Op 30 oktober, de sterfdag van Harry Mulisch (1927-2010), vroegen wij illustrator Aart-Jan Venema om tweeëneenhalf uur lang zijn kunst uit te oefenen in de werkkamer van de schrijver. ’s Avonds, in zijn eentje.
Op maandag hadden we nog niets van Aart-Jan vernomen.
De redactie herinnerde zich toen dat het datzelfde weekend ook Halloween was geweest, en wij begonnen ongerust te worden over het lot van de trouwe hard//hoofd illustrator. Het leek bijna onverantwoord, om iemand zo dicht bij Allerzielen alleen in de iconische werkkamer te laten zitten. Wij zijn nauwelijks bijgelovig, maar toch.
Op dinsdag kregen wij de verlossende illustratie. ‘Alles is er, behalve Harry,’ luidde het bijgaande bericht. De dingen die hij achterliet schetsen de contouren van een leven. Decor dat opgebouwd is door een inmiddels onzichtbare hand.
Aan Mulisch’ wens om zijn werkruimte als museum open te stellen voor bezoekers wordt nog hard gewerkt. Dit weekend, op 6 en 7 november, is de kamer wel al vrij toegankelijk voor ieder met een kaartje voor Museumnacht, of een Harry! Festival passe-partout.
Beeld: Aart-Jan Venema