Euthanasie is Grieks voor ‘goede dood’, maar wat is goed? Als het om euthanasie draait zijn er duizend antwoorden. Voor- en tegenstanders zitten ruim in de argumenten, maar een fundamenteel punt wordt in alle discussies over het hoofd gezien: wie goedkeuring van de samenleving wil voor zijn zelfverkozen dood, moet accepteren dat die samenleving de voorwaarden voor die dood bepaalt.
De discussie over euthanasie is de laatste tijd weer een hot topic. Het deed flink wat stof opwaaien toen het vorige kabinet afgelopen herfst aankondigde de huidige regelgeving omtrent euthanasie te willen gaan uitbreiden met een nieuwe wet. In een brief aan de Kamer stelde het kabinet dat een nieuwe wet nodig is zodat ook mensen die niet medisch gezien uitzichtloos lijden 'meer regie krijgen over hun eigen levenseinde'.
‘Zorgwekkend’ in de woorden van SP’s Lillian Marijnissen. ‘Een onbegaanbare weg’, volgens het CDA en ‘een huiveringwekkend voorstel’, aldus Christen Unie-leider Gert-Jan Segers.
De discussie loopt door tot in de huidige formatie: gaat een nieuw kabinet wel of niet verder met de plannen voor het uitbreiden van de wet? Dat de gemoederen hoog op kunnen lopen is niet zo gek. Er staan twee denkbeelden tegenover elkaar. Aan de ene kant is er het idee dat het leven je gegeven is door een god of andere kracht groter dan de mens en dat alleen hij of zij er een einde aan kan maken. Lijnrecht daar tegenover staat de gedachte dat het leven iets is waar niemand om gevraagd heeft, en waarvan ieder individu dus zelf mag bepalen wanneer het eindigt.
Zelf ben ik zonder god opgevoed, dus ik neig sterk naar dat laatste idee. Toch vind ik dat er flink wat haken en ogen zitten aan de argumenten die voorstanders van de zelfverkozen dood vaak gebruiken in de discussie over euthanasie en voltooid leven.
Een korte geschiedenis
Wie zich het afgelopen jaar ook maar een beetje in de discussie over voltooid leven heeft verdiept, weet: het is een ingewikkeld onderwerp. Nederland legaliseerde in 2002 als eerste land ter wereld euthanasie door middel van de Euthanasiewet. In deze wet staat beschreven onder welke voorwaarden het plegen van euthanasie legaal is. In het kort: de patiënt moet ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ en alle andere opties (therapie, revalidatie) moeten onderzocht en uitgeprobeerd zijn voordat de patiënt de euthanasie aanvraagt.
Een arts moet vervolgens uitvoerig controleren of aan al die voorwaarden is voldaan, en daarna moet een tweede arts het nog eens checken. Als alles klopt, mag de behandelend arts de patiënt op de voorgeschreven manier laten inslapen. De medicus heeft dus de sleutelrol in het euthanasie-proces: hij of zij bepaalt of iemand met een doodswens voldoende medische redenen heeft om te mogen gaan.
Het hete hangijzer van de discussie zit hem precies hierin: moet de basisvoorwaarde voor euthanasie, dat de patiënt (medisch) uitzichtloos en ondraaglijk lijdt en dat dit door een arts vastgesteld moet worden, verruimd of zelfs geschrapt worden? Initiatieven die zich inzetten voor ruimere euthanasiewetgeving, zoals het burgerinitiatief Uit Vrije Wil, strijden al jaren voor het schrappen van deze voorwaarden. Na de brief van het kabinet VVD-PvdA vorig jaar, kwam Tweede Kamerlid Pia Dijkstra van D66 in december met een concreet wetsvoorstel, de initiatiefwet Voltooid Leven. In het voorstel gaat het om het verruimen van het begrip ‘ondraaglijk lijden’ naar een minder medische definitie en om het instellen van een niet-arts als ‘stervenshulpbegeleider’, die vergelijkbare bevoegdheden zou krijgen als de arts nu heeft: het beoordelen van iemands doodswens en de zeggenschap over de dodelijke middelen.
Niet alleen christelijke partijen gruwelen van de voorstellen van het kabinet en Dijkstra, ook artsenfederatie KNMG en de verschillende verenigingen voor psychiaters, psychologen en verplegers zien er niets in. KNMG-voorzitter René Héman is tegen het instellen van een stervenshulpbegeleider, want: ‘wat als het misgaat en iemand in coma raakt en niet doodgaat? Moet dan alsnog de arts ingrijpen?’
Voorvechters van de zelfverkozen dood zien juist groot kwaad in de arts als poortwachter van de dood. Voorzitter van stichting Uit Vrije Wil, Yvonne van Baarle verwoordde het in Nieuwsuur vorig jaar: ‘het is betutteling. De arts moet er van overtuigd zijn en die oudere, die zijn hele leven alle beslissingen al zelf genomen heeft, mag dat nu niet, nu moet de arts voor hem beslissen.’
Zo duurt de discussie voort. Met name aan de kant van de voorvechters van de zelfverkozen dood kan ze wat nuancering gebruiken. Waar zij het oneerlijk vinden dat een professional zou beslissen of iemand dood mag gaan of niet, stel ik dat wie aanspraak wil doen op faciliteiten rondom de zelfverkozen dood, altijd zal moeten accepteren dat er vanuit de samenleving voorwaarden aan gesteld worden.
Bol.com
Het klinkt misschien cru en dat is het natuurlijk ook, maar er is in principe voldoende vrije informatie beschikbaar, zowel on- als offline, om een einde aan je eigen leven te kunnen maken, zonder goedkeuring van een professional. Zelfhulpboeken voor de zelfverkozen dood zijn omstreden, maar gewoon te bestellen op bol.com. Er zijn online stichtingen waar iemand met een doodswens die buiten de euthanasiewet valt te rade kan gaan. Wie geen aanspraak kan maken op euthanasie, maar wel echt dood wil, kan daar dus al voor kiezen, ook op een ‘waardige manier’.
Dat het zo makkelijk niet gaat, staat natuurlijk buiten kijf. De dood is niet niks, zelf kiezen voor de dood al helemaal niet. Het is volkomen begrijpelijk dat mensen hulp willen bij zelfdoding, dat zij zorgvuldig met hun keuze voor de dood om willen gaan en er alleen voor willen kiezen als ze zeker weten dat het op een vredige en pijnloze manier kan. Dat mensen kortom professionele hulp willen bij zelfdoding, lijkt mij niet meer dan logisch.
Voorvechters van een ruimere euthanasiewet zijn dat met me eens. Zij vinden het echter oneerlijk dat iemand zijn of haar doodswens altijd door een medisch professional moet laten keuren. Wat mij betreft hebben zij iets fundamenteels niet begrepen. Ze zien niet dat de medisch professional de enige is die namens de samenleving verantwoordelijkheid kan nemen voor de dood. De medisch professional draagt die verantwoordelijkheid vanwege zijn of haar kennis en achtergrond, die hem of haar in staat stelt iemand met een doodswens op een verantwoorde manier te helpen. En juist de wens om op een verantwoorde manier te sterven is de reden waarom mensen met een doodswens zich liever niet tot zelfhulpboeken of vage stichtingen willen wenden.
Dubbele moraal
Euthanasie is ‘de goede dood’, een dood goedgekeurd door de samenleving. Als men die goedkeuring wil, is het in mijn ogen echter niet meer dan vanzelfsprekend dat daar vanuit de samenleving eisen aan gesteld worden. Iemand helpen te sterven is een zware verantwoordelijkheid. Degene die een ander helpt, moet dat met een gerust geweten kunnen doen, en daar zijn wettelijke mechanismen voor nodig. Dat voorvechters van de zelfverkozen dood pleiten voor een wet waarin een medicus geen poortwachter van de dood meer hoeft te zijn, vind ik dan ook duiden op een dubbele moraal: zij willen wel goedkeuring van de samenleving voor de dood, maar accepteren het niet als die samenleving zichzelf beschermt door strikte voorwaarden aan die goedkeuring te stellen.
Dit punt wordt door voorvechters van de zelfverkozen dood over het hoofd gezien en door sceptici ervan niet gebruikt. In de discussie over de ‘goede dood’ bepalen we samen wat ‘goed’ in onze ogen inhoudt en op dat punt is het individu afhankelijk van de samenleving. Zo wordt euthanasie iets collectiefs. Wie zich buiten dat collectief wil plaatsen, kan zich wenden tot zelfhulpboeken, maar iedereen die zich daar niet prettig bij voelt, zal altijd moeten blijven accepteren dat de samenleving mee beslist over de kaders van zijn of haar zelfverkozen dood.
Anne Wijn is Hard//hoofd-redactielid. Ze kon niet kiezen tussen journalistiek en verpleegkunde en probeert die twee nu maar te combineren.
Patrick Louwerse is regisseur, animator en illustrator. Hij combineert verschillende technieken en disciplines om verhalen met een wonderlijke en surrealistische inslag te verbeelden.