Ik ben aanwezig bij een plantsessie. Dat is geen yoga-met-je-kamerplant bij Intratuin en ook geen gewassenruilmiddag (ja, het bestaat). Een plantsessie is bedoeld om een boom te planten ter nagedachtenis aan een dierbare. Hier sta ik, samen met zeventien andere mensen, in een zogenoemd herdenkingsbos. Twee boswachters van Staatsbosbeheer hebben ons van scheppen voorzien, in de zachte regen wordt er zand op geladen.
Ik ben hier met vriendin S, die een aantal maanden geleden haar moeder verloor. Ze heeft een eik uitgekozen, die op de aanhanger van het boswachterijbusje ligt te wachten. De plantgaten zijn al gegraven; aan ons om het jonge boompje in het gat te zetten, het met spanbanden aan groeipaaltjes te bevestigen en het toe te dekken met aarde.
‘Trek hem goed vast’, zegt een boswachter als we de eik tussen ons in hebben. ‘We willen geen ontworteling.’
‘Nee mam’, zegt S tegen het boompje, ‘we willen geen ontworteling.’
De mensen om ons heen planten ook boompjes. Sommigen huilen een beetje, iemand heeft een fles wijn en glazen meegenomen. Een oude vrouw staat onder een paraplu steeds iets verder in te krimpen, alsof de regen haar uitgumt. Ik vraag de boswachter of hij dit vaker doet. Hij vertelt dat deze plantdagen erg populair zijn, dat de aanvragen binnenstromen. ‘Een boom ademt toch het leven dat we willen vieren nietwaar?’
Ik moet denken aan een klasgenootje van de basisschool, Thomas. Thomas had eens een tekening gemaakt vol bomen, en ergens in een hoekje een heel klein hoofdje – dat was hijzelf. De tekenopdracht was een zelfportret, dus de juf kwam vragen waarom hij vooral bomen had getekend.
‘Wij ZIJN bomen!’ brieste Thomas – die soms last had van agressieaanvallen. ‘ZONDER BOMEN IS ER HELEMAAL GEEN ZUURSTOF EN GAAN WE ALLEMAAL HARTSTIKKE DOOD!’
De juf schrok zich wild.
‘ZONDER BOMEN KUN JE VERROTTEN MET JE ZELFPORTRET!’ Thomas begon hartstochtelijk te snikken en rende de klas uit. Thuis vroeg ik of het klopte dat bomen voor zuurstof zorgen. Het bleek waar te zijn.
En dan, op de zompige aarde van het druppende open veldje in het bos, moet ik ook denken aan de slachtoffers van de neergestorte MH17, voor wie een herinneringsbos is aangelegd, vlakbij Schiphol. In de vorm van een gevouwen lint, het symbool van de ramp, zijn 298 bomen geplant, die ieder een slachtoffer vertegenwoordigen. Op de website van het monument kun je opzoeken welke boom voor wie is geplant, en welke boomsoort het is. Mijn cursor glijdt over de nummers alsof ik een stoeltje reserveer in het zaaloverzicht van een theater, in mijn hoofd ruist het. Ina Kroon-Broghammer. Grove den. Andrei Marius Anghel. Sierappel. Cor Schilder. Perzisch IJzerhout. Ik lees dat de bomen omkranst worden door zonnebloemen die rond 17 juli, drie jaar na de ramp, zullen bloeien.
‘Ik weet niet zo goed wat ik nu moet zeggen’, zegt S als we de boomkluit met aarde hebben toegedekt. ‘Moet ik nu iets zeggen? Iets officieels?’
‘Wat zou je moeder leuk vinden? Wat zou ze zelf hebben gedaan?’ vraag ik.
‘Mijn moeder was diep gaan janken. Ze was een erg emotioneel type.’ S staart voor zich uit. ‘Ach mam…’, fluistert ze en dan begint ze zachtjes te huilen. Ik kruip weg onder haar arm. De oude vrouw onder de paraplu lacht ons haast onzichtbaar toe.
Iduna Paalman (1991) is Hard//hoofdcolumnist. Haar poëzie en korte verhalen verschenen o.a. in De Gids, Revisor, Het Liegend Konijn en NRC Handelsblad. Ook schrijft ze voor het toneel en werkt ze als docent. In 2016 won ze de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd. Bij uitgeverij Querido werkt ze aan haar poëziedebuut. // iduna@hardhoofd.com
Tsjisse Talsma gaat het liefst met zijn schetsboek de wereld rond.