Ziek zijn wordt hevig ondergewaardeerd. Zolang de ziekte iets overduidelijk tijdelijks is, een griepje of een verkoudheid, kan het een bron van grote levensvreugde zijn. Het is dé kans om een hele dag heen en weer te zappen tussen tekenfilms, Dr.Phil en 16 and pregnant. Of om op Uitzending Gemist alle afleveringen van de Keuringsdienst van Waarde te kijken en zo eindelijk te achterhalen of ‘Dode Zeezout’ wel echt uit de Dode Zee komt en of ‘mondgeblazen glazen’ wel mondgeblazen zijn. Je mag je ongans eten aan dropjes, en een soepje of fruitshake als een volwaardige maaltijd beschouwen. Met een beetje geluk is er ook een huisgenoot of partner in de buurt die af en toe je voorhoofd voelt en boodschappen voor je wil halen. Ziek zijn is de ultieme rust.
Het leukst is ziek zijn als je je niet al te ziek voelt. Mijn moeder weet dat ook en gunde mij daarom, toen ik klein was, een extra dag om uit te zieken. Een dag waarop je nog wat snottert maar het verder best gaat: de uitziekdag. Zij had dat zelf weer van haar vader, die de uitziekdag invoerde nadat zij had geklaagd dat ze van al die lekkere dingen die ze alleen mocht eten als ze ziek was, niets kon proeven.
Als kind greep ik een kuchje of loopneus dan ook altijd met beide handen aan. Ik kon niet vaak genoeg ziek zijn. Wat miste ik nu? Gym en rekenen konden me gestolen worden en lezen deed ik zelf wel. Tegenwoordig is dat anders. Als ik het mezelf dan eindelijk toesta daadwerkelijk op bank of bed te blijven liggen, ben ik te ziek om er plezier aan te kunnen beleven. En zodra ik me weer ietsje beter voel, spring ik gelijk overeind. Er moet nog veel te veel gebeuren, ziek zijn komt nu echt helemaal niet uit.
Aan het aantal hoestende, proestende treinreizigers te oordelen, is dit het strenge arbeidsethos dat de meeste Nederlanders erop na houden. Geteisterd door stemmen in ons eigen hoofd of uit de kelen van anderen die zeggen dat je vooral geen mietje moet zijn, begeven we ons telkens weer met hoofdpijn naar kantoor. Om daar neerbuigende opmerkingen te maken over anderen die zichzelf wel een uitziekdag gegund hebben. Zo houden we het idee in stand dat rustig ziek zijn moreel verwerpelijk is, dat je je schuldig moet voelen zodra je op de bank ligt met een koorts van minder dan 42 graden.
Doorbreek die sociale controle, gun elkaar je uitziekdag! Als je het echt niet kunt laten te denken in termen van efficiëntie, prent jezelf dan in dat wie echt uitgerust is, ook meer energie heeft, om weer langer op te kunnen teren. Te lang te hard werken is uiteindelijk voor niemand goed. Bovendien: wie ziek de trein in stapt of een school inloopt, steekt weer weet ik hoeveel anderen aan. Alleen omdat jij niet rustig op de bank kon blijven liggen, werd jouw griepje een epidemie.
Maar denk nou gewoon even niet in termen van efficiëntie. Niet aan wat je zou ‘moeten’ doen of aan wat een baas of collega’s wel niet zullen denken. Wees voor een dagje je eigen moeder (tenzij je een hele strenge moeder had). Met die loopneus kun jij echt nog niet gaan werken. Als je al naar buiten gaat, dan alleen om vers fruit te halen. Fijne uitziekdag gewenst.