Vandaag ben ik voor het eerst in mijn leven behandeld door de op een na grootste sadist onder de medici. De angst die een chiropractor mij vroeger inboezemde, wordt alleen overtroffen door de angst voor tandartsen of gynaecologen: mensen die hun leven hebben gewijd aan het wroeten in zachte lichaamsholtes met harde gereedschappen, altijd met een goed humeur. De bottenkraker verdient deze kwelreputatie niet. Hij heeft mij gered en het voelde fantastisch. Dit is mijn poging om zijn imago te herstellen.
Maandenlang heb ik geprobeerd een pijn tussen mijn schouderbladen te negeren die als een militante olievlek uitrukte tot onder mijn oren. Het voelde alsof alle spieren in de achterkant van mijn nek van binnenuit werden gewurgd door iemand die veel sterker is dan ik, terwijl de druk van een knietje permanent tussen mijn schouderbladen rustte. Mijn reactie op de pijn was om er een staarwedstrijd van te maken in de naïeve veronderstelling dat ik als permanente bewoner van mijn lichaam de tijd aan mijn zijde had, terwijl de pijn hooguit op doorreis kon zijn.
Een van mijn vriendinnen vertelde mij een tijd geleden over haar eerste keer bij de chiropractor alsof ze het over een nieuwe club had. Het woord ‘chiropractor’ alleen al zorgde dat mijn lichaam onvrijwillig verschillende openingen tegelijk hard dichtkneep. Haar ogen schoten bij het vertellen een beetje manisch heen en weer, terwijl mijn gedachten heen en weer schoten tussen verlamming, doodgaan, de middeleeuwen en ongedekte behandelkosten. Ik voelde weinig voor de combinatie van hoog risico en geen genot, totdat ik gisteren mijn hoofd niet meer kon draaien. Ik bedoel niet het verlies van een volle radius zoals de nek van klein meisje duivel in The Exorcist - nee, ik kon alleen nog vooruit kijken zoals die schattige hond van internet die geen nekwervels heeft en op een vis lijkt.
Alle wegen leiden misschien naar een martelwachtkamer, want vanmiddag zat ik in die van de dichtstbijzijnde chiropractor. Gerustgesteld dat het er niet naar geurtakken rook, tekende ik op het intakeformulier op een leeg mensfiguur pijltjes van pijn en schreef ik het woord "Help" in de kleine witte zee van het vlak voor overige opmerkingen.
Mijn bottenkraker bleek een Amerikaan te zijn. In de taal van mijn Fernweh omschreef hij de stappen van de behandeling: WE gaan de plek van de pijn opwarmen met een (wederom geurloze) heat-pack, WE gaan de spieren langs de wervels losmaken (met een klopboor van industrieel formaat), gevolgd door Het Kraken. Nu begonnen mijn ogen manisch te fonkelen en stelde ik mij de pijn in mijn rug voor als een wezen dat geen kant meer op kon. De minuten van De Pijn waren geteld. Dit ging goedkomen.
De behandeling was kort en een openbaring. Tussen de fase van "de klopboor" en de fase van "je denkt dat je nu doodgaat, maar je komt erachter dat je nek alle geluiden van een xylofoon kan produceren en dat dat een van de lekkerste dingen is die je ooit zult voelen", boog de bottenkraker mijn ledematen, vergeleek lengtes, zocht naar symmetrie en vroeg of ik vegan was. Op een natuurlijke high en diep onder de indruk mompelde ik iets over vleesrijke kerstdiners terwijl ik bedacht hoe verkeerd mijn beeld van dit alles was geweest en hoe ongefundeerd mijn aanname van bottenkraken als gevaarlijke marteling. De chiropractor gebruikt pijn tegen pijn zoals je kauwgomresten met kauwgom verwijdert en je lak van je nagels kan verwijderen met meer nagellak. Het is iets wat in gelijke hoeveelheden logisch en magisch is. Centimeters langer en met een hersteld geloof in allerlei dingen die ik niet ga opnoemen zweefde ik uit de praktijk, bijna zonder te betalen.
--
Sára Iványi levert al jaren beeldbijdragen voor hard//hoofd, maar schrijft ook. Dit stuk is haar eerste geschreven publicatie.