Foto: privé-collectie Ava Mees List
Mijn opa woonde vlakbij zee. Tot en met november trotseerde hij fier de tegenwind en fietste door de duinen naar Schoorl aan Zee en dook vervolgens de golven in, elke dag. Mijn moeder leerde het weer van hem, en ook al heb ik hem nooit gekend, hetzelfde gezonde Hollandse bloed stroomt door mijn aderen. Elk jaar maak ik er een punt van tijdens een geweldige storm of met min tien (figuurlijk dan) uit de kleren te stappen en zonder aarzelen als een gek op het water af te rennen. “Je bent net je moeder,” verzuchtte mijn vader toen ik twee jaar geleden op een regenachtige oktoberdag trots verkondigde te hebben gezwommen, de rode blosjes nog op het gezicht.
In San Francisco is het klimaat overwegend wispelturig maar zacht. Afgelopen maart hadden we onverwachts een hete dag: het was maar liefst 28 graden. Samen met wat vrienden besloten we boterhammetjes te smeren, een paar koude sixpacks bier in te pakken, en in de auto reden we langs de rotsachtige kust van Californië naar een afgelegen strand. Na enkele biertjes, een paar potjes catch en een uur in bakken in de volle zon vond ik het welletjes. Er moest gezwommen worden. Het was me al opgevallen dat geen van de strandgangers ook maar een teen in het water stak. Toegegeven, de golven zagen er gevaarlijk hoog uit maar wie houdt er niet van een beetje actie? Ik liep naar de kustlijn en stak mijn voeten in het water. IJs- en ijskoud. Achter me zaten mijn makkers me vanonder hun petten aan te staren. “Are you crazy? No one goes swimming here, the water's freezing!” “I'm Dutch!” gilde ik terug, en ik draaide me om, deed nog een stap. Ik dacht aan de keren dat ik de Noordzee in was gedoken, terwijl de regen naar beneden kwam. Op die momenten was het water, opgewarmd door de zomermaanden, een welkome verwarming geweest voor de gure buitenlucht. De Grote Oceaan is een ander geval. Door stromingen vanuit het noorden wordt de watertemperatuur meestal niet hoger dan 15 graden -en dat is dus in de zomer- maar dat wist ik toen nog niet.
Tot mijn knieën stond ik nu, kippenvel liep van mijn rug naar mijn armen. Voor ik het wist zag ik een golf op me af razen, en werd ik ruw omver gesmeten. Midden in de branding tuimelde ik onder water, geschuurd door de zanderige bodem, en ik voelde dat het getij me verder de zee in trok. Met alle macht wist ik eerst mijn handen, en toen mijn voeten stevig in het zand te wroeten, happend naar adem. De volgende golf stortte zich over me heen, maar ik vocht terug en proestend kwam ik boven. Angstig klauterde ik op mijn knieën naar het strand. Beschaamd en opgelucht stond ik op, maar niemand keek meer. Mijn huid was rood van de kou en de schaafwonden, maar ik had het gedaan. Soort van. Ik had gezwommen. Terwijl ik terug liep naar de handdoeken zei mijn vriendin: “You're such a polar bear. I can't believe you actually went in. Here, grab a beer.” Ik plofte neer, nog iets nahijgend.
Toen we terug naar de parkeerplaats liepen zag ik het waarschuwingsbord pas:
Dangerous Currents!
Rip currents can form anywhere here. People entering shallow waters can be caught in rip-currents and quickly pulled into deep water.
Daaronder stond in grote rode letters:
Shark Advisory!
Great White sharks live in these waters. A shark attack occurred here in 6 feet of water. Be aware of the potential for sharks close to the shore, along the entire length of the beach.
Hey, had niemand dat even van te voren kunnen zeggen? Ik mag dan wel een ijsbeer zijn, niemand van ons kan op tegen Jaws, behalve dan Chief Brody. Als ik had geweten dat er haaien waren, had ik nog geen kleine teen in het water gestoken, en dan hebben we het nog niet eens over gevaarlijke stromingen. Huiverend stapte ik de auto in.
Inmiddels ben ik al een paar maanden terug in Nederland. Oktober loopt op zijn eind, en ik heb me nog niet het water in gewaagd. Zittend op de bank staar ik uit het raam naar de bruine herfstbladeren, met een dikke sjaal omgeknoopt. De trein naar Zandvoort vertrekt elk half uur vanaf Centraal Station, maar ik vrees dat ik blijf zitten. Sorry opa.