Het is ironisch dat een levensgevaarlijk darmvirus juist de komkommer als vervoermiddel zou hebben uitgekozen. Zoals iedereen weet is de komkommer namelijk het toppunt van braafheid. Best wel lekker in een slaatje, op een broodje, of uit het vuistje. Mild, betrouwbaar, houdbaar, hemeltergend saai. Maar door het vreemde bericht dat EHEC opvallend veel vaker bij vrouwen toeslaat dan bij mannen, moest ik vandaag ineens denken aan de komkommerbrieven in het meisjesblad Fancy.
Het zal rond 1996 zijn geweest. De Fancy was (en is) een nogal nuffig blaadje over kleren, Nick Carter en make-up voor beginners, met natuurlijk de onontbeerlijke probleemrubriek die volgens mij “Lieve Marjolein” heette. Tot krijsende hilariteit van mij en mijn vriendinnen -en die hilariteit neemt angstaanjagende proporties als je een bakvis van veertien bent- stonden daar plotseling om de haverklap brieven in van ongelukkige meisjes, die de meest bizarre masturbatie-ongelukken hadden gehad. Ja, ik weet er zo snel ook even geen ander woord voor. Het was een ware rage. Elke week stonden er tussen de meer onschuldige schrijfsels over ontrouwe vriendinnetjes en onzekerheid over borstjes minstens twee brieven in de Fancy over ontdooiende curryworsten, afbrokkelende stompkaarsen en weggegleden bananenschillen, met veelzeggende titels als “Calippo”, “Stofzuigerslang” of “Coladopje”.
Maar het meest bezongen werden de komkommers. “Ik heb mezelf ermee ontmaagd. Nu heb ik onwijze jeuk. Zou er misschien landbouwgif op hebben gezeten?” vroegen schrijfsters als 'D. uit B.' en 'Wanhopig Anno Niem'. Marjolein antwoordde dan keer op keer geduldig dat zelfbevrediging hartstikke supernormaal en ontiegelijk natuurlijk was, maar dat je een komkommer voor gebruik “wel eerst even goed moest wassen”. Hieraan voegde ze de dan rare vuistregel toe dat je “daar beneden eigenlijk gewoon alleen dingen moet inbrengen die je ook in je mond zou stoppen.” Dit laatste was voor ons reden voor zo mogelijk nog meer luidruchtig gegiechel over vorken en kazoo’s. Op een gegeven moment begon de hype uit de klauwen te lopen, en verschenen er brieven van bezorgde meisjes die zich afvroegen of alle komkommerschrijfsters wel even eerlijk waren in hun nood. Terecht: mijn vriendinnen en ik stuurden er volgens mij minstens drie, piesend van het lachen, met flauwe grappen over blauwe afscheiding en geen gevoel meer in je tenen hebben.
Genoeg vieze praat. Cucumber sandwiches dragen de brave komkommer in z’n ultieme, beschaafde, onberispelijke vorm. Historisch wordt het vederlichte hapje-bij-de-thee geassocieerd met het Victoriaanse tijdperk en de Engelse upper class. De leden daarvan hoefden niet te werken en konden het zich daarom veroorloven voedsel te eten met een schier afwezige voedingswaarde. Het is een frisse snack die zomerse gedachten oproept; dingen met landhuizen, Oscar Wilde en dagenlange cricketwedstrijden. Keep de schil van een biologische komkommer in de lengte in met de tanden van een vork, en snijd er dan dunne plakjes van. Smeer sneetjes lekker witbrood goed in met boter die op kamertemperatuur is, en leg de komkommer er op. De boter zorgt ervoor dat het komkommersap het brood niet zompig kan maken. Bestrooi de komkommerschijfjes met zout, peper, wat citroensap of azijn en, als je echt helemaal Buckingham Palace wil zijn, wat gehakte munt. Leg er een ander beboterd sneetje bovenop. Snijd nu eerst de korstjes van de sandwich en verdeel hem dan in vieren, zodat je vier kleine theesandwiches hebt. Daintyness ten top. Maar wel eerst even goed wassen dus, die komkommer.