Een vriendin reisde met de nachttrein terug naar huis, waar ze met zes andere reizigers de enige nog bemande coupé vulde. Met het eindstation in zicht maakten ze aanstalten om uit te stappen. Tot ieders verbazing reed de trein gewoon door. Precies op het punt waar je niet hoopt stil te staan, daar minderde de trein vaart. Ze stopten midden in een verlaten weiland. Het was doodstil. "De deurknop doet het niet!" riep een van de passagiers. Daarna gingen de lichten uit.
Aangezien de vriendin naast me alles kon navertellen, was de afloop uiteraard goed. Het bleek een vergissing en de machinist was geen zombie die zijn passagiers wilde opknabbelen. De crisissituatie was er niet minder om. "Voor even waren zeven mensen als groep aan elkaar overgeleverd in een spannende situatie", zei ze. Het deed me denken aan mijn bezoek met vier vrienden aan een Escape Room vorige week.
Een Escape Room is een kamer waar je door het oplossen van aanwijzingen en raadsels een code moet kraken om te ontsnappen. Er is een overload aan prikkels: een antiek bureau, doktersromannetjes, een typemachine met verwisselde toetsen, kisten met sloten, plankjes vol specerijen, allerhande portretlijsten aan de muur, een ogenschijnlijk kapotte wekker, oude tijdschriften, een gigantische wereldbol, beschreven briefpapier, een verdraaide spiegel. Er zijn verborgen aanwijzingen. Er is tijdsdruk: één uur.
Door die prikkels, aanwijzingen en tijdsdruk gebeurt er in een Escape Room iets wonderlijks. Elk groepslid keert terug naar zijn basisinstinct met bijbehorende groepsfunctie. Zo worden alle aanwijzingen op ingenieuze wijze door de Spin aan elkaar gekoppeld. Hij is duidelijk de meest intelligente van het stel. De meeste anderen kammen als Kippen zonder Kop vanaf seconde één de hele kamer uit, en komen met de vreemdste voorwerpen aanzetten. Sommigen zijn nog bruikbaar ook. En tenslotte heb je nog de Filosoof
– ikzelf –, die zich terugtrekt in een hoekje, in alle boeken van de boekenkast bladerend op zoek gaat naar overkoepelende thema’s en dan na een tijdje roept: "Het gaat over Liefde, jongens! We moeten het in de Liefde zoeken!" (aan de Filosoof heb je overigens, in een Escape Room vol zakelijke kluiscodes, vrij weinig).
Maar het mooiste van het proces komt na ongeveer een kwartier zoeken, als het puzzelen vastloopt. Dan wordt iedereen in een Escape Room voor even teruggeworpen naar het expertiseniveau van een amoebe. Niemand heeft aan het begin ook maar enige clou hoe je uit de kamer kan breken. En dat maakt wanhopig. Alles kan immers een aanwijzing zijn. De honderden zoutvaatjes, de patronen op het vloerkleed, de cupmaat van de bh, de lengte- en breedtegraden op de wereldbol. Eén van ons heeft een kwartier gestaard naar een perforatiegaatje in één van de tijdschriften. Een ander was er stellig van overtuigd dat er, tegen elk greintje gezond verstand in, een aanwijzing in het middelste schilderij verstopt zat: "Ik weet het zeker jongens, dit schilderij zit hartstikke los, even geduld, nog zes spijkers!"
En als alles dan, de kamer in ravage achtergelaten, weer achter de rug is, bedenk je je: dit heeft iets bijzonder relativerends. Voor even bevind je je als groep opgesloten in een crisissituatie. En dat is een geweldige kans om even je identiteit als individu te verliezen. Je een simpele primaat in groepsproces te voelen, zonder dat je de kennis van je dagelijkse werkveld kan toepassen. En dat voelt bevrijdend.
Luuk Hijne is 22 jaar en masterstudent sociale psychologie in Utrecht. Luuk wil stadsgids en schrijver worden.