Een nachtkastje zegt soms meer dan duizend woorden. Iris van den Berg fotografeerde nachtkastjes van vreemden. In reactie op deze foto's schreef Marica Crombach korte teksten over mensen die in bed liggen. Dit is deel twee van het tweeluik.
Helm
‘Geef me die helm,’ zei ik. Hoewel er maar één helm lag in de kamer, wees ik ‘m aan.
Ze leunde over de bedrand en trok met haar middelvinger de helm naar zich toe. Het was een diepzwarte helm, met vuurrode strepen aan beide zijkanten. Links zat een kleine barst van de keer dat ik de deur te hard had opengegooid, en de helm klem zat tussen deur en muur.
Ik plaatste de helm voorzichtig over mijn haar, en trok het riempje strak om mijn nek.
‘Hoe zou het zijn om in een niemandsland te wonen?’ vroeg ik.
‘Gaan we er nu naar toe rijden?’
‘Dat zouden we kunnen doen ja,’ antwoordde ik. Met één hand nam ik het stuur in mijn handen, mijn andere hand legde ik op haar bovenbeen.
Ze deed haar armen om mijn middel, maakte motorgeluiden, en we vertrokken.
Koud bed
‘Misschien had ik meer foto’s van hem moeten ophangen.‘ Mijn woorden hingen even in de kamer voor hij reageerde.
‘En dan?’
‘Foto’s geven herinneringen kleur,’ zei ik. Ik draaide mijn rug naar hem toe en staarde naar de lege muur tegenover me.
‘Zou je nu nog bij hem zijn, als de muren hier hadden volgehangen?’
‘In mijn hoofd wel ja. Waarschijnlijk.’
Hij zei niets en kriebelde met mijn haar in mijn neus. Ik schoof zijn hand weg en niesde in het dekbed.
‘Mijn bed is koud,’ zei ik. Ik duwde mijn billen tegen zijn zachte buik.
Tijdbom
‘Je moeder is een paard,’ zei hij, toen ze eindelijk in bed lagen.
Ze keek vragend naar hem op.
‘Een paard dat een suikerklontje wil,’ ging hij verder. ‘Of een wortel.’
Ze trok haar hand van zijn borst. ‘Je vader maakt schuine grappen.’
Hij schoof onder het dekbed en knipte het licht uit. ‘Als ik haar niet op tijd iets toeschuif, ontploft ze,’ klonk zijn stem in het donker.
Ze zat ineens rechtop en knipte het licht weer aan. ‘En hij kijkt naar mijn borsten.’
‘Een paard-tijdbom. Tiktak, tiktak.’
‘Die blik van hem, weet je wat dat met me doet?’
‘Het zou een rotzooi geven, zo’n ontploft paard.’ Hij klopte even op haar benen, verborgen onder de dekens, en knipte het licht weer uit.
Kantelen
‘Lief,’ riep ze. ‘Kom je slapen?’
In de andere kamer mompelde iemand instemmend. Ze stak drie kaarsen aan, knipte het grote licht uit en wachtte vijf minuten. ‘Ik heb een verrassing voor je!’ riep ze. Ze wachtte nog eens vijf minuten, maar niemand kwam.
Ze besloot het anders aan te pakken. Ze stapte uit bed, zette de kaarsen op de vensterbank en greep de bedrand vast. Ze trok en duwde, totdat het bed negentig graden gekanteld tegen de muur stond. Het dekbed en de kussens gleden op de grond. Ze ging op het dekbed liggen, met haar rug tegen het matras en pakte een boek. Het zou nu niet meer lang duren.
_
Dit is een gastbijdrage van Marica Crombach en Iris van den Berg. Marica (1982) heeft mediawetenschappen en journalistiek gestudeerd en studeert nu proza en scenario aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Ze werkt o.a. als freelance tekstschrijver / redacteur.
Iris van den Berg (1982) is hoofdredacteur van twee onderwijsvakbladen en student aan de Fotovakschool. Zij vult haar dagen met koffie drinken, deadlines bewaken, en het zoeken naar interessante teksten en plaatjes.