Het woord inventaris, wat een lijst van aanwezige producten betekent, heeft iets nostalgisch. Het roept beelden op van ouderwetse magazijnen met gietijzeren stellingkasten, van antieke apothekerskasten met elegante, langwerpige lades van handbewerkt hout. Inventory zou in zo’n lade niet misstaan.
'A Curation of Ideas in Product, Craft & Culture', is Inventory’s ondertitel. Het tijdschrift slaagt in die opzet. Zo’n 155 pagina’s presenteren op rustige, haast serene wijze een selectie van merken en producten waarvan kwaliteit en ambachtelijkheid de belangrijkste eigenschappen zijn: Italiaanse fietsen, leren portemonnees en stoelen uit de jaren ’40 en ’50.
Herenproducten voeren de boventoon, want let wel, het gaat hier om een mannentijdschrift. Het curatorschap krijgt vorm in uitgebreide interviews met ontwerpers, fotoreportages en illustraties. Het blad heeft daarbij een duidelijke voorkeur voor klassiekers. Zo is er een artikel gewijd aan het Harrington-jack en een feature over John Smedley, het bedrijf dat de Long John (lange onderbroek) uitvond.
De teksten in Inventory zijn aardig, maar niet spannend. Vaak betreft het lange interviews waarbij het merk voorop staat, aangevuld door een opsommende ontstaansgeschiedenis. ‘Brand’ is een van de meest voorkomende woorden in het magazine. Het zijn de sterke foto’s en de vormgeving die Inventory het meest de moeite waard maken en schwung geven aan de artikelen. Het verslag van een roadtrip door New Mexico met exporteur Yuki Matsuda, bijvoorbeeld, krijgt de juiste lading door de foto’s waarop de kleuren en patronen van het gebied feilloos zijn vastgelegd.
De makers hebben het blad net zo mooi weten te maken als de producten die erin staan. Het papier is stevig en zacht, mat bedrukt en het ruikt lekker. Door Inventory bladeren is een haptische ervaring en de modereportages spannen daarbij de kroon. De extreem overbelichte foto’s in ‘We Cannot Eat Money’ lijken door het papier heen te schijnen en in ‘Mr. Bathing Ape’ zijn er op zo’n realistische manier vouwen in het papier nagebootst, dat het onmogelijk is niet met je vingers over de pagina te strijken.
Misschien komt het hierdoor dat nagenoeg alles in Inventory er begeerlijk uitziet. Die Classic Britisch Gingham Check Blazer, die oude Rolex Submariner horloges, ik wil het allemaal hebben – ook al zijn ze niet voor mij gemaakt. Inventory is bij nader inzien geen blad voor in de lade van een mooie kast. Leg hem liever op je koffietafel.