De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Thomas bespreekt de verwondering over dopingarts Fuentes.
Gynaecoloog Eufemiano Fuentes moet zich sinds afgelopen maandag tegenover de rechtbank van Madrid verdedigen voor zijn wandaden als dopingarts. Hij zou de leider van het grootste dopingnetwerk zijn bij wie alle beroemde sporters langskwamen, aldus de arts zelf tegen oud-renner Jörg Jacksche. Het proces valt keurig in de Zeitgeist van dopinglijken die met pelotonnen tegelijk uit de kast vallen. Al waren het niet alleen wielrenners, de cliènten van Fuentes.
Wie precies wel tot de clientèle behoorde, zullen we van de arts zelf niet te horen krijgen. Hij is niet van plan namen te noemen, in zijn computer kijken mag niet vanwege de privacy en zelf beweert hij niets met epo te maken te hebben.
Ondertussen verraadt het type vraag: 'Was dokter Fuentes nu een grotere klootzak dan Lance Armstrong?' een continuïteit in onze nieuwsgierigheid. Onze aandacht is verschoven van de race zelf naar 'de race achter de race' en 'de race na de race.' 'Wie gaat het snelst?' is vervangen door 'Wie was het slechtst?' Zelfs de honger naar nutteloze details over sporthelden is gebleven: gulzig lezen we informatie over bloedzakken met hondennamen erop, naar de hondjes van de te drogeren coureurs.
Vrij onzinnig is de wens te lokaliseren wanneer het moderne wielrennen, voetballen en tennissen precies is begonnen, waarbij modern natuurlijk betekent: achterbaks, geldbelust, gedrogeerd en vooral veel minder leuk dan vroeger. Dat moderne tijdsgewricht moet wel zijn ingeluid door de komst van zo'n smerige psychopaat als dokter Fuentes, meent men. Deze gluiperd deed zijn intrede in de sportwereld midden jaren tachtig en verpestte alles.
Dat willen we graag geloven. Maar helaas, dokter Fuentes verpestte niets, sommige doktoren voor hem waren alleen maar beter in het wissen van hun sporen. Ons geheugen is slecht, ons geloof in sportprestaties kinderachtig, zodat we zijn vergeten dat we altijd al modern zijn geweest.