Technologie is een kosmische kracht en heeft een eigen wil: de ideeën van zelfbenoemd 'techno-filosoof' Kevin Kelly zijn allerminst alledaags. Maar Kelly heeft als oprichter van het veelgeprezen technologietijdschrift 'Wired' zijn sporen verdiend. Een gesprek over Steve Jobs als aardappelboer, de wisselwerking tussen techniek en privacy en wat we kunnen leren van de amish.
Voortplantingsorgaan van onzin
Technologie is de sterkste kracht op aarde en we hebben onszelf ermee getemd. Dat zegt Kevin Kelly in een van zijn lezingen op de bekende TED-congressen. Gezeten op een hoge stoel, met zijn benen bungelend boven de grond, vertelt hij dat technologie voor ons een relatief nieuw begrip is, terwijl we de aarde er al mee beïnvloeden sinds ver voor de industriële revolutie. De Ted Talk uit 2009 is een voorproefje van zijn boek What Technology Wants, dat onlangs in een Nederlandse vertaling verscheen als De wil van technologie. Hierin zet Kelly een paar extravagante denkbeelden uiteen. Hij stelt dat zowel onze evolutie als de ontwikkeling van technologie deel uitmaken van een kosmische beweging die zorgt voor steeds meer keuzes en mogelijkheden. En de problemen die daarbij komen kijken, lost technologie zelf op.
De mede-oprichter van het veelgeprezen technologietijdschrift Wired oogst met deze ideeën zowel lof als kritiek. Hij werd bestempeld als genie, determinist, rebel, new-ager en naïeveling. Op Kelly’s stelling dat mensen de voortplantingsorganen van technologie zijn, noemde technologie-scepticus Evgeny Morozov hem het voortplantingsorgaan van onzin. Zelf beschouwt Kelly zich eerder als een theoreticus: “Ik probeer een theorie van technologie op te stellen, die we vreemd genoeg nog niet hadden. Ik zou mezelf denk ik definiëren als techno-filosoof.”
Steve Jobs als aardappelboer
Via Skype, een technologie die ons tijdens het gesprek af en toe in de steek laat, praat Kelly vanuit de werkkamer in zijn Californische huis over de verbondenheid van mens en technologie. Ook dieren gebruiken technologie: vogels bouwen nesten en bevers dammen. Maar, stelt Kelly, meer dan welk ander dier hebben wij onszelf gemodificeerd – en dus getemd – door de uitvindingen die wij deden. Zo hoefde de menselijke maag minder te verteren toen we gingen koken op vuur, want de kookpot fungeert als een externe maag. Als meer recent voorbeeld noemt Kelly de bril: “We lezen steeds meer. Dat is niet natuurlijk, dus hebben we een nieuwe capaciteit nodig. En die capaciteit is een bril.”
Ook om onze talenten uit te drukken zijn we afhankelijk van technologie, benadrukt Kelly: “Stel je voor wat een verlies het was geweest als Mozart tweeduizend jaar voor de uitvinding van de symfonie of de pianoforte was geboren. Of als Van Gogh drieduizend jaar voor de uitvinding van olieverf had geleefd.”
In je boek beschrijf je hoe sommige uitvindingen en gebeurtenissen in de evolutie onvermijdelijk waren. Denk je niet dat als Mozart te vroeg was geboren, een andere componist zijn symfonieën had geschreven?
“Ik denk dat uitvindingen onvermijdelijk zijn, maar mensen niet. De gloeilamp was onvermijdelijk, maar niet de gloeilamp zoals Thomas Edison die precies maakte. Als Mozart te vroeg was geboren, hadden we symfonieën, maar niet die van hem, omdat die afhankelijk zijn van zijn persoon. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat er vandaag ergens in de wereld een jongetje of meisje rondloopt met een talent voor een nieuw medium dat nog niet is uitgevonden. Daarom is het onze taak zoveel mogelijk technologieën te ontwikkelen, zodat iedereen zijn genie met de wereld kan delen.”
Mark Zuckerberg en Larry Page zijn dit soort genieën?
“Ja, absoluut. Of Steve Jobs. Stel je voor dat Jobs tweeduizend jaar geleden was geboren. Dan was hij waarschijnlijk een hele goede aardappelboer geweest, maar zijn echte talent zou geen kans hebben gekregen.”
Keuzestress in een mosterd-wereld
Dat technologische ontwikkelingen van oudsher gepaard gaan met grote problemen als vervuiling en overbevolking, acht Kelly ondergeschikt aan de voordelen. Zoals het een tech enthusiast betaamt, verwacht hij dat technologie die problemen zelf weer oplost. Zo zal de bevolkingsgroei zich vanzelf temperen, voorspelt hij in zijn boek.
Wat als dat niet gebeurt?
“Ik denk niet dat de mens zichzelf of het leven op aarde kan uitroeien. Wel zouden we ons zorgen kunnen maken over een terugslag; dat de beschaving terugzakt in een soort middeleeuwse periode, of dat twee miljard mensen sterven door een pandemie. Maar dat is gewoon een terugslag, waarna we alles weer opnieuw zullen opbouwen.”
Ook vertel je dat de kosmische beweging waar technologie deel van uitmaakt leidt tot steeds meer keuzes en mogelijkheden. Maar we krijgen nu al stress van al die keuzes die we moeten maken. Hoe stel je je voor dat technologie het probleem van keuzestress oplost?
“Er is een klein, primitief voorbeeld van hoe we dat kunnen kunnen doen, en dat is de technologie van de default. In ingewikkelde software programma’s wordt daar ook gebruik van gemaakt. De standaardinstellingen zorgen ervoor dat je sommige keuzes die er wel zijn, niet meteen hoeft te maken. Bijvoorbeeld of je je bookmarks achterstevoren wilt, of hoe je de werkbalken van een programma precies ingedeeld wilt hebben. De default verbergt je keuzes, zodat je pas hoeft te kiezen als jou dat uitkomt. Zo zou dat ook kunnen werken bij het kiezen van, zeg, mosterd in de supermarkt. Dan heb je bijvoorbeeld een apparaatje bij je dat zegt: ‘Jij wil deze mosterd.’ En misschien geeft het een paar suggesties voor alternatieven. Naarmate je meer geïnteresseerd raakt in mosterd, opent het een mosterd-wereld voor je, als je daar klaar voor bent.”
Hoe zouden die standaardinstellingen helpen bij iets lastigers, zoals het vinden van een baan?
“Door als je geen beslissing kunt of wil maken, je een klus toe te bedelen waarvan het systeem denkt dat het bij je past, op basis van jouw kwaliteiten. En in de trant van een leven lang leren, begint dat al voor je afstuderen. Het is een beetje als bij Amazon: het systeem suggereert een project op basis van alles dat het weet van jou en van je vrienden.”
Komt onze privacy daar niet mee in het geding?
“Het grootste probleem met privacy is dat we er nog niet uit zijn wat wel of niet gepast is online. Maar het werkt niet om dingen te verbieden, dat is niets anders dan uitstel. Je moet er achter proberen te komen hoe iets beter kan. In de Verenigde Staten blijken mensen transparantie boven privacy te verkiezen: ze laten liever veel van zichzelf zien op internet zodat ze hun individualiteit kunnen uitdrukken, dan dat niemand weet wie ze zijn. IJdelheid wint het van privacy. Je kunt er ook voor kiezen ondoorzichtig te zijn, maar dan ben je generiek.”
De verantwoordelijkheid voor onze privacy ligt dus bij de gebruiker van technologie?
“Niet alleen. De grote internetbedrijven zijn erg invloedrijk: Ze nemen steeds meer een centrale plaats in binnen de maatschappij, terwijl de nationale overheid minder belangrijk wordt, dus hun sociale verantwoordelijkheid is groot.”
Maar nemen ze die ook?
"Meer en meer. Er wordt veel maatschappelijke druk op bedrijven uitgeoefend om een verantwoordelijk product te leveren. Ze maken genoeg winst om dat te kunnen doen. Het gaat langzaam, maar ze begrijpen en accepteren in toenemende mate dat ze een verantwoordelijkheid hebben. Wij moeten accepteren dat die bedrijven essentieel worden in onze samenleving en in plaats van ze af te wijzen, bedenken hoe ze hun rol binnen die samenleving beter kunnen uitvoeren. Dat is ook een rode draad in mijn boek: een adequate reactie op technologie is niet het afremmen ervan, maar het vermenigvuldigen en verbeteren."
Online amish schuur
Zelf probeert Kelly de technologie in zijn leven tot een minimum te beperken – een beslissing die resulteerde uit een reis van acht jaar door Azië en een fietstocht over het Amerikaanse continent, waar hij van dichtbij kennismaakte met enkele amish gemeenschappen. De amish, die zich afzetten tegen technologische vooruitgang, zijn een belangrijke inspiratiebron voor Kelly, die er in zijn boek een hoofdstuk aan wijdt (‘Lessen van de amishnerds’). Met zijn witte baard en snor heeft hij in zijn voorkomen zelf iets weg van een amish man, vooral als hij zijn grote bril met rond montuur draagt. Naast techno-filosoof noemt Kelly zich een minimite. De vertaling van dit woord opzoeken heeft geen zin, zegt hij, want het staat niet in het woordenboek. "Het is iemand die de hoeveelheid technologie minimaliseert in zijn eigen leven, en vergroot in het leven van anderen."
Denk je niet dat we de overvloed aan technologie op een gegeven moment zat raken?
"Er is altijd de keuze om geen technologie te gebruiken. Daarom besteedde ik ook een hoofdstuk aan de amish. Maar ik vind het vooral interessant hoe weinig mensen hier uiteindelijk voor kiezen. Je verliest namelijk een hoop als je technologie opgeeft. Het leven van de amish kent veel voordelen: een sterke identiteit, ongelooflijk sterke familiebanden, prachtige steun van de gemeenschap. Maar je geeft veel keuzes op. Een meisje heeft maar één levenslot, en dat is moeder worden. Ze wordt geen fotografe, wiskundige, of ballerina, helemaal niets. Ze wordt een moeder."
Die voordelen waar de amish technologie voor opgeven: denk je dat we die op een gegeven moment weer terug krijgen?
"Het idee van de amish dat de mens eeuwig blijft zoals hij is, dat niet. Dat rijmt simpelweg niet met het idee van toenemende keuzes. Maar zoiets als gemeenschap, dat proberen we nu weer te maken met online gemeenschappen – dat is heel spannend, heel geweldig. In hoeverre kunnen we online een amish schuur opzetten?"
Kelly staat op het punt een nieuwe reis door Azië te maken. In Taiwan, China, India, Korea, Indonesië en Birma zal hij verder techno-filosoferen. "Ik ga naar de plaatsen waar de toekomst ligt. In India en China wonen zoveel meer mensen dan in de VS en Europa. Het zal in de toekomst niet gaan om wat wij denken, maar om wat zij denken. In dezelfde regio liggen een paar van de oudste plekken in de wereld, technologisch gezien. Daar ga ik heen om mezelf aan een andere realiteit te herinneren, aan een leven zonder technologie." Hij zal er, heel technologisch, over bloggen op zijn site kk.org.