Op het Nederlands Film Festival ging deze week 'De man met 100 kinderen' in première. Ed, de man met bijna honderd kinderen, ontleent zijn zelfrespect aan het vervullen van andermans kinderwensen. Dzjengis Khan in Limburg.
Het mag een klein wonder heten dat er überhaupt nog kinderen worden geboren hier in Nederland, en meer algemeen in het westen. Elders in de wereld komen kinderen er vanzelf wel, vaak juist te veel. Maar wij hebben dankzij anticonceptie en emancipatie de keuze tot uitstel, waar zowel vrouwen als mannen gretig gebruik van maken. In onze kieskeurige zapcultuur is het bovendien niet zo gemakkelijk meer iemand te vinden met wie je daadwerkelijk een kind zou willen 'nemen' en die dat ook met jou wil. Van al dit getreuzel, dat bij mannen doorgaans net wat langer aanhoudt dan bij vrouwen, komen problemen: massa’s alleenstaande vrouwen in de dertig en veertig, wier kinderwens toch onbedwingbaar blijkt. En geen potentiële vader in zicht.
Mannen als Ed Houben, een Limburgse toeristengids en zaaddonor, bieden uitkomst. Ed reisde stad en land af, met als heldenattributen een potje, een spuitje en zijn vruchtbaarheid. Inmiddels heeft hij vele vrouwen gelukkig gemaakt en zo’n negentig kinderen verwekt. Vanachter zijn computer blijft hij hier moedig mee doorgaan. Over dit bizarre gegeven maakte Vuk Janic een documentaire, De man met 100 kinderen, die op het NFF in première ging en vanavond wordt uitgezonden door NCRV Dokument.
Ed met een van zijn kinderen.
Ed is een grondig onzekere man die eindelijk iets heeft gevonden waaraan hij zelfrespect ontleent. Dat laat hij niet zomaar los, al bezwijkt hij bijna onder de almaar groeiende behoefte van vreemde vrouwen. Deze overwoekert zijn leven compleet. Zijn relatie sneuvelt omdat zij wil dat hij ophoudt anderen te bezwangeren. Dat kan Ed niet. En dat terwijl spermadonatie voor hem juist een manier was om zich over zijn verlegenheid tegenover vrouwen heen te zetten, en uiteindelijk zelf een vriendin te krijgen.
Verwekken is voor Ed zowel een verslaving als zijn grootste trots. Hij loopt rond met een T-shirt met daarop een olijke zaadcel en ‘veni vidi vici’. In zijn huis staan ingelijste foto’s van zijn kinderen. Een nieuw stel dat helemaal vanuit Texel naar hem toe komt voor een mogelijke donatie drukt hij op het hart dat het al tientallen malen goed is gegaan. Hij zegt dat er op dat moment 75 kinderen van hem rondlopen, door heel Europa. Hij laat foto’s zien van de kinderen, noemt hun namen en verontschuldigt zich voor de paar die hij niet weet. Het stel is door deze vertoning van viriliteit allerminst afgeschrikt, eerder het tegendeel. De vrouw, met enige bewondering: “Oh, Italië ook.” Haar man: “Ik vind het prettig te merken dat ‘ie weet waar hij mee bezig is.” Dat zal hij nog enkele keren herhalen, Ed “weet waar ‘ie mee bezig is”.
Gekke Ed, met z'n smakeloze T-shirts, moedercomplex en talloze skype-gesprekken met 'zijn' vrouwen.
De man met 100 kinderen heeft een hoog gniffelgehalte: gekke Ed, met z’n smakeloze T-shirts, z’n moedercomplex en z’n talloze Skypegesprekken met al ‘zijn' vrouwen. Maar het is tegelijkertijd verbijsterend en verontrustend dat deze man zo veel kinderen op de wereld heeft gezet en vrolijk doorgaat. Omdat het kan, omdat er vraag naar is. Ed levert, geheel kosteloos, en dit is (nog) niet verboden. Producente Janneke Doolaard hoopte dat de documentaire een maatschappelijk debat zou aanzwengelen. Dat lijkt te lukken. De tragische situatie waarin zowel Ed als kinderloze vrouwen verstrikt zitten, kwam sterk naar voren in een interview met Ed in Nieuwsuur. Ed vertelt daarin dat hij een keer een grens wil stellen, omdat het doneren zijn eigen leven overneemt. En hij zegt: “Ik dacht wel eens: als een vrouw moest kiezen, dan zou ik wel de laatste man zijn. Maar misschien ben ik ook voor een hoop mensen de laatste man die ze kunnen benaderen voor hulp.” Ondanks zijn overgewicht, overbeharing en niet erg prestigieuze baan blijft Ed in trek bij vrouwen op zoek naar zaad.
Er is schaarste op de spermamarkt. Dat werd nog eens benadrukt door de zaak van de Deense zaaddonor die op de dag van de première van de documentaire het nieuws haalde. Deze zaaddonor had minstens vijf van zijn 43 nakomelingen met de nare ziekte van Von Recklinghausen opgescheept. In Denemarken mag, net als in Nederland, een spermadonor hoogstens 25 kinderen voortbrengen. Dat aantal werd dus flink overschreden, en dat is ongetwijfeld ook in vele andere gevallen gebeurd.
De grote Mongoolse veroveraar Dzjengis Khan is wel “the most prolific lover the world has ever seen” genoemd. Hij zou in zijn tijd honderden, misschien wel duizenden kinderen hebben verwekt en er zouden nu tientallen miljoenen afstammelingen rondlopen. Maar Dzjengis koos wel de mooiste vrouwen uit. Ed, de Deen en hun collega’s, zij zijn de nieuwe generatie van Dzjengis Khans. Mannen die, zonder voorbehoud, zonder scrupules, hun zaad zo ver en zo veel mogelijk willen verspreiden. In een tijd waarin kinderen vooral een erg vervelende inperking van je eigen vrijheid lijken, zijn the fittest simpelweg the most willing. Ik voorzie een genetische verschraling. Zelfs als dit niet tot vreselijke ziektes leidt is het onwenselijk. De kinderen van Ed zijn tot nu toe gezond – op twee uitzonderingen na, wat statistisch normaal is. Maar vrijwel al deze baby’s, peuters en kleuters hadden een bolle toet, blond haar, en ze leken geen van allen bijzonder nieuwsgierig of levenslustig. Eerlijk gezegd vond ik de meesten wat duf uit hun ogen kijken. "Kleine Edjes", schreef Annemarie Haverkamp in nrc.next. Daarom een oproep: jongens en mannen van Europa, houd op met treuzelen. Maak dat kind met je vriendin (liefst wel meerderjarig), als ze je daar om vraagt. En meisjes en vrouwen: vraag er dan ook op tijd om, voor je kans verkeken is en je je toevlucht moet zoeken tot Ed. Die kan het ook allemaal niet meer aan.