Bovenaan, om de hoek van het trappenhuis van de kerk, stuit ik op een gruwelijk wezen. Vanuit de zwarte diepte van een levensgrote ridderhelm staren twee gifgele ogen me dreigend aan. Een lange, kromme snavel steekt door de spalken heen. Uit de onderkant van de helm steken twee geknikte kikkerbenen met zwemvliezen. Ik knipper een paar keer met mijn ogen. Dit is geen nachtmerrie – ik ben gewoon wakker.
Ik hervat mijn pas. Een heilige sfeer dringt zich aan me op: gesuis, schaars glas-in-loodlicht, mijn echoënde voetstappen. In de gangen hangen middeleeuwse, donkere schilderijen van taferelen waarvan de mensen een tikje eigenaardig zijn: een bebaarde man met opengesperde ogen en scheve tanden, een goochelaar met bochel. De lijstverlichting laat de grijnzen en het oogwit van de figuren gloeien.
Opeens zie ik in een macabere scene het ridderhelmschepsel van zonet, zwevend tussen honderden andere soortgenoten. In een pikzwarte wereld met brandende gebouwen folteren de figuren talloze mensen op barbaarse wijze. Een gesluierde vrouw met vleermuispoten braadt een man in een pan. Een eekhoorn met mensenlichaam zaagt de arm van zijn slachtoffer met kartelwerktuig af op een timmermansblok. Een hoofdloos schepsel met groene cape en uienring op z’n rug steekt een speer door het hart van zijn slachtoffer. Waar ben ik beland?
‘Dit is de Hel’, zegt een lage stem naast me.
Ik kijk naar rechts. De man met kaki jasje en witte, uitdunnende haardos heeft zijn handen op zijn rug en kijkt me zijlings aan. Zijn zwarte pupillen lijken kraalogen.
‘Hieronymus Bosch, de schilder van dit werk, kreeg van de kerk de opdracht om de Hel uit te beelden’, licht hij toe. ‘Dit gaf hem een vrijbrief om alles wat door de kerk verboden was, op doek te zetten. Het moet de diepgelovige mensen in de Middeleeuwen de stuipen op het lijf gejaagd hebben.’
Er verschijnt een lachje om zijn mond.
‘De mensen die gezondigd hadden, kregen de straf die hen toekwam. Mensen ondergaan hier eeuwige martelingen, vergeleken waarbij de aardse pijnen als een streling aanvoelen.’
Hij wijst naar een dikke man die vastgehouden wordt door de één en onder dwang wordt volgegoten door de ander. Vraatzucht.
Nu snap ik het: deze wezens zijn de duivels. Wezens van het kwaad. En nu dringt ook tot me door waarom ze de middeleeuwers angst aanjoegen. Het zijn niet de folteringen of de afgehakte ledematen die de meeste angst inboezemen. Het is de volstrekt onlogische opbouw van hun lichamen. Bosch schond de wetten van de natuur om de duivel af te kunnen beelden. Fakirhoofden zitten vast aan serpentenstaarten, messen en harnassen zijn rompen voor een vissenkop met menselijke voeten daaronder.
Een uur later loop ik de kerk van het Hieronymus Bosch Art Center in ’s Hertogenbosch uit en sta ik weer buiten. Zonlicht dat onwennig in mijn ogen prikt, warmte, straat, bedaarde voorbijrijdende auto, murmelende voorbijgangers, piepende deur van een cafeetje op de hoek. Wat een contrast met net. Het voelt alsof ik in een ton met zwarte hallucinerende pek was opgezogen, en er nu, naar adem happend, weer uit ben ontsnapt.
De wetten die Hieronymus Bosch in de diepgelovige Middeleeuwen creëerde met zijn schilderijen, zijn blijkbaar universeel. Ons diep ingebakken instinct weet: chaos is het kwaad en leidt tot de dood. Structuur en voorspelbaarheid zijn voorwaarden voor overleving. Je mag ervan uitgaan dat bij het wachten voor een spoorwegovergang de trein in een rechte lijn blijft rijden, en je niet onverwacht in een bocht platrijdt. En dat tijdens het afrekenen van een pak melk je hoofd er niet af gemaaid wordt door een zwevende zwaardvis.
Maar misschien wel het belangrijkste dat Hieronymus Bosch me hier heeft laten ervaren: gekte, hoe gevaarlijk die soms ook is, intrigeert. Zonder verrassing geen kunst. Zonder verwarring geen grappen. Zonder onvoorspelbaarheid geen creativiteit. Terwijl voorspelbaarheid en geborgenheid ons leven veilig maken, hebben we af en toe de ‘Hel’ van de irrationaliteit en chaos nodig om in te zien hoe fascinerend datzelfde leven kan zijn.
Luuk Hijne is 22 jaar en pas afgestudeerd in de sociale psychologie in Utrecht. Luuk wil stadsgids en schrijver worden.