Weten de inwoners van Antwerpen wel wat er zich onder hun voeten afspeelt? Een kort verhaal van Prosper de Roos.
In een warme Antwerpse nacht dwarrelt een aardachtige geur mijn neus binnen, de schimmel sijpelt door kleine kelderroosters naar buiten. Terwijl de kelderzwam zich met uitlaatgassen vermengt, vraag ik me af of ik steeds een andere schimmel ruik of altijd dezelfde. Heeft elke kelder hier zijn eigen bewoner of verbindt één meesterzwam ondergronds heel deze havenstad?
Ik heb wel eens
Bestaat elke teug stadslucht uit de verteerde resten van generaties Antwerpenaren?
gelezen dat sommige schimmels zich in bossen kilometers ver kunnen uitstreken en duizenden jaren oud worden. Zou zich ook onder mijn voeten, onder het warme scheve asfalt, een immense zwamvlok bevinden? Een ondergronds ecosysteem dat zich uitstrekt van de McDonald's op de Groenplaats tot ver in de buitenwijken van Berchem? Een organisme dat zich voedt met de mensenwereld boven zijn hoofd en geduldig wacht tot wij de aarde indalen, tot onze botten kruimelig uiteenvallen en in de schimmelkringloop opgenomen worden. Bestaat elke teug stadslucht uit de verteerde resten van generaties Antwerpenaren? Of bemiddelt meester zwamvlok? Schimmels schijnen hand-en-spandiensten te verlenen, een symbiose aan te gaan met dat wat ze op hun pad tegenkomen, of dat nu een mens, dier of plant is.
Wat als ik het geurspoor terug zou kunnen volgen door de trambuizen en klamme voetgangerstunnels? Wat als ik de dunne draden onder het plaveisel van de Amerikalei vandaan zou kunnen peuteren; waar zou ik uitkomen? Als ik mijn ogen sluit en diep inhaleer, zie ik de stinkende zwamdraden ongemerkt verschillende wijken omsluiten, zich dwars door rangen, standen en talen heen duwen. Ik stel me een schimmelspoor voor dat generaties overziet, kathedralen heeft zien verrijzen en lichamen vergaan, dat los van mensentijd zijn weg zoekt door het ondergrondse zandleem. Een meesterzwam die net zoals een poppenspeler aan een wirwar van touwtjes trekt en god weet wat met elkaar verbindt.