Ongeveer de helft van alle Spaanse jongeren is werkloos: "Dat is één op twee. Moet je je voorstellen!" Thomas was getuige van de strijd om een gekraakte bar in Barcelona.
Trompetgeschal en tromgeroffel overstemmen joelende dansers. Cimbalen schudden iedereen die al op bed lag wakker. Het is zaterdagnacht, twintig over één, als in de boulevard Gran de Gràcia in Barcelona een fanfaredrumband komt aanmarcheren. Achter de muzikanten een menigte van zo'n tweehonderd man, breed uitgewaaierd over de straten en trottoirs. Voorop zwaaien vlaggendraaiers fanatiek alsof de Catalaanse trots in het geding is. Als de mensenzee in de nauwere Carrer D'Astrúries verstopt raakt, vraag ik de saxofonist: "Wat is dit voor optocht?"
"Ze willen onze bar sluiten", zegt hij.
Dan schiet de menigte weer los in een bredere laan. De dans vervolgt tot we om een uur of twee aankomen bij de bar op de hoek van de Carrer Ros de Olano: El Popular de Casal.
El Casal blijkt een bar in een ruimte van twee bij tien die een jongerenorganisatie genaamd Juvenils de Gràcia sinds 2002 heeft gekraakt. Binnen hangen de kanariegele muren vol posters die oproepen tot alternatieven voor de samenleving en kritiek uiten op het kapitalisme. Het bier is voor de jonge Catalanen betaalbaar, voor een euro laten ze al een grote plastic beker voltappen. De drempel van de bar is geenszins de grens van de feestdrift: de stoepen en straat zijn evenzeer ingenomen als dansvloer met als decor rolluiken vol graffiti en spandoeken met revolutionaire leuzen. Alles doet vermoeden dat het gezag hier op weinig goedkeuring kan rekenen. Wanneer een politieauto langzaam voorbijrijdt, stijgt een schel gefluit op en klinkt uit de met wiet doorrookte kelen hijos de puta! De agenten zijn de zonen, de politiek de hoer.
Illustratie: Floris Solleveld
David wijst om zich heen: "Niemand hier heeft een baan."
"Voor El Casal dit pand kraakte, stond het al tien jaar leeg", zegt de vijfentwintigjarige David. "Nu heeft de rechter besloten dat het moet worden ontruimd." Die beslissing ligt geheel in de lijn van de politiek. Op initiatief van de gemeente worden tal van kraakpanden ontruimd. Een onbegrijpelijk onrecht in de ogen van David, die zich zijn wijk Gràcia niet kan herinneren zonder deze bar.
Gràcia sense el Casal? staat er dan ook te lezen op de muur. Want wat moeten de jongeren zonder hun geliefde en betaalbare uitgaansplek? De feestvierders blijken bij nadere kennismaking haast allemaal werkloos. De vinnigheid van hun afkeer tegen de overheid staat haaks op de vrolijkheid van hun gedans. David, die door werkloosheid gedwongen bij zijn ouders woont, staat erop dat hij voor mij een sigaret rolt. Hij vertelt dat hij zijn studie economie heeft gestaakt omdat er toch geen droog brood mee te verdienen valt. "De regering is er verantwoordelijk voor dat vijftig procent van de jongeren werkloos is. Dat is één op twee. Moet je je voorstellen!" Hij wijst om zich heen en zegt: "Niemand hier heeft een baan."
"Als mijn vrienden er niet waren, was ik een zwerver."
Inderdaad blijkt ook zijn vriendin Paula zonder werk te zitten. Zij koopt een blikje bier van een Pakistaanse bierventer op straat. Hoe hun bier zo koel blijft terwijl het niet uit de ijskast komt? "Dat bewaren ze in de putdeksel van de stoepen," vertelt ze. "Dat weet ik dan weer, omdat ik toch niets anders te doen heb dan feestvieren. Er is nergens werk te vinden. Als mijn vrienden er niet waren, was ik een zwerver."
Haar vriendin, die vol piercings zit, vertelt dat al zeven mensen in Spanje zelfmoord hebben gepleegd omdat zij hun hypotheek niet meer konden betalen en hun huis uitgezet werden. "Nu is zeven op landelijk niveau misschien niet zoveel, maar het is wel een veeg teken. Zoveel mensen verliezen hun huis en komen op straat te staan. Vandaag was ik nog bij een demonstratie hier in Barcelona tegen de uitzettingen. Er waren veertigduizend man. Allemaal op de been voor de mensen die hun huizen verliezen."
De grote vijand is in deze bar de overheid. Niemand heeft vertrouwen in politici. De bestuurders van het land worden gezien als egoïsten. Zoals de Spaanse koning die op olifantenjacht ging in Botswana. En president Rajoy die samen met de kopstukken uit zijn partij wordt verdacht van corruptie.
"De klootzakken hebben al geprobeerd El Casal te ontruimen", zegt Davids vriend Fidel, in één adem doelend op de politiek en de agenten. "De mensen boven ons zijn allemaal klootzakken." Maar El Casal wordt te vuur en te zwaard verdedigd met demonstraties, barricades en muzikale optochten als deze.
Fidels woede ebt gelukkig weg om plaats te maken voor een brede lach wanneer de fanfare inzet voor een slotlied. Het loopt tegen drieën. De hele straat danst. Een dans als een protest; El Casal zal niet zomaar worden prijsgegeven.