Basje haalt films die te lang ongezien zijn gebleven van de plank. Ditmaal een seventies-rampenfilm. Mierzoete liedjes en het gekrijs van stervende passagiers houden haar wakker.
In een tijd waarin films, boeken en muziek geen houdbaarheidsdatum voorbij hun momentum hebben, kan ik het verzamelen maar niet afleren. Ik ben zo iemand die overvallen kan worden door een onbedwingbare behoefte om een zekere film te zien, of - nog erger - alles van de desbetreffende filmmaker, of - veel erger - ook nog eens alle aanverwante films van alle aanverwante filmmakers. En die plotselinge aanval van filmlust wil nogal eens resulteren in het impulsief bestellen van dvd's - iets wat overigens geenszins betekent dat de dvd's in kwestie ook daadwerkelijk gekeken worden.
Waarom besloot ik op een zeker punt in mijn leven (zo'n beetje) alle rampenfilms uit de jaren zeventig in huis te halen? En waarom bleef die poging steken bij The Towering Inferno, Airport en The Poseidon Adventure? Ik heb geen idee. Ik keek Airport (heerlijk kitschy). Ik keek The Towering Inferno (ijzersterk). Toen verloor ik mijn interesse in het genre. The Poseidon Adventure bleef vooralsnog stof vangen op de stapel 'nog te kijken'.
Zo'n vier jaar na aanschaf wurm ik The Poseidon Adventure - de sticker 'BUDGET DVD!' nog op het hoesje geplakt, half over de titel heen - uit diezelfde stapel, tussen Akira en een Michael Haneke-box vandaan. In het dvd-menuutje gebruik ik een mini-scheepje om de verschillende schijfopties af te gaan. Wanneer ik voor de optie 'speel film' kies, keert het scheepje om: de plot van de film (cruiseschip kapseist door enorme vloedgolf) in een notendop.
De rampenfilm is een terugkerend genre sinds de stomme film, maar viert zijn hoogtijdagen in de jaren zeventig. In 1970 opent Airport dit zogenoemde 'gouden tijdperk', in 1980 sluit Airport-spoof Airplane! (die tijdlozer is gebleken dan het origineel) het af. Daartussen wordt het publiek getrakteerd op films als Earthquake, The Hindenburg, Black Sunday en - het onbetwiste hoogtepunt - The Towering Inferno: een epische en ongemeen spannende actiefilm over de brand in een wolkenkrabber, met Steve McQueen als onbevreesde brandweerman. De jaren tachtig gaan voorbij zonder dat zich noemenswaardige rampen op het witte doek voltrekken. Pas halverwege de jaren negentig keert de rampenfilm in volle glorie terug, met bijvoorbeeld het actiegerichte Twister, romantisch drama Titanic en scifi-variant Independence Day. Juist in de verscheidenheid aan subgenres onderscheidt de nineties disaster film zich van die uit de jaren zeventig.
Het sjabloon van de rampenfilm uit de jaren zeventig is namelijk nogal rigide. De ramp zelf is het hart van de film maar óók de katalysator van verschillende dramatische verhaallijntjes daaromheen. In Airport valt de desbetreffende ramp (iets met een bom en zware sneeuwval) zelfs in het niet bij de gestrande huwelijken en ongewenste zwangerschappen die tegelijkertijd plaatshebben. (De eerste zinnen uit de synopsis van de Nederlandse Wikipedia-pagina zijn veelzeggend: "Een hevige sneeuwstorm teistert een vliegveld en manager Mel Bakersfield heeft moeite om om te gaan met alle stress die het oplevert. Tot overmaat van ramp is zijn vrouw Cindy niet meer gelukkig met hun huwelijk en wil een scheiding.") Ook The Poseidon Adventure kent weliswaar een held (Gene Hackman, die er scruffier uitziet dan ooit), daarnaast volgen we de verhaallijntjes van verschillende andere personages; helden, antihelden, komische en tragische types: het is een constructie die veel weg heeft van een soap.
Zo'n kwartier na de openingtitels van The Poseidon Adventure val ik, na mijn zittende positie voor een liggende te hebben verruild, in slaap. Ik word wakker van een mierzoet, Carpenters-achtig liedje dat door de feestband van de SS Poseidon wordt ingezet. Ik spoel terug, begin opnieuw en val wederom in slaap, om nogmaals door hetzelfde deuntje gewekt te worden. Wéér spoel ik terug, wéér val ik in slaap, maar ditmaal word ik pas wakker wanneer een golf zo hoog als een berg het cruiseschip (letterlijk!) op z'n kop zet.
Het zijn verontrustende beelden om vlak na ontwaken onder ogen te krijgen: een man in smoking houdt zich vast aan een aan de grond genageld tafeltje om uiteindelijk onherroepelijk tegen het glazen plafond te slaan. Door het gebrek aan een dramatische score is gegil het voornaamste geluid dat te horen is. Juist het ontbreken van dergelijke theatrale effecten maakt deze scène - hands down de beste uit de film - zo ijzingwekkend. Binnen no time is het gros van de feestvierende passagiers dood en kan een handjevol overlevenden een potje gaan survivalen.
Het is deze key scène - oud en nieuw in het hart van een vloedgolf - die deze poor man's Titanic toch de moeite waard maakt. In gedachten koppel ik de beelden aan die van de Costa Concordia, dat logge schip dat machteloos als een gekapseisde schildpad op zijn zij lag: een ramp in slow motion. (Recent werd dat overbekende beeld nog ingezet in La grande bellezza, als symbool voor feestend ten onder gaan.) Minstens zo machteloos is de stoomboot uit Werner Herzogs Fitzcarraldo (1982), die op bevel van een megalomane Ier over een Peruaanse berg wordt gesjord. Het beeld van de witte boot, te midden van de jungle op een berg geplant, is een van de sterkste uit de filmgeschiedenis. Herzog - minstens zo megalomaan als zijn hoofdpersonage - liet deze boot daadwerkelijk de berg optrekken, zoals zo indrukwekkend werd vastgelegd in Les Blanks making of Burden of Dreams (1982).
Met Darren Aronofsky's rampenfilm-meets-bijbelepos Noah wordt het bioscooppubliek wederom door een vloedgolf geteisterd, maar deze eigenzinnige blockbuster staat mijlenver van The Poseidon Adventure en de seventies-rampenfilm. Noah laat zich met zijn obsessieve, in waanzin wegzakkende hoofdpersoon beter matchen met Aronofsky's eigen oeuvre: van de bezeten ballerina uit Black Swan tot de gestoorde geleerden uit zijn debuut Pi. Ook Noach bijt zich namelijk gevaarlijk fanatiek vast in zijn opdracht van God. Waren het bij The Poseidon Adventure de beelden van verwoesting die na de aftiteling overeind bleven, in het geval van Noah is het juist de schepping van de aarde die grote indruk maakt. In een hartverscheurend mooie scène zien we hoe alle leven tot bloei kwam, terwijl Noach via de voice over op verslagen toon het scheppingsverhaal vertelt zoals dat in de bijbel geschreven staat. De ramp die in Noah centraal staat, is namelijk niet de vloedgolf die de mensheid wegvaagt: het is de mens die de aarde stukmaakt.