als de boeken er nog redelijk nieuw uitzien – niet veel gelezen – gaat het meestal om een populaire schrijver wiens boeken gemakkelijk worden gekocht of vaak cadeau worden gedaan, maar die na één leesbeurt en één voorjaarsschoonmaak plaats moeten maken in de boekenkast en worden verkocht voor een prikkie.
2. Als de boeken al wat geel en stoffig zijn, gaat het vaak om een klassieker – een monument dat jaren bij iemand in een boekenkast heeft gestaan en hem pas verlaten heeft toen de bezitter overleed en de inboedel werd opgeruimd.
Ik kom regelmatig in De Slegte in Antwerpen, één van de filialen die niet werden overgenomen en daarna failliet gingen. Soms kom ik daar om boeken uit de eerste categorie te verkopen, maar meestal kom ik er in de hoop boeken te vinden die niet meer worden uitgegeven. Mijn blik glijdt langs de planken die grotendeels bevolkt worden door de usual suspects, boeken uit de twee reeds beschreven categorieën. Ik begroet ze als oude bekenden.
Deze zomer, net voorbij de dertig exemplaren van Hugo Claus’ Het Verdriet van België, bleef mijn blik rusten op een dozijn Zwart haar blauwe ogen van Marguerite Duras. Plots herinnerde ik me een interview waarin een kleine, fragiele, oude vrouw in een grote fauteuil vertelt wat schrijven is. Ze denkt lang na, zoekt naar woorden. Ze antwoordt:
‘De nacht. Schrijven is de nacht.’
Er rolt een traan over haar wang en ze zegt verbaasd dat ze niet had verwacht zo geraakt te worden door die vraag. Marguerite Duras (1914 – 1996) heeft op dat moment al een lange carrière achter de rug, met romans, verhalen, filmscripts en literaire prijzen. Maar wat schrijven precies is, daar kon ze aan het einde van haar leven door worden ontroerd.
Ik neem het mee op vakantie, een klein boekje dat het midden houdt tussen een kort verhaal en een toneeltekst. De titel is lang niet zo mysterieus als het verhaal, dat begint bij een ontmoeting tussen een man, een vrouw en nog een man. Ze huilen vaak en zeggen weinig. Het eindigt triest en hoopvol. Iedere omschrijving van het verhaal is te concreet, te banaal en doet geen recht aan haar schrijven. Het boekje is niet de enige reden waarom ik meerdere malen moest huilen tijdens deze eerste vakantie met mijn geliefde. Het is de nacht. Beter kon Duras het niet zeggen.