De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. De wens om te sterven kan wellicht binnenkort ook na een ‘voltooid leven’ vervuld worden. Vincent Tijms verwelkomt deze zelfbeschikking, maar wil waken voor conservatisme.
Ministers Schippers en Van der Steur hebben vorige week voorgesteld om de Wet toetsing levensbeëindiging te verruimen. Die wet voorziet al in euthanasie bij mensen met medische problemen, maar de ministers willen dat ook mogelijk maken voor mensen die medisch in orde zijn, maar de overtuiging hebben dat hun leven 'voltooid' is. Voor deze mensen is op dit moment niets geregeld.
Dat voorstel wordt niet alleen gesteund door de regeringspartijen, maar ook door D66 en GroenLinks. Dat is niet gek, want al deze partijen delen het liberale beginsel zelfbeschikking dat achter het voorstel schuilgaat. Een mens, zo stellen ze, is in principe de eigenaar van zijn eigen leven en mag zijn eigen persoonlijke keuzes maken. En welke keuze is persoonlijker dan de keuze om te sterven? Daar komt nog bij dat progressieve politici graag het systeem aanpassen om menselijk geluk te maximaliseren. Het is niet vreemd te veronderstellen dat mensen die hun leven 'voltooid' achten het ook als leeg of pijnlijk ervaren.
Het verbaast me daarom niet dat er onder mijn progressieve vrienden een jubelstemming hangt over dit zuiver liberale wetsvoorstel. Eindelijk wordt sterven goed geregeld en eindelijk hoeft niemand meer naar dubieuze middelen te grijpen voor zelfdoding. Maar zelfs als voorstander van de wetsverruiming vind ik die tevredenheid problematisch. Onderzoek suggereert dat ouderen die over een ‘voltooid leven’ spreken veelal kampen met gevoelens van eenzaamheid en marginalisering. Als zij om zulke redenen uit het leven willen stappen ben ik niet blij dat die optie legaal is, maar eerder treurig dat de samenleving hen geen goede plek biedt.
Om de levens van deze senioren meer betekenis te geven is maatschappelijke verandering nodig. Mijn vrees is dat tevredenheid over stervensregelingen, in combinatie met de stille aard van de eenzaamheidsproblematiek onder ouderen, ervoor zorgt dat weinig mensen de urgentie van een dergelijke verandering zien. Accepteren dat zelfdoding een legitieme optie is heeft paradoxaal genoeg iets conservatiefs: het is het begin van acceptatie van de bestaande orde, zelfs als die tot gevoelens van betekenisloosheid leidt. Dat juist progressieven, die zich historisch gezien inzetten voor een systeem waarin iedereen floreert en geen ordening accepteren die tot imperfecte resultaten leidt, zo enthousiast zijn over de wetswijziging doet me daarom ook wat moeilijk aan. Het idee dat de wereld zelf veranderbaar is om menselijk lijden te verkleinen verdwijnt met dit wetsvoorstel naar de achtergrond.
Dit is geen pleidooi tegen de verruiming, want individuen hoeven van mij niet levensmoe te wachten tot er langzaamaan systemische verbetering komt. Het is vooral een waarschuwing tegen al te gemakzuchtig enthousiasme over het wetsvoorstel: als gezonde senioren straks kiezen om te sterven, dan is dat omdat we er als samenleving niet in slagen een betere keuze aan te reiken. De wetsverruiming vereist daarom een scherpe blik op de redenen waarom mensen uit het leven willen stappen. Als die redenen goed zijn is er niets aan de hand. Maar gevoelens van overbodigheid of eenzaamheid zijn geen goede redenen. Een beetje progressief gaat niet akkoord met zulke motieven en blijft bij elke zelfdoding de vraag stellen: is dit omdat dat leven af is, of omdat de samenleving dat niet is?
Foto: 'Hourglass Tavern', Jen Gallardo, Flickr.com