Ze zijn verantwoordelijk voor het uiterlijk van onze samenleving, maar wat vinden ontwerpers nou eigenlijk zelf mooi, en wat vinden ze lelijk? Hard//hoofd vroeg bekende en beginnende ontwerpers naar hun fetisj.
Herman van Bostelen: Ik heb het verkeerde vak gekozen. Net als architecten, politici, reclamemakers en heel veel andere bemoeizuchtigen, hou ik me als grafisch ontwerper bezig met bedoelingen. En dat terwijl ik helemaal niet van bedoelingen hou. Met een doel kan ik leven, met een functie ook, maar aan bedoelingen kleeft iets ongemakkelijks. Het is waarschijnlijk niet voor niets dat het woord zo vaak in vragende of ontkennende zin wordt gebruikt.
Van de bedoelingen waar ik het over heb, gaat vrijwel altijd een wil uit. Een gebouw is bedoeld om op een bepaalde manier te gebruiken, een wet wil iets van het volk en heel simpel gesteld moet met reclame iets worden verkocht. Dat is de bemoeizucht waar ik op doel. Als grafisch ontwerper is mijn rol bescheiden, maar ook de dingen die ik maak, hebben vaak een dergelijke bedoeling.
Of het een fetisj is, weet ik niet, maar ik hou van dingen die géén bedoeling hebben, dingen die niets van mij willen. Ook hou ik van dingen die zich al dan niet door tussenkomst van de gebruiker, aan hun bedoeling of aan de wil van de ontwerper onttrekken. Het meest hou ik van dingen die opzettelijk veranderd of beschadigd zijn om ze een nieuwe betekenis te geven of om ze te kunnen laten functioneren in de context waarin ze worden gebruikt.
Regelval
Haller Brun: Wij storen ons ontzettend als er bij een mooi boek niet is gelet op regelval. Soms zien we boeken met goede concepten, mooi papier, goed gedrukt en prachtig werk, maar vervolgens lijkt de tekst te zijn gecopy-paste. Alles is op de automatische piloot afgebroken. Als de regelval wel goed is gedaan is dat echt een cadeautje. Daar kunnen we dan extra van genieten.
Regelval is het afbreken van zinnen. In het ideale resultaat verspringt iedere regel. Dus regel 1 is iets korter dan regel 2, regel 3 weer iets langer, regels
4 weer korter etc. Het is belangrijk dat er geen woorden op een gekke en onjuiste manier woorden afgebroken. Er mogen geen korte woorden
op het einde van zinnen staan. Er mogen geen woorden in hun eentje op de volgende regel staan. (Zo’n geval noemen we een hoerenjong.) Er mag geen trapje ontstaan, waarbij de regels 'trapsgewijs' langer of korter worden. Er mag geen hap uitgenomen zijn als je naar het tekstvlak kijkt. Maar bovenal moet het
er heel natuurlijk uitzien.
Sneakerslaafjes
Pinar&Viola: Sinds kort hebben wij een nieuwe fetisj: namelijk foto’s van mannen met sportschoenen. Van Tumblrs als Sneaker Fetish en Sk8terboy gaat ons hart sneller kloppen. De foto’s die deze sneakerslaves posten zijn haast pornografisch. Likkend en snuffelend adoreren de (voornamelijk mannelijke) fetisjisten hun schoeisel. Sommigen eten zelfs uit sportschoenen. Als wij naar deze foto’s kijken krijgen we het warm van binnen. Eindelijk zien we geen ‘bad boys’ die opscheppen met hun bezweette sixpack in een sportschool, stripclub of tijdens een straatgevecht. Nee, we zien ruwe, sexy jongens die hun romantische kant tonen terwijl ze sensueel de lucht van een dure sneaker opsnuiven. Voor onze maandelijkse Dazed&Confused-column op Dazeddigital schreven we hier trouwens ook een artikel over.
Rivieren in tekst
Sarah Charalambides: Als ik rivieren in een tekst zie, stop ik met lezen. Ik kan het gewoon niet meer. Als er een rivier door een tekst loopt worden de letters ondergeschikt aan de witruimtes, dan zie ik geen woorden meer maar vormen. De lange witruimtes stromen door de tekst en maken hem voor mij totaal onleesbaar.
Rivieren zijn de witruimtes in een tekstblok die ontstaan als de tekst niet goed is uitgelijnd. De kolom is te smal of het lettertype is te groot voor de breedte van de kolom. Er ontstaan witruimtes en als die witruimtes boven elkaar uitkomen ontstaan er rivieren.
Streepjes!
Lauren Grusenmeyer: Toen we een aantal jaren geleden L'Histoire Du Cinema van Jean-Luc Godard keken op de kunstacademie vroeg de docent welke scène ons het meest was bijgebleven. Uit de acht uur durende maalstroom van beelden en referenties kon ik maar één stuk duidelijk herinneren: een beeld met streepjes.
Streepjes blijven aan me plakken. Ik hou van hun grafische simpliciteit, hun directheid. Een zee aan streepjes, steeds herhalende streepjes. Een witte, een zwarte, een witte, een zwarte. Die repetitie. Streepjespatronen zijn dynamisch doch voorspelbaar.
De laatste drie dingen die ik kocht hebben streepjes. Een streepjesvaas, een streepjesdeken en een streepjesrok. Uit mijn kleerkast kan ik meerdere streepjes-outfits samenstellen en als iemand streepjes draagt heb ik het meteen gezien. In Bangkok hadden ze streepjeswinkels, een hele winkel met gestreepte kledingstukken. Beter kan het voor mij haast haast niet worden.
Niet alle streepjes vind ik goed. Ze moeten een bepaalde breedte hebben. Het liefst heb ik de strepen altijd even breed met gelijkmatige tussenruimtes. Ik hou wel van gekleurde streepjes, maar toch vind ik ze pikzwart het mooist. Het werk van Daniel Buren ligt mij nauw aan het hart, toch vind ik zijn streepjes niet optimaal. Voor mij zouden ze iets dunner mogen. Ook hou ik er niet van als hij ze combineert met een bol of een ruit, ik wil gewoon een vlak vol streepjes. Daniel heeft ooit wel eens een kamer vol strepen gemaakt, plafond, muren, alles met streepjes. Dan zie je die streepjes steeds veranderen, in de verte zijn ze dunner en dichtbij zijn ze breder. Ooit wil ik zo een huiskamer. Of een toilet.
Monospace letter
Mark van Hooff: De laatste tijd zien we overal de monospace letter. Voor een titel of een korte tekst kan een monospace letter prima, maar doordat brede letters als de W of de M zijn samengepropt, worden het haast aparte objectjes in een tekst. Je kunt alleen nog maar naar die twee letters kijken. Het is gewoon niet de meest comfortabele letter om een tekst in te lezen.
Je ziet tegenwoordig allerlei varianten op dit lettertype dat oorspronkelijk voor de typemachine is bedacht. Op een typemachine moet de ruimte om elke letter hetzelfde zijn. De monospace letter is daarom zo ontworpen dat de letters optisch ongeveer gelijk zijn. De I krijgt een heel breed streepje zodat deze letter evenveel meetelt als bijvoorbeeld de W, die juist in een relatief klein vakje wordt gezet.
Waarom bestaan er überhaupt nog andere soorten mascara dan de waterproof mascara?
Ines Cox: Ik hou van eenden. Een eend kan namelijk zeer goed tegen water. Eén van hun belangrijkste dagtaken, naast iets te eten vinden, is hun vederpak onder spugen met een speciaal goedje waardoor het water als parels op hun veren blijft liggen. Het water kan dan verdampen, weg rollen, eender hoe, maar onder geen beding in de pluimen van mijn getalenteerde gevederde vrienden dringen. Geniaal.
Maar hoe zit het met onze waterbestendigheid? We dobberen misschien niet dagelijks op het wateroppervlak zoals de eend dat doet, toch komen we vaak genoeg in contact met 'nat'. Onze kapsels, make-up, jeansbroeken en sneakers kunnen er zo slecht tegen dat wij nog niet in de verste verte in de buurt komen van de genialiteit van de eend. Toegegeven, we hebben de paraplu en de regenjas uitgevonden, maar die zijn zo ontworpen dat ze nog steeds gezien worden als hulpstukken in geval van nood: als het echt moet haalt men de verfrommelde k-way uit zijn strakke tasje of wordt de regenbroek snel over de andere broek aangeschoten. Maar heb je ooit al eens een mooie regenbroek gezien die je ook zomaar zou dragen?
Deels uit frustratie, maar ook een beetje onbewust, ben ik een grote voorliefde beginnen koesteren voor dingen die tegen de regen kunnen én mooi zijn. Zowel mijn favoriete winter- als zomerschoenen kunnen beide tegen het nat, met groot gemak laten ze regendruppels van zich af glijden. En ja, ze zijn ook beeldschoon. Hetzelfde kan ik vertellen over al mijn andere mooie, stijve, zwarte, krakende, lekker ruikende en blinkende kledij… Oeps, heb ik een latex fetisj?
Catalogussen
Till Kramer: Sinds ik kan denken heb ik een fascinatie voor catalogussen. Ik ben ermee opgegroeid, thuis lagen boekwerken zoals de OTTO en Neckermann. Degenen die het niet kennen: denk aan een soort HEMA en V&D maar dan op 1400 pagina's dundruk papier gepresenteerd. Vanwege de hoge productie- en verzendkosten (oplage 10 miljoen, twee keer per jaar) is er zelfs een keer een Mini OTTO Katalog uitgegeven, in corps 4 pt geschreven en geleverd met een hele slechte plastiek loep. Dat was geen doen.
Mijn ouders en ik besteld nooit iets uit de catalogussen, het waren plaatjesboeken om bij weg te dromen. Ik droomde van de scooter die ik nooit bestelde, een flitsend nieuwe fiets, de 2000 watt stereotoren van Grundig met drievoudige cd wisseler. Stiekem zwierf ik rond bij de dessous en de pagina's met 'massage staven'. Terwijl ik in onze oubollige woonkamer op de bank zat te lezen ging er een wereld voor me open.
Ik ben er dan ook van overtuigd voor bepaalde doeleinden drukwerk altijd de beste keuze zal blijven. Want wat is mooier dan door een bijzondere catalogus bladeren en er oortjes in vouwen, zodat je in een klap weet waar je moet zijn.
Voor mijn eindexamen op de kunstacademie in 2007 heb ik ook een catalogus gemaakt, namelijk van al mijn bezittingen. Net zoals bij een commerciële catalogus is de inhoud van mijn catalogus heel erg tijdelijk, in 2007 droeg ik kennelijk alleen maar tennissokken.
Mijn catalogus-tips:
• Manufactum, 'The good things still exist'
• Zweitausendeins Versand, muziek, boeken & filmen
• Dictum, 'More than tools'
Streepjes
Sonja Haller: Ik moet toegeven dat ik zelf niet eens weet hoe het nu precies zit met die streepjes, maar ik let er altijd op. Als een ontwerper overal een afbreekstreepje gebruikt terwijl het eigenlijk een em- of een en-dash moet zijn staat dat ontzettend slordig.
Streepjes. Er zijn verschillende soorten streepjes die elk een eigen functie hebben binnen een tekst. Er is natuurlijk het afbreekstreepje dat gebruikt wordt bij bijvoorbeeld het afkorten van woorden. Maar er zijn ook de en-dash en de em-dash. De em-dash is twee keer zo lang als een en-dash en een en-dash is weer twee keer zo lang als het afbreekstreepje.
En-dashes worden vooral gebruikt bij cijfers. Em-dashes zijn bijvoorbeeld gedachtestreepjes in regels. In het Nederlands zijn de regels trouwens weer anders dan in de Engelse taal.