De kersverse Franse presidentsvrouwe Brigitte Macron en ik lijken wel wat op elkaar. We zijn allebei zestigers. We gaven beiden Franse les op een middelbare school en beiden werden we verliefd op de beste leerling van de klas.
Mon Dieu!
Brigitte stelde het tonen van haar gevoelens uit tot de jonge Emmanuel Macron van school af was. Daarna scheidde ze van haar toenmalige echtgenoot, vroeg Emmanuel ten huwelijk, trouwde met hem en begon een nieuw leven. Waar dit toe leidde is inmiddels bekend. Ik hield het met mijn leerling bij een stiekem potje zoenen in de fietsenkelder en dat was dat.
Wat moeten we hieruit concluderen? Niets, behalve misschien dat Brigitte meer lef in haar donder had dan ik. Of beter wist wat zij wilde.
Maar dan nog iets.
Jaren later, toen geen haar op mijn hoofd meer aan hem dacht, stond hij ineens voor mijn neus: mijn leerling. Of beter gezegd botsten wij bijna tegen elkaar op bij de toegang tot Hotel Restaurant Américain - ik erin, hij eruit.
Het was een zonnige zaterdag in maart, ik weet de datum nog. Niet omdat het weerzien zo hard insloeg – integendeel. We maakten een lauw praatje van hoe gaat het en wat doe je. Daarna ging ieder zijns weegs.
Waar hij heen ging weet ik niet. Was ook niet belangrijk. Maar ik was op weg naar een eerste date. Een date met de man met wie ik diezelfde nacht nog een relatie zou beginnen. Een serieuze relatie waarin ik jarenlang ongelukkig zou zijn - en hij niet minder.
Wat moeten we hieruit concluderen? Niets, behalve misschien dat je er een teken in zou kunnen zien: die leerling was de engel die mij wilde waarschuwen: ‘doe het niet!’ Maar ik deed het wel.
Sinds Brigitte en ik ons docentenhart aan een leerling verloren, zijn veel van onze collega’s met soortgelijke gevoelens ontslagen. Ongeacht of de liefde wederzijds was: de verliefde docent (meestal een man) was vanwege de ongelijke verhoudingen strafbaar en daarmee uit. Om een en ander beheersbaar te maken, geldt sinds eind vorige eeuw een wet: wie collega A met leerling B tegenkomt ‘hand in hand in het bos, op een bootje of hevig zoenend in de auto’, is verplicht aangifte te doen. Je zou denken dat het in genoemde voorbeelden om wederkerige affectie gaat, maar zover strekt de verbeelding van de wetgever niet.
Tijden veranderen, alles is betrekkelijk en ik, als ‘product van mijn tijd’, tel mijn zegeningen. Net als mevrouw Macron, vermoed ik, maar dan anders.

Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.

Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.