Zondag zou ik voor de krant waarvoor ik werk een verhaal maken over kinderen die in Amsterdam-Zuid hun Eerste Heilige Communie gingen doen. Omdat ik niet kerkelijk ben en soms een beetje een luie journalist zei ik, terwijl ik mijn jas al aan had, tegen de paapse jongen die ook mijn geliefde is: “Kut. Wat ís dat eigenlijk, de heilige communie?”
De paap trok zijn onderwijzershoofd. “Jezus wist dat hij zou gaan sterven,” zei hij. “En toen hij met al zijn discipelen aan tafel zat, liet hij zien hoe ze voor altijd bij elkaar en bij hem konden horen, ook als hij er niet meer zou zijn. Hij brak het brood en zei: “Dit is mijn lichaam.” En toen hij de wijn schonk zei hij: “Dit is mijn bloed.” En mensen die te kerke gaan, doen dit ritueel nu nog steeds: ze ontvangen de heilige geest door het eten en drinken van het lichaam en het bloed van Jezus. De Eerste Heilige Communie betekent dat kinderen oud genoeg zijn om te begrijpen hoe belangrijk dit is en waarom, zodat ze het brood en de wijn ook echt kunnen ontvangen.” Een subtiel maar belangrijk verschil tussen katholieken en protestanten is, dat de katholieken geloven dat de hostie en de wijn ook werkelijk in het lichaam en het bloed van Jezus veranderen. Niet materieel, maar substantieel - dus niet in verschijningsvorm, maar écht.
Jezus koos voor brood en wijn, maar er zijn op het internet hele archieven te vinden van wat andere mensen met de dood in het vizier als laatste maaltijd aten. In veel Amerikaanse staten geldt nog steeds de gewoonte om veroordeelden die de volgende ochtend geëxecuteerd zullen worden, zelf te laten kiezen wat ze willen eten. Vroeger werd geloofd dat met die geste de kans kleiner werd dat de verdoemden terug zouden komen om bij hun beul, bewakers of rechter te komen spoken. De fotograaf Henry Hargreaves maakte voor zijn project No Seconds foto’s van de laatste maaltijden van bekende veroordeelden. Hier is er een aantal te zien.
Buffalosteak en appeltaart, gebakken eieren en friet, pecan pie en cola, ijs en aardbeien met slagroom. Het laatste maal van de meest verschrikkelijke monsters lijkt vooral op wat kinderen voor hun verjaardag zouden kiezen. Een serieverkrachter eet zijn laatste maaltijd terwijl hij naar de trilogie van Lord of the Rings kijkt. Bommenlegger Timothy McVeigh vroeg om een onmenselijke hoeveelheid mint-chocolate chipijs van Ben & Jerry’s. Wat me het meest trof bij deze serie was de eenzaamheid, de vliegtuigmaaltijd-achtige opzet waarbij het overduidelijk is dat dit eten niet gedeeld wordt, maar alleen wordt opgegeten. En dat het niet is klaargemaakt uit liefde voor de veroordeelde, maar als belachelijke excuses voor wat hem zal worden aangedaan. Ik stel me mannen in hun cel voor, bang voor de volgende dag en bang voor de dood, die huilend op hun gefrituurde kip kauwen.
In een ander verhaal dat ik deze week moest schrijven overleed een jonge vrouw door een ongeluk, onderweg na een feestelijk etentje. Dat zijn dingen die echt gebeuren en daarom moeten ze in de krant. Maar het belangrijkste schreef ik niet op, namelijk dat het zo vreselijk verschrikkelijk is dat zoiets bestaat. Dat er jonge vrouwen zijn die zomaar verdwijnen en van het ene op het andere moment niet meer tevoorschijn komen om hun man en kinderen te omhelzen, en dat er jonge mannen zijn die op een dag omvallen en niet meer opstaan. Als je dan toch ter dood veroordeeld bent, dacht ik, net als Jezus of Ted Bundy of, uiteindelijk, wij allemaal, kun je maar beter je laatste maaltijd eten met je vrienden erbij, zoals Jezus, en niet zeggen: ik eet mijn chocolate chipijs alleen.
Na het schrijven over dat ongeluk bakte ik een pizza, sneed die in twee, omhelsde mijn paap, en toen aten we de pizza. En ineens geloofde ik – een beetje zoals die communicantjes in Amsterdam-Zuid – dat je bij het samen eten met een geliefde ook een beetje eet van degene met wie je aan tafel zit. Dat je het gelooft als degene van wie je het meest houdt, zegt: “Ik zal op een dag verdwijnen, maar vandaag eten we samen pizza en die pizza wordt straks ons lichaam. En deze wijn wordt straks ons bloed. En doordat wij dit samen doen is het niet zomaar voor niks, maar worden we allebei een beetje meer van elkaar. Niet materieel, maar écht.”
En natuurlijk weet je dat dat onmogelijk is. Maar je gelooft het toch, omdat je iemand niet kan missen.