Kasper van Royen schrijft elke twee weken een column voor Hard//hoofd, afgewisseld door Koen Alfons.
‘Papa, papa, Fletcher zegt dat-ie DRIE huizen heeft. Dat kan toch helemaal niet?’
Nooit eerder lijkt mijn dochter zo graag iets van mij te hebben willen horen.
‘Who the fuck is Fletcher?’ vraag ik afwezig.
‘Dat is een jongetje,’ zegt Annika. ‘Niemand gelooft hem hoor.’
Er wordt blijkbaar flink tegen elkaar opgeboden op het schoolplein. Er is dan ook weinig waar Annika de laatste tijd meer over praat dan dat ze straks een tweede huis zal hebben. Ze begint wel wat ongeduldig te worden. Ik probeer haar keer op keer uit te leggen dat het nu eenmaal niet makkelijk is met de huidige woningschaarste, maar ze lijkt niet gevoelig voor zulke argumenten.
‘Moet je maar harder zoeken,’ zegt ze dan streng.
Aanvankelijk wilden we haar pas op het moment dat ik een nieuwe plek gevonden had informeren over onze scheiding.
‘Ik zou daar niet mee wachten,’ had onze therapeute echter gezegd. ‘Zo’n kind voelt toch van alles aan. Die gaat de gekste dingen bedenken. En er is nu toch al iets concreets veranderd: haar vader slaapt op zolder.’
De therapeute had zich verheugd op relatietherapie, waarvoor we deze afspraak ook oorspronkelijk hadden gemaakt, maar ze had die afspraak zo vaak verzet dat het inmiddels te laat was. Daarom opperden we dat we de drie kwartier dan maar zouden gebruiken om te bespreken hoe we het nieuws aan onze oogappel konden overbrengen.
‘Jullie moeten het simpel houden, in kleuterlogica denken,’ zei de therapeute. ‘Zeg maar gewoon dat jullie geen vriendjes meer willen zijn.’
‘Maar we willen juist wel vriendjes blijven,’ zeiden mijn ex en ik in koor.
‘Die heb ik vaker gehoord,’ grinnikte de zielenknijper.
Illustratie: Leila Merkofer.
Mijn ex en ik namen een paar dagen later ieder aan een kant plaats naast onze dochter op de bank. Onder Annika’s luid protest zetten wij haar tekenfilm op pauze.
‘Je mag zo weer verder kijken,’ zei ik.
‘We moeten het eerst over iets belangrijks hebben,’ vulde mijn ex aan.
‘Anna en Elsa zijn belangrijk!’ sputterde Annika.
We legden het fotoalbum van onze bruiloft op haar schoot.
‘Weet je dit nog?’ vroegen we haar terwijl we erin rond bladerden.
‘Ja, het trouwen. Wanneer gaan we dat weer doen?’
Ze had er vaker aan gerefereerd alsof het een terugkerend evenement zou zijn.
‘Wel, papa en mama willen niet meer getrouwd zijn,’ legde haar moeder uit.
‘Vooral mama niet,’ mompelde ik. Ik kreeg een vluchtige boze blik toegeworpen. Blijkbaar was dit niet het moment voor geplaag.
‘Zie je aan onze vingers dat we onze ringen niet meer dragen?’ probeerde ik het gesprek weer de juiste richting op te sturen. Ik viste de sieraden uit mijn borstzak, zoals we dat gerepeteerd hadden.
‘Wat stom zeg. Doe die ringen weer om. NU.’
Het klonk behoorlijk dreigend, dus met enige verlegenheid schoven we ze om onze vingers.
‘Zo,’ constateerde Annika tevreden, ‘Nu zijn jullie weer getrouwd. Mag ik verder kijken?’
‘Nog even wachten schat,’ zei ik.
‘We zijn wel nog steeds beste vriendjes hoor,’ zei haar moeder en ze pakte mijn hand vast.
‘Nee!’ riep Annika uit en ze trok onze handen uit elkaar. ‘Ik ben jullie beste vriend.’
‘Natuurlijk, natuurlijk,’ kalmeerden we gealarmeerd, 'jij bent onze allerbeste vriend.’
Vervolgens vertelden we haar dat papa ergens anders zou gaan wonen en dat ze dan twee huizen zou hebben. Eindelijk leken we haar volle aandacht te hebben. Maar voorlopig woonde ik nog op zolder.
‘Ze lijkt er wel goed mee om te gaan, toch?’ zeiden mijn ex en ik de weken erop regelmatig tegen elkaar. Er klonk soms iets verontrustends door in die vraag, alsof we twijfelden of het wel gezond was dat dit proces zo eenvoudig verliep. Annika bleef het alleen maar hebben over het nieuwe huis, gaf me knuffels en speelgoed om mee te verhuizen. Voor de rest leek er voor haar niks veranderd te zijn. Google wist ons enige geruststelling te brengen: wetenschappelijk onderzoek had uitgewezen dat je als ouders het beste uit elkaar kunt gaan wanneer je kind vier is. Jonger dan dat krijgt het hechtingsproblemen en op latere leeftijd wordt het zich te bewust van de situatie. Dat hadden we dus blijkbaar precies goed getimed.
Ik heb taartjes gekocht en cadeautjes verstopt. Vooral het Anna-en-Elsa-stickerboekje zal in de smaak vallen. Elk moment kan de bel gaan en dan staat mijn dochter op de stoep. Het eerste wat ze vermoedelijk zal doen is onder mijn luid protest alle versgeverfde muren bestickeren, om haar territorium af te bakenen. Nu heeft ze dan eindelijk twee huizen, twee plekken om thuis te zijn. En thuis zijn, dat is de baas kunnen spelen over je allerbeste vrienden.

Kasper van Royen is Hard//hoofd-redactielid, is naast vader ook filosoof, ex-docent, ex-dichter, ex-echtgenoot, popfetisjist en postbode.

Leila Merkofer , afkomstig uit Zwitserland is een grafisch vormgeefster en illustratrice werkend en wonend in Amsterdam. Ze vertaalt thema’s zo groot als de Matterhorn naar heldere, scherp omlijnde illustraties. Door het handmatige karakter van haar illustraties creëert ze een gevoel van authenticiteit. Daarnaast houdt Leila van Nederlandse bijdehandheid, oude films, sneeuw en chocola.