Hard//hoofd heeft een nieuwe columnist! Vanaf nu doet onze highbrow glamour-reporter Tim Fraanje elke twee weken verslag van de rafelrandjes van zijn leven als polderdiva en bijna-doorgebroken rockster.
Afgelopen zaterdag - Mijn banksaldo is roder dan Mao's boekje en een noemenswaardig inkomen heb ik niet, maar toch sta ik hier te spenderen als een ware durfkapitalist in mijn op de pof gekochte Italiaanse overhemd. Met een royale glimlach kieper ik de volledige inhoud van mijn portemonnee – een gebokkeerde creditcard, een verkreukelde condoom, een heleboel kassabonnetjes, een nooit gebruikte museumjaarkaart en verbijsterend weinig geldige valuta over de bar in de plas bier die onder de tap ligt. Ik ga verder voorover hangen: wat kost die champagne? De miniformaat flesjes met gouden wikkels lonken naar me vanuit de onderste koelkastjes van de bar. "Vier euro," zegt het barmeisje. Voor een horecatijger is ze toch wel een beetje nors. Ik moet de natte muntjes zelf van de bar af vissen, maar ik heb net genoeg voor de bubbels, die verrassend goedkoop zijn. Want het is Budweiserbier.
Gatverdamme, wat een blunder! Ik heb me laten foppen door één van de oudste en opzichtigste marketingtrucs: gouden verpakking = luxe uitstraling. Bonbons van de Aldi hebben ook een gouden papiertje. Ik besluit de gouden wikkel maar te overbluffen en mezelf de martelgang van het opdrinken te besparen door flink te schudden met mijn flesje en de inhoud over de hoofden van mijn mede-discogangers te sprenkelen. Imago gered.
Je imago is sowieso erg belangrijk, maar als je, zoals ik, een bijna-doorgebroken rockster bent, is het van levensbelang. Als je nog niet zoals Brian Eno al kunt teren op een roemruchte periode van geslaagde experimenten, wilde haren en jassen vol struisvogelveren. Daarna kun je inderdaad met goed fatsoen je hoofd kaalscheren en de saaist mogelijke algoritmische ambient muziek gaan maken. Of je haar juist weer aan laten groeien na een periode van rebelse kaalheid, zoals Britney en Miley die weer brave meisjes werden waarvan iedereen voorgoed weet dat ze ergens, diep van binnen een rauw randje hebben. Als gearriveerd rockster mag je jezelf, zoals Phil Collins, verliezen in kleinburgerlijk sentiment en Disneyfilm soundtracks. Al weet ik niet of hij ooit rock 'n roll was: hij heeft in ieder geval zo'n enorm vermogen dat het niemand een reet kan schelen.
Maar zover ben ik nog net niet. Als ik ook maar één momentje mijn cool verlies neemt niemand me meer serieus.
Gelukkig is elke willekeurige blooper te maskeren met exorbitant divagedrag. Ik gleed bijvoorbeeld eens uit op de tegels bij een hotelzwembad, ten overstaan van een veld vol bezette ligbedden – ik ben gewoon blijven liggen en yogamoves gaan doen. Als ik op feestjes iemands naam voor de derde keer vergeet, vergeet ik het ook gewoon voor de vierde en voor de vijfde keer. Valse noot gezongen? Dat is jazzy, dat begrijp je gewoon niet. Dit is geen bluf, het is overleven. Waarom denk je anders dat mensen nog steeds Budweiserbier en bonbons van de Aldi kopen?