Ik ben de trotse bezitter van een Van Gogh-muismat, maar zag met het gebruik van dit gecommercialiseerde kunststukje mijn waardering voor de schilder afkalven. Langzamerhand kreeg ik bij alle Van Gogh-schilderijen de neiging om er met mijn armoeiïge MediaMarkt-muis overheen te schuiven. Tot ik drie weken geleden ademloos voor een echte Van Gogh stond, en me een dag later ook nog eens middenin het schilderij bevond.
Ironisch genoeg was de titel van het schilderij waar ik op slag verliefd op werd Kreupelhout. Van Gogh schilderde het in de zomer van 1889 in de verwilderde tuin van de inrichting waar hij verbleef, in Saint-Rémy-de-Provence, een dorpje net buiten Arles.
De kleuren, de levendigheid, de compositie – de donkere, schaduwrijke bosgrond en de grillige bomen op de voorgrond, en in de verte, aan de bovenkant van het schilderij, de warme zon, en hoe de zon de blaadjes raakt – minutenlang staarde ik ernaar. Ik kon me er niet aan onttrekken. Het was alsof mijn gedachten dit bos nodig hadden om in rond te zwerven. Al die streekjes verf, ze werden me dierbaar.
Ik zag hoe Van Gogh in dit schilderij de duisternis niet ontwijkt, maar liefdevol schildert, met een blik die de schoonheid erin herkent. En er is de hoop, het licht, de zon, in de verte maar eigenlijk al dichtbij. In vijf stappen, na wat geritsel van bladeren en knappen van takjes, sta je in het licht.
Op de dag na mijn bezoek aan het Van Gogh-museum nam ik de trein om even weg te zijn uit de stad en een lange wandeling naar zee te maken. Het was een mooie nazomerdag. En meteen toen ik het bos inliep zag ik het: Kreupelhout, overal. De stammen die zich als slangen door de lucht slingerden, de kleuren van de talloze door de zon beschenen blaadjes, het groen, het blauw, het geel, het zwart; het was precies zo, het omringde me en het was nog mooier door Van Gogh.
Van Gogh hoort niet op een muismat. Van Gogh hoort in je hoofd tijdens een wandeling.