Julius Koetsier bindt in Weerwoord de strijd aan met de dogma’s en de dooddoeners die hij tegenkomt in de gevestigde opiniesecties. Hij fluit praatjesmakers die uit de bocht vliegen terug en voorziet hun meningen van een ongevraagd weerwoord. Deze week: Maarten Boudry verdedigde de vorm van het bezoek van Jordan Peterson aan Amsterdam afgelopen woensdag met een matig geïnformeerd en naïef opiniestuk.
Gisteren sprak de Canadese psycholoog en charlatan Jordan Peterson op de Universiteit van Amsterdam. Zijn komst was controversieel: zo'n tachtig medewerkers van de UvA ondertekenden een protestbrief. Daarin deden ze een beroep op organisator Room for Discussion om hun interview met Peterson aan te passen, door een 'deskundige gesprekspartner' naast hem te zetten. Maarten Boudry reageerde op 29 oktober in NRC met een matig geïnformeerd opiniestuk, waarin hij alle clichés over politieke correctheid op universiteiten herhaalt en zich meermaals vergist in de feiten.
- “In de Verenigde Staten wordt het stilaan een traditie. Iemand krijgt een officiële uitnodiging om aan een universiteit een lezing te geven, die vervolgens in allerijl ingetrokken wordt na protesten van studenten, personeel of externe activisten. De universiteit in kwestie haalt dan ‘veiligheidsoverwegingen’ aan als reden voor de afgelasting (lees: dreiging met geweld van de activisten).”
Boudry suggereert dat deze gang van zaken gebruikelijk is, maar wat hij beschrijft zijn de uitzonderingen. Als protest al leidt tot het intrekken van een uitnodiging (en dat is zeldzaam; meestal blijft de uitnodiging gewoon staan), heeft dat doorgaans niets met geweldsdreiging te maken, maar is de universiteit gewoon van mening veranderd.
- “Wat de gedesinviteerde ‘slachtoffers’ met elkaar verbindt? Bijna allemaal zijn ze van rechtse en conservatieve signatuur.”
Fout. Onderzoek aan de Georgetown University toont aan dat ook linkse, progressieve sprekers regelmatig te maken krijgen met protest. Omdat het vaak gaat om academici die een minder grote naam hebben dan Peterson, krijgen die voorvallen echter veel minder media-aandacht. Wie kent bijvoorbeeld professor Keeanga-Yamahtta Taylor? Zij moest vorig jaar meerdere lezingen afzeggen omdat ze doodsbedreigingen ontving naar aanleiding van haar kritiek op Trump.
Daar Peterson zich regelmatig bemoeit met kwesties buiten zijn vakgebied, vind ik het geen onredelijk voorstel een deskundige naast hem neer te zetten.
Boudry is, althans volgens Wikipedia, een scepticus. Dan verwacht je toch dat hij niet enkel luistert naar de paniekberichtgeving van conservatieve media, maar nuchter de beschikbare data raadpleegt. Voor zijn beeldvorming omtrent Amerikaanse universiteiten lijkt Boudry zijn sceptische houding echter even opzij te hebben gezet.
Boudry meent dat de ondertekenaars van de protestbrief een eenzijdige motivatie hebben voor hun aanmerking:
- “Peterson heeft een „conservatieve”, „antifeministische” en „politiek incorrecte” levensbeschouwing. Ergo: daar moet iemand tegenover met een progressieve, feministische, ‘politiek correcte’ levensbeschouwing.”
Hij negeert hier de wetenschappelijke bezwaren. Ik citeer de brief: “Peterson verspreidt talloze opvattingen die zowel stuitende voorbeelden van pseudowetenschap als ronduit schadelijk zijn: van samenzweringstheorieën over ‘postmoderne neomarxisten’ die universiteiten ‘infiltreren’ tot ontkenning van klimaatverandering. Peterson toont consequent aan geen flauw benul te hebben van kwesties die buiten zijn eigen vakgebied liggen.” En daar Peterson zich regelmatig bemoeit met kwesties buiten zijn vakgebied, vind ik het geen onredelijk voorstel een deskundige naast hem neer te zetten, al is het maar om hem af en toe te corrigeren op feitelijke onjuistheden.
- “[W]aarom zouden de organisatoren enkel en alleen voor Peterson van hun vaste format afwijken? Ik heb de eregalerij van Room for Discussion eens bekeken. Herinner je je nog het breed gedragen protest toen Sylvana Simons te gast was in de interviewreeks? (…) Ik ook niet, want zulke protesten waren er niet.”
Wat ik me herinner is dat het interview met Simons op een alternatieve locatie plaats moest vinden, omdat ze bedreigd werd. Hee, daar heb je je veiligheidsoverwegingen!
Niemand beweert dat penissen en vagina’s niet bestaan.
Na dit staaltje whataboutism keert Boudry terug naar Peterson, en erkent hij gelukkig diens pseudowetenschappelijke opvattingen over klimaatverandering. Hij richt zijn pijlen echter ook op 'linkse' genderstudies, die zich volgens hem schuldig maken aan “[d]e ontkenning van biologische verschillen tussen mannen en vrouwen”. Dat is nogal een grove simplificatie. Niemand beweert dat penissen en vagina’s niet bestaan. Er is echter wel een discussie gaande over de definities van de seksen, ook binnen de biologie. Een discussie waar Boudry klaarblijkelijk niet van op de hoogte is, evenmin als Peterson.
- “[A]ls de psycholoog over de biologie van man-vrouwverschillen spreekt (...) dan legt hij gewoon helder en bedaard de huidige stand van wetenschappelijke kennis uit.”
Wederom fout. Peterson presenteert onfalsifieerbare hypotheses en speculaties uit de evolutiepsychologie alsof het keiharde feiten zijn, zoals in dit interview met VICE – en dat doet hij bepaald niet bedaard. Hij heeft geen idee van recente wetenschappelijke ontwikkelingen in dit veld. Zijn visie kan niets anders zijn dan het resultaat van óf onwetendheid, óf antifeministische ideologie, óf een combinatie van die twee. De seksekwestie is trouwens niet het enige biologische gebied dat de psycholoog ongehinderd door kennis betreedt: de bioloog PZ Meyers ergert zich bijvoorbeeld aan Petersons misvattingen over kreeftenevolutie.
- “Peterson is geen extreem-rechtse agitator waarvoor studenten in katzwijm zullen vallen, maar een bedaarde gesprekspartner die zijn publiek zal uitdagen en argumenten zal aandragen voor zijn beweringen. Ga je eigen gedachten aan hem slijpen. Doorprik zijn onzin waar nodig, maar stop niet bij voorbaat was in je oren.”
Room for Discussion heeft geen gehoor gegeven aan de oproep, en het interview verliep zoals de briefschrijvers vreesden.
De protestbrief was geen oproep was in de oren te stoppen, maar vroeg juist expliciet om debat. De schrijvers namen deel aan de voortdurende discussie over de vormgeving van de academische wereld. Maar kritiek wordt al snel gezien als aanval op uitingsvrijheid door lichtgeraakte luchtverkopers als Peterson, die de schrijvers in een reactie op zijn website toebeet: “See you in Amsterdam, you cowards, denouncers and totalitarian wannabes.” Alsof iemand had geprobeerd zijn komst te verhinderen.
Room for Discussion heeft geen gehoor gegeven aan de oproep, en het interview verliep zoals de briefschrijvers vreesden. Peterson kreeg de kans zijn drogredeneringen te spuien zonder al te veel tegenspraak van de timide interviewers. Uiteraard werd er aandacht besteed aan de brief. Peterson beklaagde zich over:
- “[T]he attempt by the authors of the letter to go after me for the insufficiency of my scientific objectivity. I thought that was just beyond the pale, given that the people who occupy the ideological position that would compel them to write that letter are critics of the very idea of scientific objectivity itself.”
Dat is nog eens een stroman! Iedereen die het niet eens is met de komst van Peterson móet wel iemand zijn die niet gelooft in wetenschappelijke objectiviteit.
- “It's quite convenient for them to be critics of the idea that that even exists, and then also to claim that, despite the fact that it doesn't exist, they happen to be much better at it than me. So, it's like, really?”
Een van de ondertekenaars van de brief is Amade M’charek, een hoogleraar antropologie die onderzoek doet naar forensische genetica. Dus ja, ik geloof dat zij beter in staat is iets over afstamming te vertellen dan een psycholoog die hobbyistisch buiten zijn vakgebied treedt. Like, really.
Het antwoord van de interviewer was overigens van andere aard dan het mijne. Hij reageerde op Petersons ongegronde beschuldigingen met: 'Yeah.'
Voorafgaand aan zijn komst schreef Peterson dat hij vreesde voor 'the undoubtedly painful experience that will no doubt await me'. Hij speelt graag het slachtoffer van totalitairen. Daarin werd hij in dit geval bijgestaan door een naïef opiniestuk van een ongetwijfeld goedbedoelende auteur. Boudry ziet een poging het debat aan te gaan als een poging het debat te smoren.
Petersons vrees voor een onprettige ervaring bleek overigens onterecht: het interview verliep zonder incidenten. Wel is een aantal van de briefschrijvers met de dood bedreigd.