Mensen schijnen zich soms te ergeren aan het gebruik van woorden als ‘inspirerend’ en ‘prikkelend’. Ik ben me van gaan kwaad bewust. Afgelopen zomer hield ik kantoor in Berlijn en oh wat is dat een inspirerende stad. Ik kwam er veel prikkelende dingen tegen.
Uiteraard ga ik jullie niet aanraden om daar naartoe te gaan. Het zou niet getuigen van respect voor de hard//hoofdlezers wanneer ik ervan uit zou gaan dat ze het Kathmandu van de jaren tien nog niet ontdekt hebben. Eén gewoonte die me hier is opgevallen is echter bijzonder gemakkelijk over te nemen en eigenlijk niet gebonden aan welke plek dan ook: de liefde voor oud, die hier zo nadrukkelijk wordt tentoongespreid dat het wel een fetisj lijkt. Ik heb het niet over gerontofilie maar over de befaamde ‘bij elkaar geraapte’ Berlijnse interieurs, de antieke fietsen die je er overal ziet, oude kleding, oude auto’s, oude kachels in oude huizen met oude houten vloeren, oude bomen, oude muziek, oud enzovoorts.
Misschien hebben jullie dit artikel gelezen. Ja, het gaat de verkeerde kant op met deze stad. Maar laten we lering trekken uit dat wat ze er nog goed doen. Want de consumptiemaatschappij krijgt een tik met elk oud stoeltje dat een plek vindt op een oud houten vloertje in een nieuw cafétje met een jonge ondernemer achter de bar. In Nederland zouden we de grachten kunnen dempen met alle oude fietsen die mensen nog in de schuur hebben staan, maar waarom zou je ze niet gebruiken? Eén van de beste manier om verspilling tegen te gaan is door oude dingen te gebruiken in plaats van nieuwe te kopen.
Er is immers al zoveel op deze wereld, het is niet zo nodig om nog veel te maken. Mocht je het hier niet mee eens zijn. Excuus. Ik moest nu eenmaal een nieuwe tip schrijven. Tip: gebruik oude dingen en koop ze, bijvoorbeeld op het Waterlooplein in Amsterdam. Ze zijn over het algemeen goedkoper dan nieuwe en zo niet, dan word je opgelicht. Oud is trouwens ook heel hip.