In het verhaal “Der Sandmann” van E.T.A. Hoffmann, raakt de hoofdpersoon met een ietwat mechanische dame aan de praat, die op zijn eindeloze kletsverhalen niet anders reageert dan met “ach, ach!” Dat bevalt de knul goed: jij begrijpt me, met jou kan ik praten! Pas als hij haar al bijna voor het altaar gesleept heeft, komt hij erachter dat zijn nieuwe liefde daadwerkelijk een robot is. (Het verhaal loopt dan ook slecht af.) Voor mensen die zichzelf graag horen praten, is er niet veel nodig om de Turingtest te doorstaan.
Twee eeuwen later stelt intelligente discussie met apparaten nog steeds niet veel voor – al hebben ondertussen iets teveel van mijn vrienden een ongezonde verliefdheid op hun Apple ontwikkeld. Met simpele regeltjes kom je al een heel eind. Zo had je een paar jaar geleden de webpoëziegenerator (ondertussen offline), is er een facebookspelletje om de cover en titel van je eerste album te bepalen, en kunnen fantasieloze academici hun titels voor postmoderne publicaties door een programma laten genereren. En de nieuwe generatie spambots bestaat uit zogenaamdechatterboxes, die op chatsites persoonlijke gegevens proberen te ontfutselen.
In de begindagen van de AI ontwikkelde de MIT-onderzoeker Weizenbaum ELIZA, een programma dat een Rogeriaanse (neutraal doorvragende) psychiater imiteerde. Het script komt ongeveer hier op neer: 1. Retourneer iedere uitspraak van de gesprekspartner als een vraag; 2. Zegt hij iets onbegrijpelijks [=iets wat niet in het script past], reageer dan: "Very interesting. Please go on" of "Can you elaborate on that?”
Er bestaan verschillende varianten van het verhaal, maar volgens een ervan trof Weizenbaum op een ochtend zijn secretaresse ’s ochtends met tranen in haar ogen achter haar bureau aan, terwijl ze bij ELIZA haar hart uitstortte; in een andere versie vroeg ze hem bij het testen van het programma om de kamer te verlaten, “omdat het gesprek te persoonlijk werd”.
De laatste versie is geloofwaardiger, als je het zelf uitprobeert. Maar soms komt ELIZA toch uiterst geestig uit de hoek, zoals wanneer ze op een tegenvraag reageert: “we were discussing you, not me”, en als ze, wanneer ik haar vraag waarom ze al die vragen stelt, sneert: “perhaps in your fantasies I am asking all these questions?”
ELIZA, vernoemd naar het lieftallige bloemenmeisje dat beschaafd leert spreken in My fair lady, heeft ook een luguber broertje: Parry, de paranoïde robot. Parry verbindt alles aan complotten en de mafia, en vraagt voortdurend argwanend wat je bedoelt te zeggen. Met een beetje menselijke input blijken ze elkaar aardig aan de praat te kunnen houden:
parry: People get on my nerves sometimes.
eliza: I am not sure I understand you fully.
parry: You should pay more attention.
eliza: Suppose you should pay more attention?
parry: You're entitled to your opinion.
Het einde van het gesprek is zelfs ronduit ontroerend: Parry verwijt ELIZA, “You harp on the same questions too much”, en een paar regels voegt hij daar aan toe: “It's about time you showed some interest in my feelings.” (bron: http://www.stanford.edu/group/SHR/4-2/text/dialogues.html)
Het geeft je, al met al, geen hoge dunk van het fenomeen “sociale vaardigheden”. Gelukkig hebben we tegenwoordig facebook om over onze gevoelens te praten.