De PVV stelde Kamervragen over een debatavond die werd georganiseerd in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het was een uitstekende demonstratie van de retorische techniek die het onderwerp was van de betreffende avond: framing.
Martin Bosma van de PVV stelde deze week Kamervragen over een vermeende 'anti-PVV-cursus' die aan de Erasmus Universiteit zou zijn gegeven. Het betrof geen college maar een 'Denkcafé' in het cultuur- en debatcentrum Arminius in Rotterdam. Dit wordt maandelijks georganiseerd in samenwerking met Studium Generale, verantwoordelijk voor de buiten-curriculaire intellectuele verdieping van de studenten aan de Erasmus Universiteit. Deze avond wordt niet enkel door studenten, maar door allerlei geïnteresseerden uit de regio bezocht. Dit keer ging het over 'framing en de PVV' en was drukker dan gewoonlijk: Wilders sells. Ik was op deze avond de moderator. Over hoe een debatavondje over framing zelf slachtoffer werd van framing.
Framing
Framing is een nieuwe naam voor een oud fenomeen: een retorische techniek waarvan tegenstanders nooit lijken te winnen in een debat. De Amerikaanse cognitieve linguist George Lakoff gooit hiermee de laatste jaren hoge ogen door zijn analyse van Amerikaanse politiek in zijn boeken Don't think of an Elephant! en The Political Mind. Lakoff is een progressieve Amerikaan die het niet aan kan zien dat zijn politieke idealen altijd het onderspit delven. Zijn boeken zijn dan ook te lezen als handboeken: hoe versla ik de hardnekkige conservatieve retoriek?
Lakoff komt uit de cognitieve wetenschappen en weet framing te verankeren in onze hersenstructuur. Volgens hem gebeurt ál ons denken via frames, via metaforen die niet neutraal zijn maar beladen met emotie. Het grote probleem van progressieve politiek is dat ze verwachten dat kiezers zich laten overtuigen door neutrale, rationele argumenten. Dit noemt hij 'ouderwets verlichtingsdenken'. Conservatieve politiek begrijpt beter hoe het brein werkt, niet neutraal, maar met emotioneel geladen ideeën die via frames aan elkaar hangen. Benoem één onderwerp en je appelleert aan een heel wereldbeeld bij je luisteraars. Dit verklaart waarom mensen vaak stemmen op partijen die niet direct hun eigen belang dienen. Een beroemde uitspraak van Lakoff is dan ook "People do not necessarily vote in their interest. They vote their identity."
Geer Wilders instrueert zijn PVV-fractie.
Politiek geframe
Je kunt framing natuurlijk ook begrijpen zonder de wetenschappelijke basis en je concentreren op de werking en effectiviteit van frames in politiek debat. Dat is wat Hans de Bruijn, hoogleraar bestuurskunde aan de TU Delft, doet in zijn boek Geert Wilders in Debat. In dit boek past hij de ideeën over framing toe op de Nederlandse politieke situatie en laat zien hoe Wilders uitblinkt in deze techniek. De Bruijn was de hoofdgast van de beruchte avond in Arminius
Wilders is erg behendig in het framen van onderwerpen en zijn tegenstanders trappen dan ook vaak in de val door met hem mee te gaan in zijn frames. Dat is een venijnige eigenschap van overtuigende frames: ook wie een bepaald frame probeert te ontkennen, bevestigt het ongewild. Als Wilders roept dat alle Marrokanen straatterroristen zijn en iemand tegenwerpt dat dat niet geldt voor álle Marrokanen, dan bevestig je in ieder geval het bestaan van straatterroristen. Dit geeft mensen het idee dat de persoon die dit onderwerp heeft geagendeerd toch wel ergens een punt moet hebben.
Nog een eigenschap van framing is dat een frame gebruik maakt van emotie (zoals een beladen woord als 'straatterrorist') en concrete gevallen ('Mevrouw Jansen uit Gouda') het altijd wint van een abstract en neutraal frame ('volgens de grondwet moeten we elkaar gelijk behandelen'). Hans de Bruijn legt uit hoe Wilders een concreet incident altijd weet te koppelen aan een achterliggend groter frame; 'de islamisering van Nederland' of 'de elite is de weg kwijt'. Wilders zet het politieke debat zó naar zijn hand dat we enkel nog in zijn terminologie en frame over een onderwerp discussiëren.
Zoals gezegd, één term of woord kan een heel frame triggeren. Een term als 'linkse hobby' bijvoorbeeld verenigt enerzijds dat kunst en cultuur enkel voor mensen van één bepaalde politieke kleur zou zijn en anderzijds dat het slechts een hobby betreft, dus niet een noodzakelijk goed voor een samenleving. De kunst- en cultuursector is hiermee effectiever dan ooit in de verdediging gedwongen. In dit frame is 'subsidie' is niet langer een stimulerend middel van de overheid voor de verrijking van de maatschappij, maar een misbruik van belastinggeld dat door elitaire vriendenclubjes wordt verdeeld om hun eigen politieke ideeën te verspreiden.
Dit laatste frame is precies wat Martin Bosma heeft toegepast in zijn Kamervragen over het Denkcafé in Arminius. Hij wil graag weten waarom de Erasmus Universiteit een anti-PVV-cursus organiseert en waarom linkse mensen een cursus nodig hebben op kosten van de belastingbetaler, vervolgens wil hij dat de overheid de kosten van deze avond mindert op overheidsgeld dat naar de Erasmus Universiteit gaat. Steven de Jong van het NRC Handelsblad concludeerde terecht dat de woordvoerder van de EUR zelf opnieuw in het PVV-frame stapte door te antwoorden dat de avond 'hooguit 300 euro heeft gekost'. Het hoeft namelijk niet ter discussie te staan dat de EUR-studenten buiten hun studie nog wat extra verdieping aanbiedt en het is onwenselijk dat politieke partijen zich met de inhoud van die verdieping gaan bezig houden. Alhoewel de redactie van het Denkcafé (bestaande uit vrijwilligers, ook van buiten de EUR zoals ikzelf) geen politieke agenda heeft, hoeft dat natuurlijk niet te gelden voor onze gasten. Juist een sterke overtuiging in debat is het middel bij uitstek om de geest te scherpen.
Debatavond geframed
Toch namen onze gasten juist deze avond géén politieke stellingname. In het vraaggesprek dat ik met Hans de Bruijn voerde, kwamen ook velen frames van andere partijen zoals Groen Links en D66 aan de orde. Na het vraaggesprek kwam acteur Arjan Kindermans in actie om de theorie te demonstreren in de praktijk. Het publiek mocht met hem als denkbeeldig PVV-politicus in debat en Hans de Bruijn analyseerde na afloop hoe dat debat verliep voor beide partijen. Dat de acteur enkel een PVV-politicus speelde, kan de suggestie wekken dat dit een anti-PVV-cursus was. Toch was dit niet de strekking, het ging erom te laten zien dat de PVV van alle partijen het sterkste zijn debatten weet te framen en dat links dit verleerd lijkt te zijn. Sterker nog, de avond zou opgevat kunnen worden als een groot compliment voor de PVV! Ik citeer de aankondiging van het Denkcafé zoals die in het Algemeen Dagblad stond: "Leer debatteren als Geert Wilders. Krijg inzicht in de alom geroemde debattechnieken van Geert Wilders, woensdagavond 20 oktober..." Een verdiepende avond over framing is interessant voor zowel vóór- als tegenstanders van de PVV.
Maar ik vrees dat ik zelf een fout heb gemaakt met een staaltje 'ouderwets verlichtingsdenken', door de avond in te leiden met de mededeling dat ‘de avond niet gaat over of je vóór of tegen de ideeën van Wilders bent, maar dat we gaan analyseren hoe Wilders framing nu zo effectief in het debat weet in te zetten’. Deze intentie om neutraliteit te waarborgen, om analyse en waardeoordeel te scheiden, verliest volgens Lakoff namelijk altijd van de emotionele argumenten. De PVV bewijst hiermee wederom waar het om gaat bij framen, namelijk niet of de feiten kloppen, of de voorstellen wel haalbaar zijn, maar de emotie waarvan de beleidsvoorstellen en Kamervragen een uitdrukking zijn. In dit geval, een uiting van het verongelijkte gevoel dat de hele 'linkse kerk' met 'linkse hobby's' een complot smeedt tégen de PVV met misbruik van belastinggeld.
Links:
Kamervragen PVV op pvv.nl
Artikel van Steven de Jong op het weblog van de NRC
Eeva Liukku (1983) is een Fins-Vlaamse Rotterdamse die aan de Universiteit van Amsterdam de onderzoeksmaster Wijsbegeerte heeft voltooid. Ze woont in Rotterdam.