Hij was al bijna zestig maar kwam nog iedere zondag bij mijn oma langs om zijn kleren te wassen. Pas later hoorde ik dat hij zelf ook gewoon een wasmachine had. Op zijn wasdagen trof ik mijn oom Peter vaak bij mijn oma in huis, waar hij - zelfs als zijn wasgoed al lang weer droog was - puzzels met haar maakte en port met haar dronk. Ik deed graag mee.
Mijn oom was al zijn hele leven alleen en woonde in een klein huis in de buurt van mijn oma. Hij werkte veel en met het geld dat hij spaarde, maakte hij ieder jaar een verre reis. Al vanaf dat ik klein was, luisterde ik graag naar zijn verhalen over de rare plekken waar hij was geweest. Hoewel er ieder jaar een mooi verslag bij kwam, bleef hij dezelfde verhalen herhalen. Over de varanen op Komodo had hij me al talloze keren verteld, maar ik liet ik hem altijd uitpraten.
Ook over de vele baantjes die hij had gehad, vertelde hij graag. Het laatste werk dat hij deed, was post bezorgen. Maar zijn spieren verzwakten en hij mocht van zijn baas alleen maar brieven blijven bezorgen als hij een speciale fiets met drie wielen zou nemen. Mijn oom wees het aanbod beslist maar bedroefd af. Hij sprak niet veel over de ziekte die hij had, maar we merkten allemaal hoe erg hij het vond dat hij steeds minder kon.
De enige reis die we ooit samen hebben gemaakt was een tripje naar Brussel. We beklommen het Atomium en mochten vanwege zijn spierziekte als enigen gebruik maken van de lift. Samen dwaalden we door de straatjes met kasseien en dronken we bier in donkere bars. Aan het einde van de dag kocht hij een petje waar 'Brussel' op stond, zodat hij ons reisje niet zou vergeten. De collectie met petjes van mijn oom was vrij groot, maar als ik hem zag op zondag droeg hij vrijwel altijd zijn Brussel-petje.
Peter hield van praten maar wilde ook graag weten hoe het met mij ging. Toen ik weer in Amsterdam kwam wonen en dus niet meer bij zijn wasdagen kon zijn, belde hij me meteen na mijn eerste werkdag op om te vragen hoe het was geweest. Hij vond het fijn dat ik weer in Amsterdam woonde, maar zei ook dat hij me zou gaan missen op zondag.
Een paar dagen later maakte hij zijn laatste reis. Met de fiets zou hij in tien dagen door Litouwen reizen. Op de vierde dag ging het mis en maakte hij een val. Toen hij enkele weken later weer in Nederland was, heb ik hem nog een keer gezien. Ik vroeg hem hoe zijn reis was geweest maar hij kon al niet meer antwoorden. Ik vertelde hem dat ik hem ook zou gaan missen, maar ik weet niet of hij het nog gehoord heeft.
We wisten dat het een keer zou gebeuren, maar niet dat het al zo snel zou zijn. Toen ik afgelopen week het abonnement van mijn telefoon moest verlengen, koos ik toch maar voor onbeperkt bellen. Zodat ik mijn moeder, mijn vader en mijn oma zo vaak mogelijk kan vragen hoe het met ze gaat en ze kan zeggen dat ik ze mis.