“Ik heb nóg een oom”, zei mijn vriendin, “maar die woont bij mijn oma in de linnenkast.” Mijn voet schoot van de trapper van verbazing. Ik dacht dat ik onderhand wel al haar naaste familieleden kende, maar heeft ze een oom die ik nog niet ontmoet heb? En waarom verstopt die zich bij zijn moeder in een linnenkast? “Hoe heet die dan?” “Vaöske” antwoordde mijn vriendin. “Kom dan fietsen we even bij mijn oma langs, dan kun je met hem kennismaken.” Op mijn ongelovige vragen volstond ze met: “Je zult zien dat het waar is.”
Oma was thuis en na de uitleg waarom we bij haar aanbelden zei ze geamuseerd dat we dan wel twee trappen naar boven moesten, naar de logeerkamer. “Ik kan Vaöske wel roepen om naar beneden te komen, maar hij luistert van geen kant…” Vaöske is nooit aangegeven bij de Burgerlijke Stand, maar bleek wel degelijk te bestaan. Geteld vanaf zijn conceptie had hij de leeftijd van vier maanden en na een spontane miskraam was hij door zijn vader (of heet dat dan zijn verwekker?) op sterk water gezet. Ja, zo noemt men dat, iemand op sterk water zetten, of moet je het bij een foetus hebben over ‘iets’? Vaöske is perfect geconserveerd, met alles erop en eraan en zweeft nu al bijna 70 jaar in een glazen pot met schroefdeksel.
Hans van den Bogaard fotografeerde voor het AMC de collectie van het Museum Vrolik.
Dat zweven in een fles is fascinerend. Het lijkt op een live verbinding met een ruimteschip. Als klein meisje dacht ik dat dit door de vloeistof kwam, men noemde het immers ‘sterk water’ en het onttilde de organismen aan de zwaartekracht. Maar sinds ik een bezoekje heb gebracht aan museum Vrolik weet ik beter: het is de kunst van het opspannen. De preparaten hangen in de potten aan haast onzichtbaar paardenhaar. Dat museum bevindt zich in het AMC en is vernoemd naar Gerard Vrolik (1775-1859), die samen met zijn zoon begonnen is met het aanleggen van deze anatomische collectie. Je ontdekt er het menselijk lichaam in ontlede onderdelen.
Voor sommigen misschien luguber, maar voor mij vooral ontroerend zijn de aangeboren misvormingen, zoals Siamese tweelingen en cyclopen die je met dat ene enkele oog van achter glas verlangend aankijken. Je vergeet ter plekke je eigen onvolmaaktheden. Ook allerlei dieren zijn er te zien, vaak in onderdelen: een leeuwenhart en de eileider van een kip. En dat allemaal dankzij de uitvinding van ‘sterk water’: 70% alcoholoplossing, aangevuld met wat verdunde formaldehyde uit de apotheek en eventueel wat glycerine of kopersulfaat om de kleuren goed te houden.
In een hermetisch af te sluiten mooi gevormde (liefst vierkante) glazen pot staat een dier in een hedendaags interieur hipper dan een pantervel of een opgezette roofvogel. Damien Hirst is beroemd geworden met het tentoonstellen van een haai op sterk water. Dus waarom niet je eigen Vaöske, lintworm of een op vakantie gevonden gifgroene salamander op de schoorsteenmantel gezet? Je maakt verhaal op sterk water! Het kunnen ook plantaardige dingen zijn, een half doorgesneden uienplant, een witte roos aan een artistiek gevormde tak met fraaie knoppen. Wees creatief! Maar zoals gezegd, de kunst is het om geheel intrigerend op te spannen in een raamwerk, het te doen zweven, liefst tegen een donkere achtergrond.