San Francisco, 2008. Het was midden in de nacht en ik zat in m’n eentje in de achtertuin op de trap te roken. De buurjongen kwam naar buiten. “Hey Mees. Kom je bij mij slapen vannacht?” Ik trok een wenkbrauw op. “Ik weet niet”, zei ik. “Ik ben best wel moe eigenlijk.” De sigaret in mijn hand ging al te ver, ik had al lang in bed moeten liggen. “Ah toe, kom bij me liggen. Dan maak ik ontbijt, beloofd. I’ll make it worth your while.” Hij zoende me in mijn hals, terwijl hij op de ladder over het hek leunde, en ik was om.
De volgende ochtend voelde ik me aanzienlijk minder jofel. Met een mond als de uitgestrekte heuvels van de Saher, liggend op kleffe jongenslakens probeerde ik mijn door make-up dichtgeplakte ogen te openen. De buurjongen keek me aan. “Ah, je bent wakker. Ik ga ontbijt maken, want ik heb honger als een paard.” Mijn eigen maag gorgelde zwakjes. De gedachte aan voedsel was zowel paradijselijk als diabolisch. Ik trok de deken over mijn hoofd. “Laat maar weten als het klaar is.” Hij klauterde over me heen (moest dat nou?), de voordeur sloeg dicht, en ik viel subiet terug in de REM-slaap.
Niet lang daarna werd ik gewekt door de geur van vlees. Echter, dit was niet het welbekende gespetter van spek. Dit was een koe. De droogte in mijn mond werd vervangen door speeksel. Met een kapsel waar Tina Turner nog jaloers op zou zijn ging ik rechtop zitten. De buurjongen kwam de kamer in, twee borden vrolijk naar binnen zwiepend. Eén ervan werd me in de schoot gelegd. Een biefstuk, twee gepocheerde eieren, en een glunderend paar ogen keken me aan. “Told you I’d make it worth your while.” Biefstuk en eieren voor ontbijt? Mijn kater verdween in een hoekje.
Blijkbaar is dit, hoewel wat ongebruikelijk, één van de uitgebreide onbijtmogelijkheden die worden aangeboden in de welbekende Amerikaanse diners, waar de koffie rijkelijk vloeit en een dozijn eieren door de klandizie binnen een minuut wordt verorberd. Het is allicht niet aan te raden je dagelijkse volkoren boterham met oude kaas te vervangen door dit gerecht, maar zo nu en dan, als je een meisje wilt veroveren, of de sores van de alcoholnasleep wilt vergeten, pak dan die biefstuk die je voor vanavond had bewaard, en gooi het in de pan. Bak de eieren in de jus, bestrooi met wat bieslook of welk stukje groen je ook maar onderin de groentela vindt, en trakteer jezelf. Succes verzekerd. En de buurjongen? Die heeft het geweten. Geloof me.